‘Hoe kan ik hem de afwas laten doen?’ … … autisme en huishouden
Af en toe krijg ik van (meestal niet-autistische) mensen een mailtje hoe ze hun (autistische) partner, zoon/dochter of hun cliënt die korte of langere tijd zelfstandig woont ertoe kunnen brengen meer aandacht doen besteden aan de afwas.
Zo schrijft Lynn, woonbegeleidster, mij onlangs een mail waarin ze af en toe langskomt met Mario, een autistische man met een hoger gemiddelde begaafdheid, die er maar niet in slaagt zijn afwas weg te werken. ‘Wij hebben op onze dienst jouw boeken gelezen, en vonden die beiden heel interessant omdat ze ons een nieuwe inkijk gaven die we bij andere autistische schrijvers niet zien. Zou je vanuit jouw perspectief ideeën en tips kunnen geven die ons bij mensen zoals Mario zouden kunnen op weg helpen?’
Natuurlijk ga ik graag in op je vraag, beste Lynn (en anderen). Zoals steeds doe ik dat vanuit mijn eigen ervaringen, en hoop ik dat je je daarbij bewust blijft dat de tips en ideeën die ik geef niet noodzakelijk helpen of werken bij andere autistische mensen. Sommige autistische mensen hebben immers nog andere beperkingen en talenten die hun afwasvaardigheden beïnvloeden.
Afwassen is al sinds ik min of meer (begeleid) zelfstandig woon, net als wassen in het algemeen (en de was doen), een moeilijk punt in mijn leven. De afwas blijft bij mij dan ook wel eens ophopen. Dat levert allerlei wrijvingen op, vanuit de verschillende rollen die ik vervul in mijn woning.
Wat er gebeurt als de afwas te lang blijft staan
Als ik de afwas te laat doe, of niet doe, omdat ik er niet toe kom, kom ik in een meervoudig conflict.
- Met mijn liefste, die klaagt dat ze als ze thuiskomt van haar werk en als we samen op de bank zitten voor de tv niet graag ziet dat er veel vaat staat in de keuken.
- Met mijn moeder, die af en toe langskomt, en dan dramatisch huilt dat ze al zo lang probeert om mij dat te laten doen, en dat ze graag zou willen dat ik kan afwassen voor ze in haar graf stapt, en niet dat ik naar een instelling moet.
- Met de verhuurder van mijn woning, een kranige oudere Aziatische dame die mij in gebroken Engels de les spelt, wat ze met zulke mensen aanvangen in Thailand.
- Met de buren, die me er in het verleden op wezen dat ze geuroverlast krijgen.
- Met de poetshulp die afwassen te min vind, en dat ik het best zelf aan kan. ‘Als je zo slim bent als er hier boeken staan, moet afwassen voor jou een fluitje van een cent zijn’
Een documentaire die voor een stuk aanleunt bij mijn situatie, is ‘de regels van Matthijs’. Met dat verschil dat ik niet overkop ga in regels bedenken om de afwas zo efficiënt mogelijk te doen. Voor mij blijft de afwas een geheel van borden, koppen en glazen die ontdaan van vuiligheid of resten in de kast moeten. Daar hoef ik geen eigen, nieuwe metafysische taal voor uit te vinden.
Verklaringen waarom de afwas wel eens blijft aanslepen
Er zijn volgens mij veel verschillende verklaringen voor te vinden waarom de afwas wel eens blijft aanslepen.
Veel van die verklaringen zijn echter ook volstrekt onzinnig. Zo heeft het niets te maken met mijn gender (mijn mannelijkheid), met mijn burgerlijke stand (alleenstaand), met mijn meervoudige handicap of met mijn beperkte zelfredzaamheid. Er zijn mannen zonder handen of voeten die erin slagen voltijds te werken, perfect hun afwas te doen én dat nog eens te filmen en op YouTube te zetten. Daar ligt het dus niet aan.
