Buiten de vakjes … de columniste en de aspergers
Op zich lijkt het heel eenvoudig. Zo lijkt columniste Sylvia Witteman aanvankelijk te bedoelen in haar column die ze vandaag schreef voor De Volkskrant. Zo lijkt het toch ook op televisie. Iemand zegt, tussen de dagelijkse beslommeringen door, dat je autisme hebt. Of dat er iets van is. Een vorm van. Of trekken. Vervolgens ga je op onderzoek uit, en in één twee drie krijg je uitsluitsel. Je hebt het. Of je hebt het niet.
Alleen denk je zelf: nee, dat lijkt te gek. Of zoals de columniste schrijft: Aspergers, die houden toch van buitenissige dingen met getallen, maar slagen er niet in om van iemand te houden. Zeker niet wanneer hun vlees tegen hun patatjes aanhurkt. Of hun erwtjes niet gestapeld zijn. Daar zouden Aspergers namelijk een hekel aan hebben. Die zien hun erwtjes als een project.
Maar dan komt de kat op de koord. Tenminste voor wie van uitdrukkingen houdt. Mevrouw Witteman gaat, net als op televisie, nieuwsgierig op zoek. Zou er iets van aan zijn? Ze vraagt Dr. Google om advies. Haar huisarts hoeft ze het niet te vragen. Die zou haar namelijk vierkant uitlachen. ‘Mevrouw toch, u schrijft in een krant. U schrijft. In een krant. Dat alleen al volstaat als diagnostische test.’ Van een psychiater, laat staan een multidisciplinair team heeft ze niet gehoord. Dr. Google kent geen wachtlijsten, en vooral : die zal je nooit uitlachen.
Dr. Google schotelt haar een ‘Aspergertest’ voor. Vermoedelijk een van de vele variaties op de vragenlijst van Simon Baron-Cohen die op het internet beschikbaar zijn, maar eigenlijk weinig zeggen over autisme. Als ze überhaupt al iets zeggen. In het beste geval geven ze een beeld over je sociale motivatie. En dan nog.
Nu ja, de columniste vult toch maar de vragen in. Domme vragen, vind ze. ‘Geen normaal mens vindt het leuk om naar een druk feest te gaan.’ Wat een domme veronderstelling, denk ik bij mezelf, meer dan de helft van de economie draait erop. En natuurlijk werkt de columniste liever alleen. Of liever, ze schrijft graag in alle rust. Terwijl ze wel voldoende verbeelding heeft om een sociaal leven te verzinnen om in haar werk te laten weerklinken. Ze lijkt ook de details op te merken die anderen niet zien. Terwijl er wellicht een storend detail vlak voor haar neus is dat ze nog nooit heeft opgemerkt. Een plek op de muur, een stuk van de tafel, een tik hier of daar.
Wat er ook van zij, haar gezin denkt alvast wel dat ze niet zo normaal is. Ze schrijft dan ook columns, dat is alvast geen doordeweekse bezigheid. Bovendien geven ze tal van anekdotes prijs waaruit blijkt dat ze eigenlijk behoorlijk … nou ja, geschift is. In die zin dat het allang geen autisme meer kan zijn. Het moet dus iets meer zijn. Iets dat niet in één twee drie bepaald kan worden. Net zoals bij die man op televisie.
Toch voelt zij zich, anders dan die man, die wel eens een idool is genoemd, normaler dan ooit. En gelijk heeft ze. Een test op het internet, in een magazine, zelfs op consult bij een psychologe, kan je maar beter in de context zien. En die context is complex, en niet te herleiden tot één term. Tenzij je natuurlijk een probleem hebt, en een traject volgt, waarbij die ene term slechts een onderdeel is. Op weg naar een oplossing.
Dit is op WAT werkt herblogd.
LikeLike