Wanneer schoonheid mij in verlegenheid brengt … autisme en communicatie

Hoe ik erbij sta, zegt niet alles. Helaas zegt het voor mensen om mij heen blijkbaar veel over mij. Veel negatiefs, lijkt het. Zo kreeg ik onlangs te horen dat ik er steeds ongeïnteresseerd bij sta. Dat ik daarom de indruk geef dat degene die mij aanspreekt waardeloos is. Misschien komt het door mijn oogcontact. Ik zoom vaak uit, mijn blik schiet in de verte, ik lijk niet meer betrokken bij het gesprek.
Nochtans ben ik op zo’n moment net heel aandachtig aan het luisteren, en concentreer ik me op de inhoud van het gesprek, niet op louter esthetische zaken als ogen, mond, neus, oren. Je kan hoogstens van mijn ‘zooming out’ eerder afleiden dat ik vind dat wat je zegt mijn aandacht meer trekt dan je lelijke oren, neus of mond.
Daarom vind ik het zo moeilijk om naar mooie vrouwen te luisteren. De fascinatie voor hun gelaat, hun lichaamsvormen, hun kledij, hun je-ne-sais-quoi … leidt mij te veel af om naar hun, vaak enorm boeiend, verhaal te luisteren. Natuurlijk kunnen die mensen daar niet aan doen, het ligt volledig aan mij (en tegelijk ook niet, ik kan er niet aan doen) dat ik zo afgeleid ben. Als ik onvoldoendes had voor een vak op school, was het niet omdat ik dom was, of niet gestudeerd had. Nee, de kans was groot dat ofwel het vak mij niet interesseerde ofwel dat de lerares of docente, bloedmooi was.
Je zou denken dat ik, als 65% hetero-man, daar bij mannen geen probleem mee heb. Toch heb ik proefondervindelijk gemerkt dat ik ook bij mannen, die ik als esthetisch mooi ervaar, ook dat ‘probleem’ heb. Wat ik wel merk, is dat ik nog maar heel zelden mooie mannen heb ontmoet. Wellicht moet ik veel meer geprikkeld worden om schoonheid te ervaren bij een man dan bij een vrouw.
Die verlegenheid bij autistische mensen wordt, helaas, vaak veralgemeend. Of verlegen mensen worden wel eens autistisch genoemd. Onterecht. Overigens uit dat ongemakkelijk gevoel, niet goed weten wat te doen, zich heel uiteenlopend bij autistische mensen die ik ken. Sommigen worden net heel zenuwachtig, beginnen zotjes te lachen, of gekke tics te vertonen. Zelf sta ik bij wijze van spreken met mijn mond vol tanden en verlies ik mijn verbale vermogen bij de confrontatie van zulke wonderlijke schoonheid.
Daarom zitten mijn liefste en ik naast elkaar voor een goed gesprek, maken we een wandeling, en knuffelen elkaar het liefst in het duister. Verschillende prikkels met elkaar combineren, in het bijzonder fascinatie voor lichamelijke en intellectuele schoonheid en lichaamstaal, brengt mij in de war.
Dat mijn liefste en ik dus goed met elkaar overweg kunnen betekent dus niet dat ik haar een lelijke trien vind. Integendeel. Dat u en ik elkaar al eens ontmoet hebben, we het goed met elkaar konden vinden, er een ‘klik’ was, een goed gesprek, betekent evenmin dat u het archetype van de lelijkheid zou benaderen. Het betekent wel dat we ofwel een kort contact hadden, waarbij ik mijn fascinatie even kon wegmoffelen, ofwel dat uw schoonheid minder indruk maakte dan uw intelligentie en uw respect voor de kloof tussen mijn fysiek en mijn verstand. Beschouw dat dan maar als een complimentje van mijn kant.
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.