Spannend, dat is het al … autisme en wachten
Ik was te vroeg, bij de dermatoloog. Zoals wel meer het geval is. Veel te vroeg. Dat komt ervan, vloekte ik tegen mezelf, als de bussen op tijd rijden. Of als je uit gewoonte, pardon door grondige voorbereiding, een half uurtje buffertijd inlast. Een half uur te vroeg ! Op een half uur kan de wereld veranderd zijn.
Vroeger, tot enkele jaren terug, had ik dat al onderweg in de gaten gehad. Dan was ik een halte of twee vroeger afgestapt. Om wat me nog restte aan afstand te voet te doen. Om mijn voorbereiding toch maar niet in de war te sturen. Nu ik wat ouder wordt, en bij enquêtes van de groep 35-44 naar de groep 45-65 ben overgeplaatst, durf ik die voorbereiding wel eens overboord gooien. Om van andermans onverwacht gedrag een winst te maken. Zolang ik het maar overzichtelijk hou, en weet waar ik uit kom, denk ik op zo’n moment.
Anders dan vroeger, toen ik tot wel een uur in de wachtzaal doorbracht, leek het me aantrekkelijker om in het stadspark naast zijn praktijk een bankje op te zoeken. Daar zat ik dan, op zo’n bemost, bescheten en veel te hard bankje in het park. Met zicht op eendjes, duiven, meeuwen, zwanen en ganzen die meteen naar me toekwamen om te kijken of ik wat lekkers bij had. Helaas, dieren, sprak ik hen toe, ik ben iemand die de gemeenteregels naleeft en jullie niet ga voederen, en bovendien veel te graag oud brood lust. Met veel gekwaak, gefladder, gesnater en gekrijs gingen ze elders hun heil zoeken.
Een ideaal moment om mijn tablet boven te halen, de wifi af te zetten en wat notities bij te werken. Liever dan in een prikkelrijke wachtzaal te luisteren naar de herrie van muziekzender MNM, relationele verzuchtingen van medepatiënten of met doodsangst te staren naar posters met pukkels die uitgroeien tot smerige knobbels. Mijn dermatoloog mag dan wel volgens Wisdoc de beste geëvalueerde arts van deze streek zijn, zijn wachtzaal jaagt me wel wat schrik aan.
Om maar te zwijgen van de slogans aan zijn muren: ‘Be the best version of you’, ‘Freeze that f*cking fat away’, ‘Stubborn fat, you can deal with it’, ‘Slim without the suffering’. Toegegeven, er fantastisch uitzien vanuit elke ogenhoek, dat wil toch iedereen? En dun worden zonder af te zien, dat wil ik natuurlijk ook. Zeker als het ‘gegarandeerd zonder downtime‘ is. Maar dat elk ‘pondje door het mondje’ gaat, dat gaat natuurlijk lang niet voor iedereen op. Zoiets beweren tegen iemand die er mollig tot obees uitziet, kan bovendien erg kwetsend zijn. Er zijn natuurlijk mensen die ongezond eten en daardoor bijkomen, maar dat kan je nooit op het eerste gezicht uitmaken. Net zomin als iemand die er ‘gezond’ uitziet dat ook is.
Telkens ik iemand zeg dat ik in dit park wel eens zit, krijg ik te horen dat het soms wel gevaarlijk kan zijn. Onlangs las ik het zelfs nog in een lokale krant. De lokale middenstandsorganisatie waarschuwt op haar website zelfs voor ‘illegalen die ongemerkt in struiken verschuilen’, ‘niet ongevaarlijke dronken kansarmen’ en ‘de kans om streakers te zien opduiken’. Helaas heb ik die groepen daar nog nooit mogen ontmoeten. Ofwel zijn ze allen op de vlucht voor een mogelijks nog groter gevaar volgens die organisatie. ‘Werkloze parasieten die zich voordoen als schrijver of lezer en die denken dat ze gehandicapt zijn’ bijvoorbeeld. Die mag je vooral niet in het park zien.
Intussen kijk ik naar een van de camera’ en bewegingssensoren die ogenschijnlijk verborgen staan opgesteld. Even lijkt ik vanuit de commandokamer ergens ver weg een stem te horen: ‘Hé, Charlie44, daar zit een schrijver’. Als ik even opkijk, is het maar een ouder koppel dat me vriendelijk toelacht. ‘Veel goeie inspiratie, jongeman’ knikt de vrouw en de man vult aan met ‘Wordt het spannend, je roman?’. Ik lach even vriendelijk terug naar hen en antwoordt dan heel serieus: ‘Dat is het al, dat is het al, dank u’.