Als je het weekend liever niet voor de deur hebt staan … autisme en weekendangst

Als ik bepaalde radiostations moet geloven, lijkt het alsof er op vrijdagmiddag rond vijf uur wordt afgeteld naar een groot evenement. Het voelt alsof iedereen een ontlading verwacht waarnaar al een tijdje wordt toegeleefd. En dan is het eindelijk zover: het is weekend. Het lijkt alsof mensen alleen in deze paar dagen, met een hoogtepunt op zaterdagavond, echt leven. De rest van de week wordt besteed aan werken en herstellen om het weekend voor te bereiden.

Mijn ervaring is echter anders. Sinds enkele jaren heb ik last van wat men ‘weekendangst’ of ‘Weekend Anxiety Syndrome’ (WAS) noemt. Hoewel dit nog geen erkende medische of psychologische aandoening is, lijkt hier verandering in te komen. Volgens sommige speculaties maakt WAS een goede kans om opgenomen te worden in de nieuwe editie van de psychiatrische diagnostische DSM-gids.

De term ‘weekendangst’ beschrijft een scala aan gevoelens, gedachten en gedragingen die mensen ervaren wanneer het weekend nadert of tijdens het weekend zelf. Het mag niet verward worden met een verwante angst voor de weekend op zondagmiddag, waar veel meer mensen last van zouden hebben. WAS wordt daarentegen gezien als een diagnose op het snijvlak van gegeneraliseerde angststoornis, sociale angststoornis, obsessieve-compulsieve stoornis en posttraumatische stressstoornis. Iedereen met weekendangst ervaart deze vier elementen in een unieke verhouding. Bij mij ligt de nadruk vooral op dwangmatigheid en paniekaanvallen, aangevuld met posttraumatische stress. Dit manifesteert zich soms in ernstige fysieke symptomen zoals maagkrampen en griepachtige verschijnselen, afgewisseld met paniekaanvallen. Gelukkig komt deze ernstige vorm niet elk weekend voor; ik voel me vaak relatief rustig.

Het feit dat ik WAS heb, betekent niet dat elke autistische persoon dit ook ervaart. Integendeel, sommigen kijken zelfs uit naar het weekend als een kans om te ontspannen of op te laden. Autistische mensen die wel WAS ervaren, kunnen weerstand voelen tegen de veranderingen in routine die tijdens het weekend plaatsvinden. Of ze ervaren, net als ik, herinneringen aan traumatische gebeurtenissen en een gebrek aan beschikbare steun.

De basis van mijn weekendangst ligt in traumatische ervaringen met medische en paramedische professionals tijdens weekenddiensten. Dit heeft te maken met beperkte toegang tot zorgverleners die bekend zijn met mijn specifieke medische situatie. Daarbij komt dat ik een hoge pijngrens heb, waardoor ik pijn niet snel laat zien en er moeilijk over communiceer. Dit, in combinatie met de vaak onbewuste houding van weekenddiensten, leidt bijna gegarandeerd tot traumatische ervaringen.

Deze ervaringen herleven in het weekend door flashbacks, nachtmerries en intense gevoelens van onmacht en pijn. Als ik om welke reden dan ook weer met weekenddiensten te maken krijg, triggert dit angst en verschillende fysieke en psychische reacties.

Mijn eerste reactie op deze weekendangst is vermijding. Ik heb lang de neiging gehad om tijdens het weekend thuis te blijven en alle mogelijke noodzakelijke items van de apotheek te halen. Maar ik stapte hiervan af omdat het isolatie en slaapproblemen veroorzaakte. Met begeleiding van professionals richt ik me nu op positieve activiteiten in het weekend.

Naast het leren kennen van de triggers en mogelijke oorzaken van weekendangst, is begrip van de directe omgeving een belangrijke eerste stap. Mijn ervaring is dat dat begrip er vaak niet is en mensen er ongelovig of zelfs lacherig op reageren, alsof het een zoveelste verzinsel van de farmaceutische industrie zou zijn. Ik raad mensen die er last van hebben aan vooral niet naar alcohol, pijnstillers of andere middelen te grijpen, maar om erover te praten en hulp te zoeken. Meer zelfs, opwekkende en verdovende middelen zouden het alleen maar verergeren.

Wat mij echt helpt, is een weekendroutine die vergelijkbaar is met mijn doordeweekse routine. Daarbij heb ik exrtra aandacht aan regelmatige lichaamsbeweging en meer water drinken dan gewoonlijk. Ik bereid mijn weekenden strikter voor en focus meer op zelfzorg dan op verplichte taken. Op slechte momenten kan ik voorgeschreven crisismedicatie nemen, maar ik probeer situaties met weekenddiensten geleidelijk aan te wennen.

Hoewel ik dat punt nog niet heb bereikt, zou ik, als het echt nodig is en ik met mijn partner ben, weekenddiensten kunnen inschakelen. Voor nu probeer ik zorg en hulp niet uit te stellen en raadpleeg ik indien nodig artsen gedurende de week.