Meer dan een schermpjestuurder … autisme en ict
Mensen met autisme zijn vooral goed in het testen van software en spelen van computergames. Dat lijkt stilaan doorgedrongen tot in het collectief onbewuste. Toegegeven, het zal nog een paar generaties duren vooraleer het in ieders dromen opduikt. Maar ondertussen wordt er toch geen moeite gespaard om het te veralgemenen.
‘We zijn nog iets meer dan computergebruikers’
Het zou natuurlijk leuk zijn mocht er ook nog bij verteld worden dat mensen met autisme nog iets anders kunnen. Zoals administratief of technisch assistent zijn, (groot)ouder, mantelzorger, zelfhelper, werkbegeleider, klusjesman in een school, arbeider, ervaringswerker, klerk in een gemeente, elektricien, arbeidsgeneesheer, priester, psycholoog, leerkracht, zelfstandig handelaar, kunstenaar, personeelsmedewerker, politicus, bibliothecaris, honden trimmen, verkoper in een telecomwinkel, slager(in), verzorgende in een tehuis voor ouderen, landbouwer, kinderoppas, soldaat en ga zo maar door.
Natuurlijk is niet ieder beroep voor iedere autist geschikt, maar het autisme zelf sluit (bijna) niets uit. Wel diverse andere factoren, teveel om op te noemen. Maar als het aan de communicatie van bedrijven als Passwerk ligt, zijn we als autist voorlopig blijkbaar vooral softwaretester. Gelukkig weten andere organisaties dit enigszins te nuanceren. Alleen ontbreekt het hen soms aan marketingkracht om daartegen op te kunnen.
En we zitten ook niet de hele dag op schermpjes te staren. Of toch?
Ook in de vrijetijdsbesteding doemt het beeld van de gamende autist op. Als ik ergens ga spreken en zeg dat ik amper game, dan wordt al bedenkelijk gekeken en gezegd: “Ja maar, ben jij wel “een echte”, ben je wel zeker dat je autistisch bent? Of versta je die games niet?”. “Computergames zijn toch de meest autismevriendelijke vorm van vrijetijdsbesteding?”
Anderen geven me dan weer een schouderklopje en zijn benieuwd naar het geheim van een schermpjesloos leven. Maar, zeg ik dan direct, ‘heb ik gezegd dat ik zonder schermpjes leef? Helemaal niet. Zonder mijn laptop, zonder sociale media, zonder mijn blog, zonder mijn smartphone, zou mijn leven er veel op verarmen’.
Waarop een diep gezucht klinkt bij de andere kant. De hoop op iemand ontmoet te hebben die vrij was van virtueel leven, vervliegt in het niets. ‘En we zouden zo graag hebben dat hij/zij nu eens van dat kloteding wegkwam en bij ons kwam zitten?’ Mijn reactie daarop is meestal: vertrek vanuit zijn of haar passie, de computer, daarin merk je na een tijdje dat die de zelf gezochte oplossing is om wat er voordien last bezorgde.
Games geven sommige mensen met autisme veel negatieve stress
Zelf game ik zelden of niet. Er is ook geen nood aan. Dat wil dus niet zeggen dat een heel stuk van mijn tijdsbesteding niet naar computertaken gaat. Maar ik probeer er wel iets creatief mee te doen. Door blogs te schrijven. Door te communiceren via sociale media, ook is het tegenwoordig bon ton daar hautain op neer te kijken. Of door ervaringen uit te wisselen op community’s (zoals die van de Vlaamse Vereniging Autisme) of andere fora.
Als anderen dat kunnen via games, vind ik erg positief. Mijn vriendin, die veel slimmer is dan ik, en op de eerste rij stond toen er bij de conceptie autisme werd uitgedeeld, houdt erg veel van gamen. Ze zegt dat ze ermee tot rust komt en haar verstand ontwikkelt. Zij speelt allerlei spelletjes op de Nintendo DS of de Wii. Denk -, reken – en mysteriespelletjes dan wel. Voor gevechtsspelletjes hoeven we maar het dagelijkse journaal op te zetten. Ook race-games zijn te druk. Daar steun ik haar in, iedereen is nu eenmaal anders. Ze houdt ook van veel televisie. Daar hou ik ook van, maar dan alleen ’s avonds en niet overdag.
Het kan ook met Brickbreaker, Tetris of Pacman
Zelf ervaar ik bij de meeste games echter enorm veel negatieve stress. Dat hoeft niet bij anderen zo te zijn. Die hebben misschien een andere zenuwstructuur (en een andere leeftijd) dan ik.
Een hoge beeldfrequentie, spanning en impulsen tot competitiviteit, veel te veel keuzes te maken per minuut, felle kleuren, irritante geluiden … kan ik in elk geval niet meer verdragen dan er al zijn in het dagelijks leven.
De meeste games vind ik ook ontzettend ingewikkeld. Misschien is het omdat ik al van leeftijd ben, maar meestal moet ik er zoveel bij nadenken dat ik er een punthoofd van krijg. En hoofdpijn.
Als ik dan toch eens game, dan speel ik het liefst Brickbreaker (als ik moet ergens moet wachten) of Tetris (blokjes op elkaar plaatsen) of Pacman. Eenvoudige spelletjes voor een eenvoudige mens. En misschien ook wel al van de oude doos.
