Wat helpt autistische werknemers volgens werkgevers om werk te vinden en te houden? … autisme en werk

Een groot deel van de jong(volwassen) autistische personen ondervindt veel drempels om een baan te vinden en te behouden. De reeks uitdagingen waarmee een autistisch persoon mee geconfronteerd wordt tijdens het werk zoeken is niet te onderschatten. Dat ook andere minderheden of mensen in het algemeen het moeilijk hebben, verandert daar niets aan.
Een recent onderzoek vanuit de Academische Werkplaats Autisme trachtte zicht te krijgen op welke succesfactoren en uitdagingen werkgevers aanwijzen om autistische werknemers aan te werven en te behouden.
Vragen die aan bod kwamen in het onderzoek waren onder andere: Wat zou werkgevers kunnen motiveren om autistische sollicitanten in dienst te nemen? Welke uitdagingen ervaren werkgevers? En wat zijn volgens werkgevers de belangrijkste redenen dat autistische werknemers aan de slag kunnen en blijven?
De onderzoekers bevroegen 16 werkgevers in Vlaanderen die één of meerdere autistische werknemers (doorgaans meer dan vijf) in dienst hadden op het moment van het onderzoek. De werkgevers kwamen uit verschillende sectoren (overheid, productie, horeca, entertainment, software, verkoop en onderwijs). De meerderheid onder hen runde een klassiek bedrijf, een minderheid was actief in een maatwerkbedrijf waar aangepast werk wordt voorzien. Het ging meestal over werkgevers van kleine tot middelgrote organisaties of ondernemingen.
De onderzoekers delen hun bevindingen op in motieven van de werkgevers om iemand met autisme in dienst te nemen, de uitdagingen die werkgevers daarbij ervaren en wat de zogenaamde succesfactoren zijn om in dienst te komen en te blijven.
De motieven van werkgevers om een autistische arbeidskracht aan te nemen zijn eerder aan de vage kant
Volgens de onderzoekers kiezen de meeste werkgevers in de eerste plaats mensen die het werk kunnen uitvoeren. Ze kiezen autistische werkzoekenden voor hun kwaliteiten. De werkgever die hen in dienst neemt, is ervan overtuigd dat hun talenten bij de baan passen en ze in de organisatie kunnen meewerken.
Er zijn echter ook werkgevers die iemand met autisme kiezen omdat die autistisch is, vanuit ervaring met autisme vanuit de privésituatie of vanuit hun opleiding. In een beperkt aantal organisaties speelt een beleid van inclusie en diversiteit mee.
De balans tussen te veel en te weinig met autisme bezig zijn blijkt moeilijk voor collega’s en werkgever
Volgens de onderzoekers ontbreekt het werkgevers en collega’s aan kennis en ervaring in het omgaan met autistische werknemers. Vooral de balans vinden tussen niet te veel en niet te weinig ondersteuning blijkt moeilijk.
In een klassiek bedrijf speelt ook nog de marktwerking mee, waarbij aanpassingen vaak als kosten worden gezien. Verder zorgen wrijvingen met autistische werknemers wel eens voor een negatieve sfeer op de werkvloer met menig onderling onbegrip en conflictsituatie.
Tot slot blijkt ook de fysieke werkomgeving aanpassen voor werkgevers niet zo eenvoudig. Die werkomgeving speelt volgens de onderzoekers een belangrijke rol in het vinden en behouden van een baan. De aanpassingen die nodig zijn om dat te realiseren zijn nochtans kleiner dan vaak gedacht.
De onderzoekers zien 6 sleutels tot succes van een autistische werknemer op de werkvloer
- Een positieve organisatiecultuur die denkt in termen van kwaliteiten en kansen, begrip voor anders zijn, openheid en diversiteit, is de eerste sleutel. Uit andere onderzoeken blijkt dit vaak moeilijker dan verwacht door tal van dynamieken en verwachtingen binnen de organisatie of onderneming..
- Heldere communicatie is een tweede sleutel tot succes die vaak onderschat wordt. Dat betekent concrete en expliciete informatie over taken, verwachtingen, gewoontes … Het betekent soms dat je autistische werknemers moet uitleggen waarom iets van hogerhand is beslist terwijl het ingaat tegen hun logische redenering.
