Wat zegt mijn IQ over mij?

Anita (25) schrijft: Onlangs heb ik in een intelligentie-verslag afgelegd. Ik kreeg te horen dat ik een IQ van 125 heb. Betekent dit dan dat ik hoogbegaafd ben? Heeft dit iets te maken met mijn autisme? En kan mijn intelligentie nog stijgen of alleen maar dalen?

Dankjewel Anita voor deze interessante vraag. Normaal gezien kan je met deze vragen natuurlijk ook terecht bij de psycholoog of het team dat jouw intelligentie-onderzoek heeft gedaan. Zij zouden hiervoor moeten open staan. Maar ik wil vanuit mijn ervaring gerust een antwoord proberen te geven.

Samengevat wil ik vooral dit zeggen: Volgens mij kan je je score (het getal ‘125’ bedoel ik dan vooral) op je intelligentietest best relativeren.  Wat er in het verslag staat vermeld, helaas vaak onbegrijpbaar beschreven, is meestal zinniger. Je begaafdheid zie je best ook in het geheel van al je andere eigenschappen die je tot persoon maken.

(Hoog)begaafdheid is meer dan een of meerder getallen

Ik denk dat het alvast een misvatting is dat je kan spreken over intelligentie als één of meerdere getallen. Je kan hoogstens 95% zeker zijn dat je bijvoorbeeld ergens in een bereik tussen bovengemiddeld tot begaafd scoort. Dat zou normaal gezien ook in je verslag beschreven moeten staan.

Je vastpinnen op één getal heeft volgens mij weinig zin omdat je dan al je sterktes en zwaktes die je hebt zomaar onder tafel veegt. Weten waar ik goed in bent vergeleken met anderen maar ook waar mijn persoonlijke sterkten liggen, vind ik zelf veel belangrijker dan enkele cijfers.

Het hangt natuurlijk ook nog af van welke test (en welke versie) je precies hebt afgelegd. Die resultaten vergelijken is als appelen met peren vergelijken. De meest gebruikte testen voor intelligentie zijn de WAIS (16 tot 86 jaar), de WISC (6 tot 16 jaar) en de WPPSI (voor jonge kinderen). Daarnaast heb je nog de KAIT, de SON-R, de Raven Progressive Matrices en de DTHN.

Daarnaast houdt hoogbegaafd zijn veel meer in dan alleen intelligentie. Tessa Kieboom van het Centrum voor Begaafdheidsonderzoek stelt dat hoogbegaafd zijn naast cognitieve kenmerken ook bepaalde zijnskenmerken (perfectionisme, rechtvaardigheidszin, hypergevoeligheid, kritische ingesteldheid …) veronderstelt.

Een intelligentietest kan niet op zichzelf gezien worden

Een intelligentie-onderzoek meet volgens mij slechts een minimaal deel van jouw vaardigheden en mag je eigenlijk niet op zichzelf zien. Er is meer onderzoek nodig om een goed beeld te krijgen van je begaafdheid en veel meer factoren spelen een rol. Een intelligentietest is immers maar één van de onderzoeksmethoden om informatie te verzamelen over een persoon om bepaalde beslissingen te nemen. Andere mogelijkheden zijn observatie, neuropsychologisch onderzoek, testen voor schools leergedrag, algemene persoonlijkheidsvragenlijsten enzovoort.

Je begaafdheid wordt bovendien ook bepaald door je genetische achtergrond, je persoonlijkheid, mate van creativiteit, functioneren in het dagelijks leven, variaties in ontwikkelingsritme, hoe en waar je bent opgegroeid, hoe je omgaat met uitdagingen … Uiteraard speelt je autisme als andere vorm van informatieverwerking ook een rol. Wat uit het diagnostisch onderzoek tevoorschijn kwam kan een ander licht werpen op je begaafdheid, net als andersom.

