‘Jantje is autist’
‘Ik heb twee krentenbollen, dokter’. ‘Wat zeg je?’ ‘Ik heb twee krentenbollen daar beneden’. ‘Ik begrijp je nog steeds niet’. ‘Ik heb sinds een paar weken bulten op mijn ballen. Komt dat door het scheren, dokter? Anders scheer ik ze gewoon niet meer, hoor? Is het door het scheren? Is het door het scheren?’ Tegenover me zit Jantje, en Jantje is autist. Zoals altijd is hij recht voor zijn raap. Hij is twee meter lang en twee meter breed. Meer een Jan dan een Jantje dus. Ook zijn gevangenisleven maakt hem allerminst een lievertje. Maar toch mag ik hem.
Rutger Verhoeff in Wat denkt u, dokter?: verhalen van een jonge huisarts (Thomas Rap, 2015)