‘Waarom wordt isolatie steeds zo negatief gezien?’ … autisme en levensstijl

Photo by Paola Chaaya on Unsplash

In haar lange mail aan mijn blog schrijft Brigitte, een autistische lezer, dat ze het erg vind dat isolatie nog steeds in een slecht daglicht wordt geplaatst. “Vroeger was het de normaalste zaak van de wereld dat mensen zich terugtrokken om ongestoord te kunnen werken, of gewoon om tot zichzelf te komen. Tegenwoordig wordt je bijna opgenomen in de psychiatrie als je wat teveel op je kamer doet wat je graag doet. Hoe komt dat toch dat isolatie, volgens mij met alleen je gedachten worden achtergelaten – in godsnaam een wijdverspreide trope is voor ongelukkig zijn?”, vraagt ze zich af.

Om te beginnen gebruik je isolatie, en dus afzondering als iets wat je vrijwillig doet om rust te vinden of je te kunnen concentreren op iets. Er zijn ook veel mensen, inclusief autistische mensen, die afzondering soms wel positief vinden maar het toch ook vaak eerder als een isolement zien, een negatieve bijklank, iets dat niet gekozen is, maar eerder gedwongen, of omdat ze geen keuze hebben. En dan heb je inderdaad veel mensen die zich afvragen waarom mensen zich afzonderen, en zich wel eens bezorgd tonen, de ene al meer dan de andere.

Het klopt ook dat de meeste mensen afzondering eerder als een isolement zien, als een negatieve vorm van afzondering dus. Volgens mij zijn daar verschillende redenen voor.

De voornaamste verklaring is volgens mij de wijdverspreide eeuwenoude aanname dat mensen sociale wezens zijn die hun levenslust halen uit samen leven. Of zoals een oude Griekse filosoof ooit zei: de mens is een samenlevend wezen dat sporadisch eventjes alleen moet zijn, maar vooral niet te lang, of hij krijgt de kolder in de kop. De meeste mensen hebben volgens veel wetenschappelijke onderzoeken een natuurlijke neiging tot sociale omgang of vinden verbinding en verbondenheid vaak het belangrijkste in hun leven. Wanneer ze afgezonderd zijn, voelen de meeste mensen, niet allemaal maar toch een grote meerderheid, gevoelens van eenzaamheid of het gevoel van onthechting van inlevingsvermogen en het samen bestaan. Ze kunnen weliswaar op hun restant sociale kracht teren, en die aanvullen door te kijken naar foto’s of filmpjes van geliefden, maar het mag allemaal niet te lang duren. Als het langere tijd duurt, voelt het als een verlies, aan een reden om ongelukkig te zijn.

Naar het schijnt zouden vooral autistische mensen en borderliners daar minder last van hebben. Volgens mij hangt dat af in de mate dat bijvoorbeeld autistische mensen zich aangepast hebben of een sociale persoonlijkheid hebben. Er zijn ook autistische mensen die isolatie al snel als een isolement beschouwen, en niets liever dan gezelschap opzoeken, zij het vaak om andere reden dan niet-autistische mensen. Als niet-autistische mensen zich beginnen af te zonderen, vinden ze dat vaak verdacht omdat mensen met minder goede bedoelingen zich ook afzonderen om plannen te beramen. Het nadeel van zich afzonderen is immers dat je aan de sociale controle ontsnapt.

Een andere mogelijke verklaring van de negatieve bijklank van afzondering, is dat bij veel mensen die afgezonderd raken de negatieve gedachten of gevoelens die in de sociale omgang onderdrukt of genegeerd werden volop opduiken en hen tergen. Er zijn volgens mij relatief weinig mensen die alleen kunnen zijn met hun gedachten en na korte tijd niet emotioneel verontrust, ongelukkig of verdrietig worden. In het verlengde daarvan raken ze sneller verveeld en ontevreden.  Een derde mogelijke verklaring is dat mensen die alleen zijn met hun gedachten sneller verveeld of ontevreden raken en daardoor hun productiviteit en inzetbaarheid voor de gemeenschap verliezen. Daarom bestaat er, bij uitstek in onze samenleving, een stigma rond alleen zijn of geen actief sociaal leven hebben, wat kan leiden tot schaamte of het gevoel ontoereikend te zijn. Wat dan weer leidt tot zich ongelukkig voelen en uiteindelijk ongelukkig zijn.

Zelf vind ik het niet zo moeilijk om me tevreden te voelen met alleen zijn, maar ik voel ook wel de druk van bepaalde delen van de samenleving om dat tegen te gaan, alsof het iets tegennatuurlijk zou zijn. Ik probeer ook redelijk vaak buiten te komen, tussen de mensen, om bepaalde van mijn sociale vaardigheden niet af te leren of te vergeten.

Overigens vind ik lang niet alle vormen en mate van isolatie even positief. Het zijn ook zeker niet alleen autistische mensen die aan afzondering doen. Misschien zijn autistische mensen meer geneigd of hebben ze meer deugd van sociale isolatie (zich af en toe terug trekken en bekomen van contact met anderen) of psychologische isolatie (zich mentaal afsluiten om zich te concentreren, en intens bezig zijn met een interesse). Of ze daar op langere termijn goed mee doen, betwijfel ik, want ik merk dat het moeilijker wordt om contacten te maken als ik langere tijd niet met mensen heb omgegaan. Het is voor elke autistische persoon om daar een goed evenwicht in te vinden, en je niet al te veel aan te trekken van mensen die te bezorgd zijn, maar hun bezorgdheid proberen te begrijpen, en daar gepast op te reageren.

Zelf ben ik veel meer bezorgd om de groeiende groepen mensen die zich cultureel of ideologisch isoleren, door weinig interesse te tonen in andere gewoonten of tradities of weinig open te staan voor andere standpunten en overtuigingen. En dan heb je natuurlijk ook nog de grote groepen mensen die technologisch geïsoleerd (verstoken van computers, smartphones, sociale media of internet) of arbeidsmatig geïsoleerd (steeds maar gericht op werk zonder andere bezigheden). Dat is volgens mij veel zorgwekkender dan sociale en psychologische isolatie van autistische mensen. Tenminste als ze die als positief ervaren. In het andere geval is het eerder isolement, en een heel andere situatie, die ik liever niemand, autistisch of niet, toewens.