Woorden als wolken … autisme en taal

Nu het weer weekend is, valt er zoveel te schrijven, en ook zo veel te zien. Ik zou grenzeloos gedachten kunnen ventileren, dwalen in conflicten, gedachten en zorgen. De hele nacht heeft het gedachten geregend, genoeg om de Stille Oceaan te doen blozen.

Of ik zou kunnen ijveren voor meer toegang, een eigen huis, een plek onder de zon, en altijd iemand in de buurt die van je houden kon … je weet wel wat ik bedoel. Of eenvoudigweg even gelukkig kunnen zijn.

Voor al die woorden is er vandaag geen ruimte. Daar is er te veel mist voor. Zowel in mijn hoofd als buiten. Vanuit mijn raam zie ik zelfs de kerktoren niet meer, en dat ligt voor een keer niet aan mijn aftakelende ogen.

Ik twijfel. Zal ik tussen de regels stiekem terug onder de wol te kruipen? Hoewel de wol in mijn geval eerder katoen is. Zou ik dat kunnen, met het geroezemoes van nieuwe kansen, impressies en mogelijkheden onder mijn raam, al die verhalen over hoe prachtig het was, is en wordt? Zou ik dan toch maar beginnen met hartstocht uit te voeren wat gepland staat?

Terwijl ik stilaan weer mezelf vind, met behulp van een kopje koffie of drie, besef ik langzaamaan hoe alles misschien soms ook gewoon goed is. Hoewel van binnen ook steeds mijn eenzaamheid meereist. Hoewel in mijn gedachten een koor van onzekerheid in stilte meezingt.  

Vandaag begint en eindigt, vermoedelijk, met verzamelen. Om te beginnen verzamel ik moed, in flarden. Zachtjes raap ik in stilte gedachten bij elkaar. Af en toe kom ik daarbij ook flarden dankbaarheid tegen. Nu en dan komt de ochtendzon door de mist piepen, en schijnt ze op mijn schaduwkant. Impressie na impressie sorteer ik, afgewisseld met dwalen buiten de lijntjes en versieren van overpeinzingen.

Af en toe kan ik het niet laten de puntjes op de i’s te zetten. Is het trouwens al iemand opgevallen dat er maar één puntje op een i gezet kan worden, dat die uitdrukking gewoon niet klopt? Ah nee, veel te druk waarschijnlijk met ventileren vanachter een scherm en afgeven op vermoedelijke verworvenheden, of op wie ze van dicht of van ver lijkt aan te vallen.

Af en toe kom ik bij mijn liefste even stilstaan. De tijd kriebelt alweer om haar te zien. Soms zou ik de mensen die ik graag heb in het dubbel willen hebben, kunnen samenvouwen en te pas en te onpas even vastpakken, weelderig, even luchtig als romig, gekruid met liefdevolle vriendschap.

Tot het weer tijd is om terug eindjes bijeen te rapen en me proberen te herinneren waar ze nu precies horen, ik laat ze tot ze elkaar vinden losjes liggen in laden die nu al uitpuilen.

Het wordt stilaan duidelijk: vandaag wordt een topdag op vlak van verlangzaming. Een dag waarop ik mij, bij wijze van spreken, stort op die collectie sjaals die ik bezig ben met breien van alle gedachten, beelden en mooie herinneringen aan warme momenten. Tussendoor kan ik misschien de triest die ik achterlaat in de troostdoos aan de deur legen, en kan ik mezelf oefenen in laten zijn wat er is tot wat het wordt.

Wie weet komen we elkaar nog tegen vandaag. Als in een doolhof, trakteer ik je op een blij-maak-blik, maken we samen een ommetje, blazen we elkaars angst uit ons hoofd. Of wie weet groeten we elkaar gewoon, in het voorbijgaan, met stadslichtjes in onze ogen?

In elk geval wens ik je voor vandaag weergaloos goede wind in de zeilen. En zorg dat de kraken je niet te pakken krijgt.

Geïnspireerd door het Instagram-account ‘elkdagzin‘ dat ik graag lees

Geef een reactie

Gelieve met een van deze methodes in te loggen om je reactie te plaatsen:

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.