1000 vragen aan jezelf #20
Nummer twintig in de reeks van 1000 vragen aan jezelf-blogs. Of ik vaak initiatief neem. Aan welk huisdier ik goede herinneringen heb. Of er genoeg op mijn spaarrekening staat. Of ik altijd blijf wonen waar ik nu woon. Of ik gevoelig ben voor kritiek. Of ik bang ben voor iemand die ik ken. Of ik vaak tijd voor mezelf neem. Waar ik het laatst een slappe lach om had. Of ik tien minuten over iets zou kunnen praten waar ik voorheen nog niet over gepraat heb. En als er drie beeldschone, naakte vrouwen voor me zouden staan, welke van de drie zou ik dan kiezen en wat heeft dit volgens mij met economie te maken.
191. Neem je vaak initiatief?
Ik neem voortdurend initiatief, al wordt dat vaak niet zo gezien. In een groep mensen neem ik zelden het initiatief, omdat ik heb gemerkt dat mijn initiatief bijna steeds tegen de groepsgeest inging, en dus eerder verloren energie was.
192. Aan welk huisdier heb je goede herinneringen?
Aan mijn eerste hond die ik had en aan de momenten met de kat die er nu is.
193. Staat er genoeg op je spaarrekening?
Iets anders beweren dan dat er nooit genoeg op mijn spaarrekening staat, zou ik oneerlijk of onzinnig vinden.
194. Blijf je altijd wonen waar je nu woont?
Dat is koffiedik kijken. Het kan verbeteren maar kan ook verslechteren. Als het even kan zou ik me graag verbeteren, en rustiger wonen, maar dan ook weer niet te landelijk.
195. Ben je gevoelig voor kritiek?
Het ligt eraan om welke kritiek het gaat en hoe ze wordt overgebracht. Als iemand kritiek levert maar enkel platitudes spuien is, of geen respect toont, vind ik het nonsense. Als kritiek echt iets bijbrengt, dan ben ik er dankbaar om.
196. Ben je bang voor iemand die je kent?
Dat is een moeilijke vraag, omdat ik vooral bang ben voor wat ik nog niet ken van mensen die ik denk te kennen, dus het onverwachte.
197. Neem je vaak tijd voor jezelf
Tijd voor mezelf neem ik bijna nooit, die krijg ik meestal van de mensen waarmee ik tijd doorbreng.
198. Waar had je het laatst de slappe lach om?
Dat gebeurt regelmatig, meestal om situaties of mensen die te absurd zijn, maar ook wanneer ik op dat moment heel zenuwachtig ben, en iets maar niet wil lukken.
199. Zou je tien minuten kunnen improviseren over iets waarover je nog nooit hebt gepraat?
Of dat ik het zou kunnen is groot, of ik het zou willen veel kleiner, maar de kans dat ik het zou doen zou afhangen van enorm veel factoren die buiten de vraag vallen.
200. Als er drie beeldschone, naakte vrouwen voor je zouden staan, wie van de drie zou je dan kiezen? En heeft dit iets te maken met economie?
Dit is zo’n absurde, aanstootgevende vraag dat ik moeilijk anders kan dan veronderstellen dat ze opzettelijk provocatief is om mijn denkstijl op de proef te stellen. Ik ken iets van economie en zou de Amerikaanse econoom George Akerlof kunnen aanhalen die zegt dat keuzes binnen de economie ook bepaald worden door irrationeel gedrag en niet-economische motieven. Zoals vertrouwen of wantrouwen, (on)redelijkheid, corruptie, geldillusie en confabulatie. Dan zou ik kunnen zeggen dat mijn keuze wordt bepaald door de schoonheid of andere kenmerken die de mensen uitstralen. Een alternatieve uitleg zou gaan in de richting van hedonistische prijszetting of van een ervaringsgoed dat ik enkel kan kennen als ik het heb. Maar dat is natuurlijk allemaal niet relevant hier, omdat het gaat om mensen – geen slaven of dingen – waarover ik in geen geval in economische termen wil spreken. Mijn antwoord zou dus ‘geen van de drie’ zijn. Al zou ik wel zodanig onder de indruk zijn van de dames dat ik amper zou kunnen antwoorden.