Geen strijd om het scherm of de afstandsbediening bij ons thuis
Zoals we beiden heel uiteenlopende smaken hebben van games, is dat ook zo op vlak van televisieprogramma’s. Dat is natuurlijk wel meer zo bij koppels. Die lijken dan vooral een psychologische oorlog te voeren of lijdzaam te staren naar iets wat ze niet graag zien of gewoon het huis uit te gaan. Rare mensen toch.
We hoeven gelukkig niet te strijden of te vluchten. We hebben immers beiden televisie en elk meerdere bakjes. Ik heb namelijk de neiging met die dingen te gooien of erop te staan (gewoon uit onhandigheid overigens). Aan andere schermpjes, zoals werken aan de laptop of met een gsm omgaan, heeft mijn vriendin wel een hekel. Mocht er bij ons een gemeenschappelijke laptop zijn (het idee alleen al is weerzinwekkend), dan zou ik daar dan ook geen gevecht voor moeten leveren.
Terwijl mijn vriendin naar tekenfilms of veel te spannende series of films (zoals Harry Potter) kijkt, kan ik dus rustig naar Das Philosophische Quartett of naar series als The Bridge, Castle, Bones of NCIS kijken. Al dan niet op de dvd-speler.
Virtueel bowlen als autismevriendelijke vrijetijdsbesteding
Samen spelen we af en toe eenvoudige Wii-spelletjes zoals “Mario & Sonic” op de Olympische Spelen. Samen of afzonderlijk kunnen we ons ook eindeloos amuseren met sporten op de Balance Board van de Wii (steppen, lopen, raften, skiën, tennis en bowlen).
Dat bowlen bijvoorbeeld vind ik nu toch wel een mooi voorbeeld van een autismevriendelijker toepassing dan de ‘live-variant’. Voornaamste voordeel is dat we ons niet moeten verplaatsen en geen vreemd gezelschap rond ons hebben. Er is bovendien meer mogelijkheid om licht, geluid, temperatuur en duur te optimaliseren.
Diverse vormen van werk maar ook vrijetijdsbesteding
Daarnaast is er natuurlijk nog een heel spectrum aan vrijetijdsinvulling. Toen ik mij nog verveelde, lang geleden, heb ik samen met de orthopedagoge die mij toen begeleidde een lijstje gemaakt van 100 dingen die ik kon doen, en de omstandigheden die daarvoor nodig waren (klimatologisch, tijd van het jaar, dag van de week, …).
Van die lijst zijn televisie kijken, knuffelen met mijn vriendin, wandelen in de natuur, boeken lezen, doelloos surfen, sociale media bekijken en tekstjes schrijven op mijn blog de belangrijkste. Zoals je merkt is er in mijn vrijetijdsbesteding geen sociale dimensie. Daar heb ik gewoon geen energie meer voor over.
Harry Potter vind ik nog wel gaan.
Ik moest wel eens met het hele gezin naar Batman de donkere nicht, of zo iets. Ze zeiden dat het voor boven de 16 was, dus dat zou moeten kunnen gezien mijn toenmalige leeftijd van achterin de dertig.
Welaan, ik heb er nachtmerries van gehad. Dus die leeftijdsgrens geloof ik niet meer.
Ik was niet de enige die niet tegen die film kon, geloof ik. The Joker heeft er zelfs een eind aan gemaakt daarna. Die had ook Asperger. Zoveel is duidelijk.
Verder over die games; Ken je Sitris? Dat heb ik werkelijk duizenden uren gespeeld. Benevens Blakestone. Een 2-dimensional shooter. Het kostte mij veel tijd om door al die gangen heen te komen. Toen ik eenmaal door had hoe het werkte, bleef ik de game herhalen. Het gangenstelsel en de bijbehorende monsters werden steeds vertrouwder.
LikeLike
Hokjesdenkers! “Jij bent een autist dus jij speelt games.” Wat vind ik het prachtig om die mensen in hun hokjesgedachten onderuit te halen.
Een vriend van mij kwam bij mij voor het eerst over de vloer en verwonderde zich over mijn tv. Waarom ik zo’n ouderwetse beeldbuis had en niet zo’n grote platte. Nou, omdat ik mij weinig interesseerde in tv kijken. Heb je wel eens gekeken wat er op een gemiddelde avond aan hersenloze inhoud op tv word uitgezonden?
Zo had ik ook een keer een vriendin die er als fotomodel (volgens haar pasfoto) vandoor kon. Op mijn werk waren ze verbaasd dat ik een vriendin had. “Heb je dan een foto om te laten zien?” Nou, ze waren verbaasd: “Ja, dat geloof je zelf niet zeker!?”
“Ik heb straks een afspraak met haar als je mij niet geloofd, ze komt me ophalen.”
Haha, ik weet zeker dat ze hun ogen de kost hebben gegeven, de keer daarop waren ze er vol lof over. Tegen andere collega’s: “Heb je zijn vriendin al eens gezien? Wow!”
En zo zijn er nog wel meer voorbeelden te noemen.
Het grappige is, doordat men jou niet meer in een hoekje kan plaatsen, weten ze niet wat ze van je kunnen verwachten. Jij creëert het beeld en ze worden nieuwsgierig naar je. Ze willen meer weten, je bent tof en hebt een eigen mening.
LikeLike