Drie koeien en een veulentje … autisme en onverwachte omstandigheden

We zitten op de trein. De mensen rondom mij morren. We staan al een tijdje stil. Te midden de velden, met zicht op een merrie en haar veulen en een beetje verder drie bijna synchroon herkauwende koeien.
Niemand lijkt oog te hebben voor het zicht. Begrijpelijk, als je ergens dringend naartoe moet en je weet niet of je er geraakt. Te meer omdat er hier geen ontvangst is, en al zeker geen internet. Iemand achterin de wagon vraagt of iemand weet waar we precies staan.
Niemand, behalve ik, heeft oog gehad voor het stationnetje dat we het laatst zijn voorbij gekomen. Of ze mij geloven als ik het zeg is natuurlijk iets anders. Ik roep de naam van een gehucht. Onzin, daar rijdt sinds jaren al geen trein meer voorbij, denkt iemand luidop. Een ander herinnert zich een politieman die er zich tijdens de oliecrisis onder de trein heeft geworpen.
Nog een ander vraagt zich af waar die gratis flesjes water blijven die de hulpdiensten altijd uitdelen op televisie. Je zal zien dat wij zoiets weer niet krijgen, moppert hij, al die marginalen krijgen dat, maar wij moeten dorst lijden. Straks moeten we te voet gaan naar het volgende godvergeten gat. De drie koeien laten het niet aan hun hart komen. Ze staren naar de trein en herkauwen verder zoals alleen een koe dat kan.
Dan vraagt de conducteur om onze aandacht. ‘Dames en heren, we staan momenteel stil’. Alsof we dat nog niet weten, roept er meteen een misnoegde vrouw. ‘De trein voor ons is geraakt door een fataal personenongeval. We dienen daarom terug te keren naar het vorige station. Daar kan u uitstappen. Binnen een halfuurtje komt er dan een andere trein u ophalen. Ik dank u voor uw aandacht en uw begrip’.
Je zou denken dat er nu stilte volg, maar het is eerder andersom. Enkele werknemers van de spoorwegmaatschappij becijferen onder elkaar hoeveel dit kost aan de samenleving. Een koppel achterin jammert dat ze hun vlucht naar de Malediven niet zullen halen. Ze mopperen zich te pletter: ‘Wie durft het aan om onze duurbetaalde vakantie te dwarsbomen? Egoïsten, narcisten zijn het.’ En verder is er ook een oudere dame die zich luidop afvraagt of ze nog haar zus zal kunnen bereiken voor die vertrekt om haar op te halen op het gewoonlijke eindstation van deze trein.
Het overkomt me regelmatig dat er zoiets gebeurt als ik de trein neem. Om het even op welk traject. Ik ben er intussen op voorbereid. Voldoende water, fruit, kerstomaatjes en gezonde koekjes, een extra batterij, een schriftje en schrijfgerief, een paar boeken, een pakje zakdoekjes en een pijnstiller, … het is mijn overlevingspakket dat ik mee heb in mijn rugzak.
Als ik onderweg ben, met de trein of bus, te voet of met de auto, wil ik immers op zoveel mogelijk voorbereid zijn. Dan heb ik mijn handen vrij voor wat echt onverwacht is. Dit moment bijvoorbeeld. Dan heb ik niet alleen over de reactie of het gedrag van de mensen. Nee, het kan ook iets zijn wat onverwacht positief komt. Zoals dit zicht aan de andere kant van mijn raam in de trein, waar ik nu, volledig zen, van zit te genieten. Tot we weer aanzetten, in tegenovergestelde richting. Dag koeien, dag veulentje, dag merrie. Geniet van jullie dag.
Wat een mooi verhaal , ik ben ook wel een mopperaar maar zou ook na de eerste keer helemaal voorbereid zijn , en mijn kleinzoon heeft dat al voorgehad dat ie te voet naar het volgende station moest lopen , dus zo vreemd is dat niet
LikeGeliked door 1 persoon
Ik heb ook altijd van alles bij me. Bij de treinkaping van 1977 of 1978 dacht ik: en nu altijd een boek mee. Breiwerk. Tegenwoordig heb ik ook altijd de oplader van mijn mobieltje mee. Vestje. Jasje. Enzo enzo. Ik word soms gek van mezelf. Als ik mensen zie die zonder iets rondlopen, denk ik: heerlijk lijkt me dat. Maar toch stouw ik van alles in mijn tas.
LikeGeliked door 1 persoon
Dat is inderdaad hetzelfde
LikeLike
Bij ons heet dat een aanrijding persoon, wat in feite een eufemisme is voor iets anders. Geldt dat hier ook?
LikeGeliked door 1 persoon