Als er een begeleider of hulpverlener of coach bij mij thuis komt en dat varkentje wil wassen, dan vind ik het belangrijk dat die persoon eerst bij zichzelf reflecteert wat het hem of haar doet en in één moeite ook meteen allerlei psychologische verklaringen en kant-en-klare oplossingen in de spreekwoordelijke vuilbak te kieperen. Omdat die bij mij niet werken. Het kan best dat mijn afwasproblematiek toegeschreven wordt aan beperkingen in mijn executieve functies, maar ik denk dat zowat alle theorieën en invalshoeken in min of meerdere mate een verklaring kunnen bieden.
Een van de vragen die een begeleider zich zou moeten kunnen stellen is ‘Wat zou ik doen mocht mijn man/vrouw of mijn zoon/dochter er niet toe zou komen om de afwas te doen? Welke gevoelens zou dit bij mij opwekken, welke verklaringen zou ik meteen geven?’
Wellicht hebben die geen autisme, maar mensen met autisme blijven in de eerste plaats mensen. Dat vergeten de meeste begeleiders en hulpverleners wel eens. Mensen met autisme zijn mensen die autistisch denken, met een autistische logica, maar het zijn ook ‘maar’ mensen. Met hun eigen mensenwensen en hun eigen mensenstreken, zoals mijnheer de uil uit Fabeltjeskrant het zou zeggen.
Waarom lukt het in een ‘vreemde’ omgeving wel en thuis niet?
Sommige mensen merken wel eens op dat het voor mij soms wel lukt in andere omgevingen om af te wassen. Zoals tijdens het jaarlijks mosselfestijn van de jeugdbeweging of een of andere benefietactie voor kansarmen. Ook als ik ergens op bezoek ben neig ik ertoe na de maaltijd te helpen met de afwas. Waarom lukt het dan thuis niet?
Ik vind dat een gemene, achterdochtige vraag. Eerder dan mij te feliciteren, lijkt het of ze mijn goede bedoelingen in vraag stellen. De afwas in andere contexten dan thuis heeft immers een heel andere functie, namelijk achter de schermen het aangename (weg zijn van anderen) met het nuttige (een functie vervullen) combineren.
Soms zie ik de afwas letterlijk niet staan …
Misschien heeft dit ook te maken met mijn beeldend denken, denk ik. Als ik een omgeving ben, zie ik die omgeving niet meteen maar moet mijn brein vanuit details het beeld van die omgeving opmaken. Dat duurt even en vergt redelijk wat energie. Ik los dat meestal op door vooraf in een omgeving te komen en te acclimatiseren.
Bij mij thuis hoef ik niet meteen een nieuw beeld te maken, omdat er geen verwachtingen zijn. Ik zie dus letterlijk niet de afwas staan of een beeld van een afwas van heel wat dagen terug. Als ik elders kom, is dat een omgeving buitenshuis en maak ik een nieuw beeld. Dan zie ik een storende vaat staan. Bij mij thuis is dat niet het geval. Net zoals ik niet meteen iets merk aan mijn lichaam (een wonde bv), tenzij die mijn zintuigen stoort, zie ik alleen een nood aan de afwas als er vliegen mij lastig vallen of er een vervelende geur is.
Het heeft ook te maken met prioriteiten stellen
Het heeft in mijn beleving ook wel te maken met prioriteiten stellen Het adagio ‘choose your battles’ draag ik hoog mee. Mijn eerste prioriteit na een vermoeiende dag is te verwerken van wat voorbij is, en terug te komen op een aanvaardbaar stressniveau (echt tot rust komen zit er dan voorlopig niet in). Mijn buffer van opgeslorpte informatie moet leeg om terug te kunnen beginnen.
Ik kom in andere omgevingen wel tot inzicht om tot de afwas te komen omdat dit nieuwe omgevingen zijn waar mijn beeldverversing wel moet om veiligheidsgevoel te bieden. In deze omgevingen kan ik echter niet zo lang blijven omdat de energie om al deze prikkels te verwerken beperkt is.
Een belangrijke vraag is ook waarom en vooral wanneer moet er afgewassen worden?
