‘Girls with autism’ (Canvas) … een kijkverslag
Meisjes met autisme zijn het mooist als ze zichzelf zijn, en, haast nog belangrijker, als je er één hebt gezien, is die onvergelijkbaar met anderen. Het zijn maar twee wijsheden uit de Britse kostschoolserie ‘Girls with autism’ (‘meisjes met autisme’) op de Vlaamse televisiezender Canvas.
Een kostschool naar Engels model, in het groen, met uniformen in het blauw, met strenge regels. Een plek waar al wie elders niet meer terecht kan wordt naartoe gestuurd. Soms zelfs van 400 kilometer ver. Een verlaten oord waar ze voorbereid worden op ‘de harde maatschappij’, waar ze vooral hun eigen strategieën om zichzelf te zijn of om te gaan met stress moeten verlaten en inruilen voor aangeleerde trucjes.
Zoals wel meer voorkomt, hebben deze meisjes niet enkel met autisme maar een fruitsla aan bijkomende stekeltjes. Zoals echte stekelvarkentjes zetten ze regelmatig hun speldenkussen op of trekken zich terug in hun gelijk. Als gevolg van overbelaste hersenen, opborrelende emoties waarmee ze geen weg weten en allerlei lichamelijke en hormonale sensaties.
Het beeld dat deze kostschoolserie geeft van autisme, moet uiteraard met een flinke pak zout worden genomen. Net zoals elke film die er al is verschenen met een of andere link met autisme. Net zoals het programma van Louis Theroux dan enige tijd geleden werd vertoond. Er is geen ‘juiste’ beeldvorming, vermits de beste manier om zich een beeld te vormen over autisme is met mensen met autisme zelf en hun omgeving in contact te komen. En uiteraard zijn de ‘toestanden’ in deze serie een realiteit, maar wel een die de stereotypering bevestigt en bevordert, en helaas geen nieuwe beelden aanlevert. Terwijl mensen met autisme, elk vanuit hun eigen situatie, en hun ouders dat net net zo broodnodig hebben.
Zo vertrekt het programma, zoals tegenwoordig vaak het geval is op televisie, van een visie waarin een individu met autisme voorgesteld wordt als een ‘speciaal geval’. Een speciaal geval dat zichzelf ofwel overstijgt, in de normaliteit of in savant-vaardigheden excelleert, ‘superprestaties’ op een of ander specifiek gebied levert of net ‘getemd moet worden als een wild dier’ (woorden uit de serie). In de serie letterlijk ‘een dossier’ dat in een bepaalde periode moet ‘maatschappijklaar’ gemaakt moet worden.
Waarom dit beeld aantrekkingskracht blijft uitoefenen bij kijkers, programmamakers en de media in het algemeen?
Het verontrust niet, het schept veilige afstand, en het is ook moeilijk om als ‘neurotypische’ (verondersteld normale) kijker of lezer jezelf of iemand in je omgeving erin te herkennen. Terwijl er in het bedrijf of de overheidsdienst van die kijkers voor, naast en achter hen wellicht iemand werkt die ofwel autisme heeft ofwel iemand met autisme van dichtbij of van in de familie kent. Niet altijd met een formele diagnose weliswaar. Al denken sommige mensen na de serie vast dat dit helemaal geen autisme is maar gewoon pathologische moeilijkdoenerij.
Daarnaast zegt ‘Girls with autism’ eigenlijk weinig of niets over autisme of wat je kan doen om beter samen te leven met mensen met autisme zelf. Het is voor leken zoals u en ik immers niet mogelijk te zeggen wat we aan autisme mogen linken, welk gedrag het gevolg is van andere verklaringen, wat te maken heeft met medische-lichamelijke beperkingen en wat eventueel heeft te maken met de emotionele en verstandelijke ontwikkeling.
Voer voor verwarrende beeldvorming in overvloed dus. Te meer omdat er zoveel meer meisjes (en jongens) met autisme zijn die in minder beschermde omgeving onderwijs volgen, en,samen met hun ouders en leerkrachten, een heel ander programma zouden kunnen vullen. Meisjes en jongens die deze blog misschien lezen, en denken ‘oh jee, krijgt die serie met die idioten alweer aandacht op een blog?’.
Enkele positieve elementen zijn er gelukkig ook. Zo wordt af en toe ook thuis bij de meisjes gefilmd, en worden zowel ouders, meiden als jongens met autisme en begeleidend personeel in beeld gebracht.
Met heel wat herkenbare reacties voor mij als persoon met autisme. Zowel in het niet praten (selectief mutisme), overlevingsstrategieën om met de te hevige dagelijkse realiteit om te gaan als allerlei gedrag dat logisch is als je autistisch denken kent, maar gepsychologiseerd wordt door personeel dat zichzelf ‘in constante oorlogsvoering’ waant.
Tijdens het kijken had ik veel meeleven met de meisjes, die zich geweldig inspanden en moest ik bij momenten ontzettend lachen om de absurditeiten die anderen zeiden. Ook in de jongens die veel meer compensatievaardigheden hadden (veel minder zichzelf waren) was veel herkenbaars. Uiteraard met de nodige reserve, want door montage kan veel vervormd of betekenisloos worden.
Kortom, het begin van een goede serie om te tonen in een opleiding orthopedagogie of psychologie, maar volgens mij minder geschikt voor een breder publiek en om het huidige stereotype beeld van mensen met autisme (kinderen, jongeren, volwassenen als ouderen) bij te stellen naar hoe het is in het dagelijks leven. Ik blijf alvast hopen op beterschap.