Godzijdank is er vandaag weer verse hoop … autisme en hoop

Godzijdank, klinkt het al de hele dag in mijn hoofd. Godzijdank is er vandaag weer hoop. Onder andere. Er is nog veel meer dan hoop. Er is licht. Er zijn boeken. Er is een vriendelijk woord af en toe. Er zijn aanrakingen op de juiste momenten en de juiste plaatsen. Er is hoop dat niets en niemand ongezien is. Ook jij niet, beste lezer.
Godzijdank overigens dat de andere bewoners in mijn gebouw hun stek om ter heetst stoken en ik gratis warmte geniet. De 84 andere bewoners van mijn gebouw noemen deze hoek van het gebouw dan ook ‘den heeten hoek’. En dat is dus niet omdat het er hier wild aan toe zou gaan. Het is hier dus best goedkoop wonen. Al is er wel een stemmetje in mij dat zich afvraagt hoe het hier aan toe gaat als het zomert. Godzijdank hoef ik mij daar nog geen zorgen over te maken.
Godzijdank heb ik een terras dat ook best warm is en tegelijk ook verkoeling biedt, waarop ik stilaan weer de moed vind om boeken te lezen, onder andere over autisme. U denkt misschien: waar blijven die teksten over autisme? dit is toch een autismeblog? en: ik voel me belazerd. Wel, mijn autisme loopt door alles heen, en mijn hoofd is voorlopig nog te gekwetst, zo voelt het toch, om veel theoretische autistische dingen te schrijven, of te reflecteren. Het komt wel terug, intussen zal u het met deze gewone woorden moeten doen, vrees ik. Intussen kan u misschien de duizend en zoveel teksten op deze blog en mijn boeken lezen. Dat zou u al een eindje kunnen zoet houden.
Godzijdank dat ik trouwens goede oordoppen heb want vannacht was er weer flink wat herrie op het pleintje waar ik op uitkijk als ik op mijn breed terras sta. Twee heethoofden vonden het nodig om een demonstratie in vechten te geven, tot bloedens toe. En dat lokt omstaanders, die dan luid ‘bloed, bloed, bloed’ roepen. En voor je het weet is iedereen met iedereen op de vuist. Het herinnert me aan de taferelen toen ik als jongere nog op het College zat. Behalve dat de snoodaards van leerlingen dan wel eens rond een denkbeeldig gevecht stonden te roepen, zodat de leerkrachten die toezicht hielden kwamen en vervolgens uitgelachen werden. Vooral omdat er elders op de ‘speelplaats’ gedeald werd.
Godzijdank trouwens dat mijn liefste de cursus EHBO bij het Rode Kruis heeft gevolgd. Gisteren, zo hoorde ik vanochtend, belde er iemand de hulpdiensten maar kwam te weten dat ze niet meteen konden komen omdat ze niet voltallig waren. ‘Probeer het eens bij een andere zone’, klonk het. Godzijdank dat het mij niet overkwam. In dit dorp blus je best zelf je brandje of hoop je dat er iemand in je de buurt de eerste zorgen kan toedienen.
Godzijdank dat ik, met de angstmedicatie, stilaan weer functioneer en zelfs weer een beetje kan slapen. Het is weliswaar een paardenmiddel maar mijn systeem reageert al op 1/100ste van de minimumdosis, dus weinig kans aan gewenning volgens mijn psychiater. Ik reageer nogal snel op homeopathische hoeveelheden van bepaalde medicatie, terwijl ik op een overdosis van andere medicatie nauwelijks reageer. Godzijdank zijn er nog psychiaters en hoef ik dat soort medicatie niet over te laten aan mijn huisarts.
Godzijdank dat er even verderop een boerderijtje is, met kippen en geitjes, met konijnen en schapen, want het geeft me troost om de natuur te horen als ik opsta.
Godzijdank hebben ze geen tractor of strooien ze geen mest over de velden, want het is eerder een kinderboerderij, en soms komen de bewoners van de voorziening voor ‘matig tot diep oligofrenen’ ook eens langs. Tegenwoordig worden die natuurlijk anders genoemd, iets van ‘mensen met een verstandelijke uitdaging’ maar in de verbeelding van de dorpsbewoners lijkt er nog niet veel veranderd.
‘Kon iemand maar voor hen spreken, de sukkelaars’, hoor ik Warren van onder mij zuchten op zijn terras. Ik weet niet hoe hij heet, maar hij gelijkt sprekend op Warren Buffet, dus ik noem hem zo. Zo gaat het ook met andere bewoners, die ik intussen elk een bijnaam heb gegeven. Hun namen staan weliswaar vermeld op hun postbus, maar als hen opzoek op het internet, blijken ze elders te wonen. Hoe dat kan, weet ik niet, en wellicht gaat het mij ook niet aan. Godzijdank.
Godzijdank staat er op ons domein, in een uithoek, een kapelletje van een onbekende Heilige.. Daarachter stroomt een vaak stinkende gracht die nu stilaan overvol is van de regen. Aan de overkant van die gracht, en de prikkeldraad, staan de paarden van de manege, nog verderop enkele koeien, een paar gigantische windmolens, en dan de omheinde parking van snelweg naar het Zuiden. Waar af en toe transmigranten in vrachtwagens proberen mee te glippen richting beschaving.
Godzijdank hoef ik alleen op mijn fiets te springen, de brug over de snelweg te nemen en een tiental kilometer later zie ik ze, de beschaving, het strand, de zee en, vooral, de eindeloze verte. Godzijdank is er vandaag weer hoop.
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.