- Begrip onder collega’s is een derde sleutel, waarbij concrete en vatbare uitleg over autisme die aansluit bij hun dagelijkse beleving
- De mogelijkheid tot het aanpassen of aansluiten van de baan bij de kwaliteiten van een autistische werknemer is de vierde sleutel. Het betekent echt gaan kijken naar wat de werknemers kunnen, waar ze goed in zijn en wat ze het liefst doen.
- Een geschikte (fysieke) werkomgeving is een vijfde sleutel tot succes, wat al op de eerste dag begint. Het is belangrijk, hebben de onderzoekers ervaren, dat er op de eerste dag al voor een veilige start wordt gezorgd, en de aanpassingen blijvend zijn.
- Een zesde sleutel is aanpassingen en ondersteuning voorzien waar nodig en indien gevraagd. Dat kan bijvoorbeeld een mentor of buddy als vast aanspreekpunt zijn in de organisatie of onderneming om zo vlug mogelijk bij te sturen op de werkvloer. Het inzetten van externe ondersteuning en toegang van jobcoaching (of andere coaching) of benutten van premies moet ook mogelijk zijn als daar nood aan is.
Tot slot enkele kritische bedenkingen
Uiteraard zijn er heel wat kritische bedenkingen te maken rond dit onderzoek en de bevindingen. Het is een kleinschalige bevraging, vermoedelijk door beperkingen aan middelen. Er zijn ongetwijfeld veel meer werkgevers die een groter aantal autistische werknemers tewerkstellen.
Het is positief dat er een variatie aan sectoren is opgenomen maar grotendeels blijven het toch de gewoonlijke namen. Wellicht zijn zij het meest bereikbaar, weten zij precies hoeveel van hun werknemers autistisch zijn of voeren ze een diversiteitsbeleid dat ook autistische mensen inhoudt. Misschien zouden zij net daarom niet bevraagd moeten worden. Misschien sluiten ze daarom net autistische mensen uit, die een diagnose hebben, maar zich niet outen omdat de werkgever hen niet als zodanig erkent.
Misschien komt het daarom ook dat ik op het eerste gezicht geen grote verrassingen en misschien zelfs sociaal wenselijke antwoorden lees. In de uitspraken van sommige werkgevers bemerk ik een zweem van bevoogding, in die van anderen overheerst het economisch belang.
Over de input van autistische onderzoekers en/of ervaringsdeskundigen in het onderzoek lees ik dan weer niets, wat me enigszins verrast, omdat de bedoeling van een AWA toch is dat autistische mensen, bij voorkeur met enige betrokkenheid tot het thema, van bij het begin tot het einde betrokken worden.
Misschien mocht de bevraging dus net iets kritischer, met meer autistische ervaringsparticipatie, meer buiten de platgetrapte paden en concreter. Al vind ik dat er met de gegeven riemen al flink gegroeid is. Nu nog in iets minder bevaarbare wateren, en dan komt het helemaal goed.
Meer informatie over de Academische Werkplaats Autisme en hun projecten kan je vinden op hun website.
Ik spreek voor mezelf. Mijn werkgever weet niet dat ik ass-diagnose heb. Vorige werkgevers hadden het niet kunnen weten, want ik wist het zelf niet. Waar ik vaak op botste, was op assessments bij promoties.
In mijn huidige job heb ik veel autonomie en regelmogelijkheden. Dat is goed voor mij. Maar helemaal geen controle over de fysieke werkomstandigheden op kantoor (teveel licht, teveel lawaai, teveel collega’s, teveel small talk, teveel ‘office politics’, dus ik werk veel thuis).
In mijn professioneel leven, bots ik veel te vaak op communicatie, moeilijk kunnen plannen en organiseren, administratieve rompslomp, nood aan duidelijke deadlines, onbegrip tegenover “beleidsbeslissingen”. Daar kruipt veel van mijn tijd en energie in.
En als ik in iets ben, zit ik er volledig in en verdwijnt al de rest. Daardoor duurt een gesprek met mij soms veel te lang. Maar daarna ben ik weer volledig opgeslorpt door de volgende zaak, en dus ben ik heel slecht in opvolging. (dit alles zal ik nooit zeggen in een functioneringsgesprek, want het is mijn ervaring dat het heel moeilijk is om voor die zaken hulp/begrip/ondersteuning te vinden).
Ik heb al meerdere burn-outs gehad en ze worden erger met de (leef-)tijd. Eigenlijk zou ik deeltijds moeten werken, maar dat kan niet in mijn job.
LikeGeliked door 1 persoon