Een wereldreis op mijn manier …

Toeval

Zoals een vissersboot die haar eerste reis maakte, helemaal opgetut, zo stond zij daar, op het perron, klaar voor haar ‘maidentrip‘ naar de kleine universiteitsstad, uitgewuifd door een tiental familieleden, alsof ze nog niet meteen terug zou komen. ‘Bel je eens vanuit het station als je bent teruggekomen?’ riep moeder nog, want er stond nogal wat wind. Ze had tranen in de ogen, van de wind, de goedkope make-up , ontroering en verdriet samen. ‘En heb je kleingeld mee?’.

Zij zeeg met een diepe zucht neer in de eersteklas zetel tegenover mij.  De deuren sloten, en ze wierp nog een laatste blik naar buiten, waar haar familie de wegrijdende trein bleef volgen. Vader, moeder, broer, oom, tante, neef, nicht en zelfs oma in rolstoel en opa met rollator … ze wuifde met enige tegenzin terwijl ze hen stilletjes aan zag wegglijden uit het decor. Terwijl we door het openstaande raampje hoorden hoe een voertuig – later bleek dat van hen – zou weggesleept worden, wenste het boordpersoneel ons een aangename reis.

Net als ik was zij op weg naar het verre Oosten van ons landje. Nog wat verder was je in Limburg, maar voor ons was dat al het buitenland.  Voor de rest was alles anders. Nog voor de trein op kruissnelheid was, haastte ze zich naar haar koffer, en ging zich op het toilet omkleden en herschminken. Ze vertrok op kamers, naar wat haar alma mater zou worden, als eerste in haar familie, en dus was er in haar twee zware rolkoffers genoeg om een wereldreis te maken.  Toen ik dat laatste opmerkte, keek ze even op, glimlachte breed en zei: en misschien ga ik dat ook gewoon doen. Op mijn manier.