Je bent meer dan dat stukje gemeten analytische intelligentie …

Een intelligentie-onderzoek meet volgens mij ook maar een klein deeltje van zogenaamd analytische intelligentie. Dat zijn vooral verstandelijke vermogens, processen en vaardigheden waardoor mensen in staat zijn om abstract, logisch en consistent te redeneren. Nochtans is dat maar één van de vele soorten intelligentie.

De drie voornaamste zijn analytische, praktische en sociaal-emotionele intelligentie. Praktische intelligentie is de bekwaamheid om oplossingen te vinden voor wat zich voordoet in vertrouwde en alledaagse situaties. Sociaal-emotionele intelligentie, tot slot, is de bekwaamheid om sociaal en emotioneel met diverse mensen om te gaan in diverse sociale situaties.

Naast analytische, praktische en sociaal-emotionele intelligentie zijn er allerlei bijkomende vormen van ‘intelligentie’. De meest gekende daarvan vallen onder de theorie of filosofie van de meervoudige intelligentie (linguïstisch, ruimtelijk, logisch-wiskundig, muzikale, lichamelijk, naturalistisch, inter – en intrapersoonlijk). Daarnaast zijn er ook minder bekende vormen, zoals spirituele – en existentiële intelligentie. Op dit moment zouden er zo’n 18 soorten intelligentie bestaan.

Kan je slimmer (of dommer) worden?

Tegenwoordig is er blijkbaar veel belangstelling (aan de artikelen in de pers te zien) om te weten of we ons volledig intelligentiepotentieel gebruiken en in hoeverre we dat kunnen beïnvloeden.

We spreken dan over de zogenaamde stabiliteit van intelligentie.

Binnen ons eigen leven zou dat tot ons achttiende jaar stijgen, en vanaf dat moment niet in het algemeen stijgen of dalen, maar wel op bepaalde vaardigheden stijgen en op andere dalen.

Of je kan groeien op vlak van intelligentie geloof ik zelf niet echt. De verhouding met anderen kan volgens mij wel veranderen. Maar misschien zegt dat vooral iets over die anderen die meer alcohol dronken, weinig stimulerende televisie keken, vetrijk aten en amper lazen?

Worden mensen in het algemeen slimmer of dommer?

Over de generaties spreken sommige mensen van een algemene stijging van intelligentie, terwijl anderen beweren dat we steeds dommer worden. In het algemeen of in het afleggen van IQ-tests.

Ik ben eerder voorstander van een derde theorie. Die stelt dat we nog even slim of dom zijn als vroeger. Vooral klimatologische evoluties hebben ertoe bijdragen dat we andere aspecten van ons kunnen en kennen als ‘intelligentie’ zijn gaan beschouwen.

Mezelf als mens slimmer of intelligenter beschouwen als pakweg een inwoner van Mesopotamië, een Oude Belg of Griek, een Verlichte Geest, of een van de Katharen, zou ik toch een beetje hoogmoedig vinden.

Dat betekent natuurlijk niet dat de problemen van mensen die toevallig niet over deze ‘intelligentie zouden beschikken, zomaar als ‘een teken des tijds’ moeten gezien worden.

Intelligentie blijft volgens mij wel vooral een verhouding van individuele eigenschappen tegenover een representatieve norm. Elk van ons zou in een andere tijd wellicht een andere begaafdheid worden toegeschreven. Wat niet wegneemt dat we nog steeds in deze tijd leven, en wij het alleen met deze tijd moeten doen.

De evolutie van invullingen van het begrip van intelligentie

De studie van opvattingen die mensen in de voorbije tijden hadden over intelligentie, en hoe die te meten, vind ik trouwens wel interessant. Het zegt zoveel over hoe we kijken en keken naar onszelf.

Al van in de oudheid is duidelijk dat intelligentie niet gelijk verdeeld is onder mensen. Intelligentie krijgt in de loop der tijd wel heel wisselende invullingen: kunnen kiezen tussen verschillende alternatieven, tussen de regels kunnen lezen, trouw zijn aan gezag en dogma’s, respect tonen aan regels en tradities binnen gezin en samenleving, schranderheid of verstandelijke vermogen.

