‘Wat te doen met een autistische medeleerling die denkt dat hij gepest wordt?’ … autisme en pesten

Af en toe krijg ik ook vragen van mensen die op het eerste gezicht weinig voeling hebben met autistische mensen, autisme of de autismegemeenschap. Zo schrijft Zeno, zeventien jaar, dat hij een autistische medeleerling heeft die volgens hem een probleem heeft. Hoewel hij er ook bij vermeldt dat ook hij een probleem heeft.

“Mijn klasgenoot Jip denkt dat hij gepest wordt maar we lachen gewoon een beetje met zijn vreemd gedrag. Nu moeten we van de directeur met de hele klas een weekend op bezinningstocht om met Jip te leren omgaan. Een beetje moeilijk, want ik zie helemaal geen probleem. Het is ook jammer want ik had net dat weekend afgesproken met enkele knappe grieten om naar een keitof feestje te gaan. Hoe kunnen we hem duidelijk maken dat we hem helemaal niet pesten, maar dat hij zich ongelooflijk aanstelt? Ik zie net dat ik kan vragen stellen op jouw blog. Misschien weet jij raad?”

Fijn dat je mij die vraag stelt, Zeno. Minder fijn dat je met iemands gedrag lacht, of het vreemd vindt. Misschien vind Jip jouw gedrag ook vreemd, maar lacht hij er niet mee op de manier dat jij dat doet. Hoe het ook in elkaar zit, of om ‘gewoon grapjes maken’ of om pesten ga, doet er hier volgens mij niet toe. Het is vooral belangrijk dat Jip jouw manier of jullie manier van omgaan als onwenselijk, onaangenaam en schadelijk heeft ervaren. Of een bezinningstocht in een weekend organiseren het beste antwoord is in jullie situatie, weet ik niet. Het is wel een poging om jullie duidelijk te maken dat je beseft dat dit niet kan, dat je in gesprek komt met Jip en tot het besef komt dat Jip even volwaardig tot jullie klasgroep behoort als iedere andere leerling.

Aangezien jij, voor zover ik weet, niet autistisch bent, heb je een aangeboren aanleg om je te verplaatsen in de schoenen van mensen. Zelfs als het niet meteen klikt met hen. Ook als je denkt dat ze zich om een of andere reden vreemd gedragen. Probeer dus te bedenken hoe je zou willen dat anderen jouw behandelen als je in zijn situatie zou zijn.

Verder is een goede stap dat je, bijvoorbeeld tijdens dat weekend, met hem probeert te praten en te luisteren naar hoe hij de situatie ziet, zonder hem te willen overtuigen van je eigen gelijk. Besef dat het lachen met zijn gedrag kwetsend kan zijn, ook al is het misschien niet zo bedoeld. Als je dat zelf niet zitten, vraag dan om hulp van een leraar, mentor, begeleider, of vertrouwenspersoon die bij jullie gesprek aanwezig is.

Tot slot vind ik het belangrijk dat je bij het proberen om de plooien glad te strijken geen negatieve etiketjes gebruikt, of hem beschuldigd van aanstellerij. Het is volgens mij ook niet nodig om te verwijzen naar zijn autisme. Als Jip zijn autisme heeft openbaar gemaakt in de klas, is dat een teken dat hij jullie vertrouwt, en wil dat jullie die term autisme niet gebruiken om hem te kwetsen. Bedenk dat je later, als je gaat werken of verder studeren, veel autistische mensen zal tegenkomen, die misschien zelfs zullen beslissen over hoeveel je verdient of dat je in een bedrijf of organisatie al dan niet aan de slag kan. Probeer te leren uit deze jammerlijke situatie met Jip, en behandel hem met hetzelfde respect en begrip als ieder andere mens, of je die nu graag hebt of niet, in je omgeving.