‘Waarom zijn autisten zo gefascineerd door treinen?’ … autisme en interesses

Bepaalde stereotypes over autistische personen blijven hardnekkig de ronde doen, en komen op blogs, in artikels geschreven door autistische auteurs en op fora iets minder aan bod dan andere.
Zo gaat er geen dag voorbij of er verschijnt wel een artikel rond de empathie kwestie: in welke mate hebben autistische mensen empathie en in welke mate ontbreekt het hen eraan? Het is niet toevallig dat vooral vrouwelijke autistische auteurs daarover schrijven. Over fascinatie of obsessie of intense interesse, wat op een hoopje wordt gegooid maar wat volgens mij niet hetzelfde is, wordt er veel minder geschreven en gesproken. Dat gaat immers over mannen en jongens met autisme, en daar schrijven vrouwelijke bloggers of auteurs nu eenmaal niet over. Sommige blogs lijken zelfs het etiket ‘alleen voor vrouwelijke autisten’ te dragen. Op mijn blog is dat alvast niet het geval, ik probeer het hele genderspectrum, de volledige genderdiversiteit aan te spreken. Of liever, ik schrijf gewoon vanuit mezelf.
Tanya, een niet-autistische studente, vraagt me of ik een verklaring heb waarom autisten zo gefascineerd zijn door treinen. ‘Dat hoorde ik tenminste in de les over autisme, van een ervaringsdeskundige autistische man. Een van de kenmerken van autisten zou namelijk zijn dat ze een intense interesse hebben en daar helemaal in opgaan. Een voorbeeld daarvan waren treinen. Deze man was niet alleen hoofd van de plaatselijke modelbouwclub en behept met Märklin-treinen, maar had zelfs een ‘echte’ stoomlocomotief gekocht. Samen met een paar vrienden was hij al een paar jaar bezig die stoomlocomotief, ‘The Duckman’ genaamd, in oorspronkelijke staat aan het herstellen. Ik had al vaak gehoord over de herstelbeweging, maar zijn verhaal gaf een heel andere dimensie aan de betekenis van ‘herstellen’.’
Als ik voor een groep studenten, ouders of andere mensen mijn verhaal doe, vertel ik ook over mijn intense interesses, maar ik vertel er wel telkens bij dat het gaat over mijn autismebeleving en mijn situatie, en dat iedere autistische persoon die in mijn plaats zou staan iets anders zou vertellen over zijn of haar interesses. Net zoals ik erbij vertel dat wat werk of heeft gewerkt bij mij als oplossing voor bepaalde situaties, niet noodzakelijk werkt of zelfs het tegengesteld effect geeft voor andere autistische mensen.
Een eerste reactie op je vraag is dat het er volgens mij niet gaat m welke interesses iemand met autisme heeft, maar hoe h/zij die interesses beleeft, hoe h/zij er tijd aan besteed en prioriteit aan geeft in zijn of haar leven. Autistische mensen hebben elk hun intense interesse die ook kan wisselen in hun leven. Het gaat daarbij wel eens over technische zaken, maar eigenlijk kan het om het even wat zijn. Het is eerder de manier waarop iemand ermee omgaat en welk effect dit heeft op zijn of haar tijdsbesteding, verzorging en sociale contacten die ingeval van autisme een rol speelt. Of dat idee heb ik toch.
Iemand die een autistisch persoon horen vertellen heeft over zijn of haar obsessie met treinen, en denkt dat alle autistische mensen opgaan in treinbezigheden, interpreteert dat verhaal te autistisch, en veralgemeent onterecht. Het is net die veralgemening die vaak schade toebrengt, ook tussen niet-autistische mensen onderling trouwens. Ook al bezondig ik mij er ook wel eens aan, helaas.
Mensen die denken dat alle autistische mensen geobsedeerd zijn door treinen, denken bij autisme helaas vaak vooral aan jongens met weinig sociale vaardigheden, die je niet in de ogen kijken en moeite hebben met lichaamsbesef. Toch kan een obsessie met treinen ook voorkomen bij mensen zonder autisme, en zijn er autistische mensen, zoals ik, die hoegenaamd niets op hebben met treinen, of mechaniek in het algemeen. Voor mij is een trein een transportmiddel dat me brengt van station A naar station B, en om allerlei redenen (zoals onvoorspelbaarheid, overprikkeling, plotse communicatie door de conducteur die plots opdaagt) vaak stress veroorzaakt.
In de voorbije autismegeschiedenis zijn er heel wat pogingen gedaan om dat idee dat autisten gefascineerd zouden zijn met treinen te verklaren. Treinen zouden symbolisch kunnen zijn voor iets anders en zouden fungeren als een manier om onbewuste emoties te uiten. Een andere verklaring is dat treinen een gestructureerde, relatief voorspelbare en gestructureerde omgeving bieden die relatief op schema rijden en vaste routes volgen, ook al is dat wellicht niet gebaseerd op de realiteit van het openbaar vervoer in ons land. Een meer plausibele verklaring, volgens mij, vertrekt uit de fascinatie voor details en patronen, technologieën en systemen. Zo zijn er een aantal autistische kunstenaars die ervan houden deze details, zowel van de treinen zelf als van het net van spoorlijnen, weer te geven in hun kunst.
Tot slot vind ik het belangrijk om te onthouden dat intense interesse in treinen op zich geen kenmerk is van autistische mensen, maar dat de manier waarop en de effecten van omgaan met de interesse (bijvoorbeeld treinen) belangrijker is om iets te leren over autistisch denken. Net zoals evengoed jongens als meisjes, mannen als vrouwen, een treinobsessie kunnen hebben. En om af te ronden, aan mij hoef je over treinen alvast niets te vragen, ik weet er evenveel over als over het positieve effect van de term supercalifragilisticexpialidocious op de dynamiek van intieme verhoudingen van Britse koppels in het begin van de twintigste eeuw.
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.