25 V 2014
Met mijn mooiste kleren aan, identiteitskaart in de hand, maken we er vandaag een mooie uitstap van. Met alle bewoners van het flatgebouw – negen – zijn we op weg naar het stemlokaal. Gelukkig is er een aangenaam zonnetje en wat frisse wind. Ideaal op deze dag van de democratie.
Voor de verandering is het stemlokaal elders dan bij andere verkiezingen. In een ander deel van de stad, in een ander gebouw, … het duurt wel even voor we het vinden. Het roept ook wel wat angst op bij de oudste mensen in de groep, die niet al te goed te been zijn.
Gelukkig ben ik als autist van de groep goed voorbereid en heb een plannetje afgedrukt vanop het internet. ‘Als jij er niet was, waren we met het busje moeten gaan. We zouden wat bekijks hebben gehad, zeg, maar nu komen we zoals iedereen.’
Maar geen nood, we maken er een groepsbeleving van. Jong en oud, met in ons hoofd elk in een ander deel van het politieke spectrum. We proberen elkaar niet te overtuigen, we zijn al murw geslagen door politici die op elkaar en/of op bepaalde bevolkingsgroepen in de samenleving inhakken.
Bij het stemlokaal staat een lange rij wachtenden. Gelukkig zijn er genoeg stoelen voorzien, een zitbal en wat (politieke) lectuur. Meteen krijgen de ouderen assistentie aangeboden. En een glaasje water. Een vriendelijke dame biedt ons ook cake aan. Zelfgebakken beweert ze, maar als cake-specialist herken ik toch de smaak van een bekend supermarktmerk. Toch valt weer het eindeloos geëmmer, geklaag en gezeur van vijfenvijftig plussers op. Bijvoorbeeld op wie ze gaan stemmen: op kippen of op eieren. Ik lijk aan dat soort uitspraken maar niet te wennen.
Ook een cameraploeg van een grote commerciële televisiezender is er om de grote opkomst te filmen. Al is het wellicht eerder voor het politieke kopstuk dat hier straks zijn stem zal uitbrengen en meteen al mag antwoorden op onzinnige vragen als ‘met wie gaat u in de coalitie’ of ‘kiest u dit keer voor een termijn oppositie’. Waarop niet anders dan onzinnig antwoord kan volgen.
Stilaan nadert het grote moment. We schuiven voorbij de bijzitters en de voorzitter van het stemlokaal. Die ons vriendelijk en behulpzaam ons ‘golden ticket’ geven. Hier wordt al elektronisch gestemd, dus geen gepruts met gigantische stembrieven. Alleen al het openvouwen van dat papier kostte me vorig keer veel tijd én blauwe plekken.
Een vriendelijke bijzitter toont me nog eens hoe ik best moet stemmen. Hoe de stemcomputer werkt, en wat vooral niet te doen. Toch prachtig dat ik zonder label, gewoon op basis van mijn gedrag en uiterlijk, zoveel assistentie krijg.
Op de vraag voor welke partij ik moest stemmen kon hij me (natuurlijk) niet helpen. Rest mij alleen nog alle kandidates op de lijst van voorkeur aan te klikken, het reçu dubbel te vouwen, te scannen, in de stembus te deponeren, en het bewijs van mijn stem af te halen.
Na een exitpoll te hebben beantwoord vertrekken we weer, in groep, naar huis. Op ons gemakje, en genietend van het zonnetje. Fier op ons bewijs van alweer een geslaagde uiting van ons burgerschap. Met als surplus: een avond zonder televisie (want alleen cijfertjes en gefilibuster) en een wandeling in de natuur.