Tegenwoordig wordt volgens mij vooral gekeken naar de mogelijkheid om kennis te verwerven en die efficiënt toe te passen, het vermogen problemen op te lossen in een aanvaardbare tijd, in allerlei verschillende situaties, ook in nieuwe situaties.

Soms wordt er ook onderscheid gemaakt tussen vloeiende en gekristalliseerde intelligentie. Die vloeiende intelligentie is dan het vermogen om nieuwe problemen op te lossen zonder dat men daarvoor zijn broek heeft moeten verslijten op schoolbanken of veel boekenwijsheid nodig heeft. Gekristalliseerde intelligentie is eerder het tegendeel. Mensen met veel gekristalliseerde intelligentie hebben veel verworven kennis, zijn sterk geschoold en hebben een brede culturele ontwikkeling.

Vroeger bij de dorpsoverste om je intelligentie te meten, nu bij de psychologe

Hoe intelligentie getest werd, is ook veel veranderd (en volgens sommige mensen ook weer niet). Van een essay schrijven over al wat je weet, tot een bezoek aan de dorpsoverste die zag of je ‘het licht’ in je had, tot een uurtje met een psycholoog samenzitten om ‘wereldvreemde’ vraagjes op te lossen.

Sommige mensen lijken zelfs meteen te zien of iemand intelligent is. Soms leiden ze dat af van het uiterlijk (een verzorgd uiterlijk, groot voorhoofd, intelligente blik). Of ze komen tot die vaststelling omdat iemand goed presteert en zich ‘intelligent’ gedraagt.

Hoe betrouwbaar is zo’n test eigenlijk?

Over de betrouwbaarheid van dit soort testen zal altijd wel discussie blijven. Sommige mensen zijn er gerust is dat ze betrouwbaar, gestandaardiseerd, objectief, genormeerd en valide zijn.

Anderen vinden dat het resultaat van zo’n test vooral bepaald wordt door de communicatie met de psycholoog die je test afneemt, je sociale vaardigheden, de mate van vertrouwen tussen jullie beide en of bepaalde prikkels (lawaai, licht, mensen in de buurt, …) de test negatief of positief beïnvloed.

Of door de mate dat je vooraf weet wat je te doen staat, hoe je vooraf geïnformeerd bent, het beeld dat je hebt van intelligentietesten en de verwachtingen die jij of je omgeving hebt.

Tot slot: hoop op waardering voor alle vormen van intelligentie (en vooral de mensen die daarmee leven)

Hoe dan ook, tot slot kan je alleen maar besluiten dat je je nooit volledig kan laten leiden door het resultaat van om het even welke test. Zo kan een intelligentietest een beeld geven van een bepaald deel van wat je kan, maar ook niet meer dan dat.

Jammer genoeg wordt aan een score op zo’n test vaak nog teveel belang gehecht. Zo heb je voor bepaalde toegangstickets tot ondersteuning je IQ-cijfer nodig. Dat kan een mens voor zijn hele leven tekenen. En het kan mogelijks ook passende ondersteuning en/of onderwijs ontzeggen.

Laten we hopen dat daar dan verandering in komt en er meer gekeken wordt naar bredere invulling van wat begaafdheid is. Want welke begaafdheid je ook hebt, je blijft nog altijd een waardevol radertje zonder welke het maatschappelijk raderwerk onmogelijk kan functioneren.

2 Comments »

  1. Kan dit ook niet mee te maken hebben met eventueel minder sterk ontwikkelde verbale vaardigheden in combinatie met communicatie aspecten van je autisme? Vooraleer het te hebben over EQ.

    Like

  2. Ik heb een IQ tussen de 108 en 118…. ik ben sterk in analytisch, logisch redeneren maar omdat ik niet altijd bewust ben van mijn gedrag kom ik vaak dom over. Begin maar niet over EQ….

    Like

Geef een reactie

Gelieve met een van deze methodes in te loggen om je reactie te plaatsen:

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.