Ik zou eerst kijken naar de motivatie om de afwas te beginnen. Waarom en vooral wanneer moet er afgewassen worden? Vanaf wanneer is vaat die ergens staat nodig af te wassen? Bestaat daar een objectieve maatstaf voor? Zo zijn er mensen die na elke maaltijd afwassen, maar evengoed mensen die pas afwassen aan het einde van de dag, of wanneer een afwasrek vol staat.
Ik zou me ook afvragen welke beloning mogelijk is om aan deze afwas te beginnen. Is er een vooruitzicht dat kan motiveren? Zijn er bepaalde verwachtingen na de afwas? Je zou je bijvoorbeeld kunnen afvragen hoe het leven beter zal zijn nadat de afwas gedaan zijn. Dat zijn vanzelfsprekendheden voor veel begeleiders die in hun eigen wereldje blijven.
Ook is het belangrijk te kijken naar de beschikbare energie. Als het nu nog niet mogelijk is om afwas te doen, wanneer wel en hoe kan het energieniveau omhoog zodat afwas lukt? Is het mogelijk dat iemand liever samen met een ander afwast, dat het dan beter lukt, of doet die het liever alleen? En als het samen gebeurt, droog ik misschien liever af dan in het water te soppen? Zelf heb ik bijvoorbeeld een hekel aan water en zeep. Ik gebruik bij het afwassen de ‘dishmatic’ (een systeem waar je je handen nauwelijks in het water en zeep moet steken). Dat heeft mij geholpen om er minder tegenop te zien.
Tot slot: het begin met erkennen hoe ik het ervaar, en eindigt met opdringen van een oplossing
Soms helpt het dat iemand anders in mijn omgeving erkent wat ik ervaar. Verder de situatie afbakenen : waar speelt het zich af, wanneer, wat is het allemaal niet (luiheid, …). Een stap verder zou ik zien in het opdelen van wat nodig is, en overzicht bieden van de mogelijke stappen. Daarbij is het belangrijk, vind ik, om zo traag mogelijk te gaan, of minstens het tempo van de cliënt te volgen, en uiteraard het te vieren als er een klein succes is.
Uit elkaar halen van de afwas in verschillende elementen vind ik dus belangrijk, hoewel ik denk dat dit in een omgeving met verschillende krachten (invloed ouder, partner, huisbaas) tot nieuwe en misschien wel lastiger conflicten kan leiden.
Ik blijf me natuurlijk wel bewust over de verantwoordelijkheden van als huurder van die woning (in verband met hygiëne). Als iemand me daarbij wil helpen, moet er echter een heel grote mate aan vertrouwen zijn en blijven. Beginnen discussiëren vanuit de eigen overtuiging dat de afwas hier en nu gedaan moet worden, of dat er, godbetert, een afwasmachine moet komen, is daarbij met stip het slechtst mogelijke plan.
Als dat de elektriciteitsrekening niet te veel omhoogstuwt, de ecologische meerkost je niet teveel deert en je stimuleert tot een betere organisatie, is dat natuurlijk prima. En natuurlijk speelt ook plaats ervoor hebben een rol.
LikeLike
Ik droom er juist van om een vaatwasser te hebben. Sinds ik een wasdroger heb houd ik mijn wasjes ook veel beter bij en ik verwacht dat een vaatwasser hetzelfde effect heeft. Nu nog iets dat in mijn keuken en in mijn budget (beiden klein) past. Maar met stipt op 1 van dingen die ik verafschuw en vooruitschuif… de afwas! Altijd zo blij als het weggewerkt is en altijd de beste voornemens, maar ook telkens weer dezelfde ophoping. Het is een bizar ding in mijn leven.
LikeLike
De afwasmachine bij mij heeft nog nooit aan gestaan. Ik vind het onnodig en onnozel om 2 uur te moeten wachten op die machine terwijl ik het op een 10-tal minuten doe. Maar een keer daags is wel voldoende, als ik gekookt heb. Dagen dat ik op het werk eet, durven de bordjes van het ontbijt ook staan.
En de strijk? Die doe ik als ik geen andere ontspanning heb, want eigenlijk doe ik dat wel graag, soms zelfs omdat het mij weeral niet aanstaat op televisie.
LikeGeliked door 1 persoon