‘Autisme in tv-reeksen is vaak te verwarrend’ … autisme en beeldvorming

Via zijn blog krijgt Sam Peeters flink wat mails van mensen die net de diagnose gekregen hebben en met heel wat vragen zitten. Dat zijn dan wel onvermijdelijk hoogfunctionerende mensen met ASS. Sam: ‘Ik raad hen altijd af om naar dat soort van reeksen te kijken. Het is te verwarrend. Ze vergelijken het personage met zichzelf en beginnen op den duur zelfs te twijfelen aan hun diagnose: heb ik nu eigenlijk wel autisme, want ik reageer toch niet zoals personage x of y? Of omgekeerd. Dan zien ze hoe iemand met ASS een pleidooi houdt in de rechtszaal en denken ze dat zo’n carrière ook voor hen is weggelegd. Terwijl solliciteren voor veel mensen met autisme nog een frustrerende ervaring is.’
Hij wil het zeker niet problematiseren: ‘Het blijft fictie. Dat maakt het ook zo dubbel. Aan de ene kant proberen de makers wel een boodschap mee te geven, aan de andere kant willen ze vooral een verhaal vertellen. Het is geen documentaire, natuurlijk.’ Ergens doet het denken aan William Boeva en zijn open brief naar aanleiding van Down the road , over hoe er in de media nog altijd geen sprake is van inclusie als het om mensen met een beperking gaat. Dat vindt ook Sam: ‘Voor mij komt ASS in series nog altijd over als het tonen van iets exotisch. Het autisme van een personage zou maar een detail mogen zijn, iets vanzelfsprekends. Idealiter: een personage dat meedraait in een reeks zonder dat autisme een verhaallijn is.’
Hij besluit met een uitsmijter: ‘In reeksen zijn al die andere mensen vaak even raar. Niet alleen in reeksen, trouwens. In mijn klas hoorde ik altijd: “Tiens, hoe raar is dat. Jij hebt autisme en je bent niet de raarste van de klas.”’ ‘En’, voegt hij eraan toe, ‘het is iets wat mijn vrouw en ik ook soms tegen elkaar zeggen wanneer we naar Iedereen beroemd kijken: hoe raar zijn die mensen!’
Lieve Van De Velde, journaliste De Standaard, in ‘Autisme in tv-reeksen: goed gedaan?’ in De Standaard van 10 november 2022