‘Wil je met me trouwen?’
Toen ze kwamen, was John er. Het was halfacht, maar hij was er. Omdat hij niet meer gedrogeerd was, begon hij te doen wat hij wilde en gedroeg hij zich als een autist van hoog niveau, dat wil zeggen, zonder rekening te houden met de gevoelens of wensen van anderen.
Ida stond op om thee te zetten, ik zei dat ik haar zou helpen en toen ik opstond zei John: ‘Wil je met me trouwen?’ Als autist van hoog niveau had hij alleen maar een verlangen uitgesproken, zoals hij altijd deed, en omdat hij niets van tact of discretie wist, niet wist dat deze vraag onder vier ogen wordt gesteld, omdat hij geen normale remmingen kende, en ook geen verlegenheid, en zich niet bekommerde om wat in de wereld gebruikelijk was, had hij die vraag in de aanwezigheid van drie andere mensen gesteld.
Ruth Rendell in Het Labyrint (Bruna Uitgevers, 2015)