‘Waarin verschillen camouflage, compensatie en maskeren bij mensen met autisme?’ … autisme en sociale contacten

Foto van Matt Artz op Unsplash

‘Als niet-autistische buitenstaander stoot ik in op blogs als die van jou op vreemde woorden. Nou weet ik weet intussen dat ik naar jou mag mailen als ik graag wat uitleg wil bij een bepaalde term. Daar ben ik al heel wat wijzer van geworden‘, schrijft Lieke, lezeres van deze blog. ‘Bij deze zou ik graag te weten komen wat het verschil nu eigenlijk, volgens jou, tussen camouflage, compensatie en maskeren. Het lijkt iets met een tekort aan vertrouwen te maken. Vooral dat laatste woord vind ik verwarrend, omdat ik het tegenwoordig associeer met mondmaskers en de moeite die sommige autistische mensen lijken te hebben met die dingen, en andere dan weer net niet.’

Het zijn inderdaad termen die voor wat verwarring kunnen zorgen. Ook al omdat heel wat autistische mensen, op sociale media en daarbuiten, ze ook niet heel consequent en volledig naar eigen inzichten en ervaringen gebruiken.

Om te beginnen hebben camouflage, compensatie en maskeren heel wat met elkaar gemeen. Ze verwijzen volgens mij namelijk naar wat autistische mensen doen om aspecten van hun autisme te verbergen en om moeilijkheden of verschillen die te maken hebben met hun autisme te overwinnen.

Ze hebben soms te maken met een mate van wantrouwen, maar zijn vaak gegroeid uit werkelijk beleefde, vooral negatieve ervaringen, en telkens een oplossing om tot de best mogelijke situatie te komen. Dat kan zowel bewust als onbewust, instinctief als routineus gebeuren.

Elk van deze drie termen verschilt naar benadering of strategie om dat doel te bereiken.

Autistische mensen die compenseren, slagen er grotendeels in om te voldoen aan de verwachtingen, ondanks het verschil in gedrag en gedachten voortvloeiend uit hun autistisch denken.

Mensen met autisme die camouflage gebruiken, proberen, in bepaalde mate, hoe ze autistisch voorkomen aan anderen te veranderen door bepaalde gedragingen. Dat doen ze bijvoorbeeld door onopgemerkt te blijven, op de achtergrond te blijven, niet te opvallend aanwezig zijn. Als je niets doet of niets anders doet dan de anderen, kan je niets verkeerd doen, is meestal de gedachte hierachter.

Als het niet mogelijk is te compenseren of te camoufleren, blijft er alleen nog de mogelijkheid om te maskeren. Wie maskeert, doet er alles aan om zijn of haar anders-zijn of worsteling met dat anders-zijn te verbergen, met als voornaamste en vaak enige doel te overleven en niet herkend te worden als ‘anders’. Soms wordt ‘maskeren’ ook als overkoepelende term gebruikt voor camouflage, compenseren en de overlevingsstrategie (vechten of vluchten). Maskeren hoeft niet noodzakelijk negatief te zijn, maar langdurig en intensief maskeren leidt vaak tot autistische burnout.

Het is logisch dat je bij het woord ‘maskeren’ in deze Covid-19-periode denkt aan de beschermende ‘gezichtsmaskers’ en bepaalde weerstand tegen het dragen ervan. Sommige autistische mensen zeggen immers psychische, sensorische, auditieve of andere last te ervaren, terwijl evenveel anderen er dan weer door geholpen zouden zijn. Door het opzetten ervan zouden ze immers in grote mate hun sociale masker kunnen afzetten, omdat ze minder druk ligt op de mimiek als ze met anderen praten.

Geef een reactie

Gelieve met een van deze methodes in te loggen om je reactie te plaatsen:

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.