Tussen voorpret en nagenieten … autisme en plezier

Veel dichter bij elkaar dan goed, veel te licht gekleed voor de tijd van het jaar, veel luider dan geoorloofd, veel gulziger dan beleefd, en vast nog veel meer van dat, zag ik ze daarnet, tijdens mijn dagelijkse wandeling, zitten op een zonnig terrasje op een steenworp van het fris klotsende zeewater. Vier mooie heren en vier knappe dames, aan een goed gevulde tafel, met mosselen met friet, garnaalkroket en witte wijn, die al flink de filosofische toer opgingen. Vanop mijn bankje even verder, zag ik boeken liggen, rookgerief, en kon ik, zelfs met oordoppen in, opvangen dat het ging over in anticipatie of voorpret, consumptie of genieten op het moment zelf of eerder kunnen zwelgen in nagenieten en reminiscentie.
Op de achtergrond probeerde een vioolpartij van Eugène Ysaÿe hen tevergeefs te bekoren. Gelukkig hoefde ik deze mensen niet lang te verdragen. Ik zat maar even op het bankje, om naar de ondergaande zon te kijken. Even later zou ik terug naar huis wandelen, anderhalve kilometer en wat zandheuvels van hier. Anderhalf jaar was het op deze plek het vrij rustig geweest, bij momenten een beetje doods zelfs. Nu hernam het gewone leven zich stilletjes aan terug. Gewoon als in verondersteld druk en vervuld (of vervuild, zo je wil) van verwachtingen. De meeuwen die uit Nederland kwamen aangevlogen om wat friet en ketchup waren er alvast duidelijk niet rouwig om. Mij, mij, mij, … schreeuwden ze om ter luidst.
Een gesprek als dat van de dames en heren op het terras, zou voor mij om meerdere redenen te hoog gegrepen zijn. Voor mij zou eten, drinken en iets zinnigs zeggen in gezelschap moeilijk lukken, of toch zeker niet gelijk. Meestal valt het ‘spreken’ het eerste weg. Zeker als het eten erg lekker is. Zie het dus als een blijk van waardering als ik stil blijf.
Nochtans zou ik wel wat kunnen zeggen over voor – en napret en genieten in het algemeen. Ik heb zelden voorpret, eerder het tegendeel. Het gebeurt, maar het gaat samen met intense emoties en veel onrust.
Nog steeds beleef ik meer plezier aan wat ik beleefd heb (of denk te hebben beleefd) dan aan het denken aan een toekomst. Hoewel de meeste mensen die ik ken terugdenken aan een leuke gebeurtenis net iets minder prettig vinden dan het vooruitkijken. Soms lukt het wel, dat ervaren van voorpret, maar toch zelden, en slechts als ik voel dat ik voldoende voorbereid ben, als ik mij veilig genoeg voel om mijn planning los te laten maar ze toch achter mijn hand te hebben in geval van nood.
Neem bijvoorbeeld het vooruitzicht op een reis. Dat vergt het een en ander van een mens. Zoals kiezen waar je heen gaat, weten wat je daar mag verwachten, hoe je de nodige stappen zet om de reis voorspoedig te laten verlopen … noem maar op. Sommige mensen krijgen daar een goed voorgevoel, zelfs voorpret van. Ze wanen zich al op hun reisbestemming, zien zichzelf in hun verbeelding aan zee of aan het zwembad liggen tussen andere gebruinde lichamen, proeven het heerlijke eten in dat fabuleuze decor, ruiken de bossen en bergen , of bewonderen inspirerende kunst in een galerie, beeldentuin of museum.
Zo zie ik wel eens toeristen aankomen, net van de bus vanop de luchthaven, kreten van bewondering slaken over het uitzicht, verlangend vanuit het raam kijkend, luisteren of ze de zee al kunnen horen, zichtbaar al volop aan het genieten van de voorpret om diezelfde dag al op het terras van hun hotel te kunnen dineren
Anderen, zoals ik, worden door dat alles overweldigd, en willen graag de moeite van vorige reizen recupereren. Ze genieten er meer van dat hun planning goed verloopt dan dat ze genieten van het moment zelf. Het leven rooft al zoveel van onze energie dat er weinig ruimte overblijft om excursies te maken van onze levensweg. We worden al moe van het idee moe te moeten zijn, om elders te gaan rusten. Terwijl we net op het punt stonden te doen wat we al zolang hadden willen doen als we er tijd en energie voor hadden.
Net zoals voorpret, vind ik genieten op het moment zelf niet zo eenvoudig. Soms lukt het wel, als ik opga in momenten, in activiteit voortvloeiend uit mijn talenten of in samen zijn met bepaalde mensen. Meestal ben ik in gedachten teveel elders om werkelijk te genieten. Misschien ben ik al aan het nagenieten, van al die momenten van vroeger of van ooit gefantaseerd die mij dan te binnen vallen. Misschien ben ik nooit echt ergens helemaal, en voortdurend aan het nagenieten, een mysterieuze glimlach op mijn gezicht en een vage, afwezige blik in mijn ogen.
Het gebeurt dus wel eens dat mensen me vragen waarom ik toch zo stil en afwezig ben. Zoals op een maaltijd als die van de dames en heren, die ik vanop dat bankje aan zee kan meebeleven.
Eerst en vooral omdat ik geleerd heb nooit met volle mond te eten. Verder gebeurt het vaker dat ik me zo verslik, en wordt de kans groter dat ik mors of het een of ander (zoals een soepkom met tomatensoep of een wijnfles) omstoot. Als ik niet eet, en veel praat, is de opmerking wel eens ‘lust je het niet?’ of ‘het wordt koud’. En als ik alleen drink, komt er wel eens ‘je hebt vast grote dorst en hebt onderweg elders al gegeten’.
Eten, drinken en luisteren naar wat anderen zeggen, dat kan ik dan weer wel. Het geeft me de kans om een overzicht te krijgen van wat de anderen (niet) denken of (net niet) willen horen. Eenmaal ik geacclimatiseerd ben, lukt het wat beter, ook speelt een volle maag en licht hoofd me dan parten. Je merkt misschien al waarom ik zelden of nooit voor zo’n gelegenheid wordt uitgenodigd.
Mijn beste bijdragen in een gesprek, die komen vaak veel later, als ik weer thuis ben, al in bed lig, vaak al uren, en de film van de voorbije uren zich afspeelt. Op die momenten, in bed, onder de lakens, met mijn ogen dicht, net voor ik vertrek naar dromenland, ben ik uw perfecte gast, gevat en interessant, inhoudelijk diepgaand en verrassend innovatief. Net zoals ik kan vliegen, zwemkampioen en geniaal ben op die momenten. Tot ik weer ontwaak, als gewone sterveling die nageniet.