Het mondmasker … autisme en voorwerpen in mijn dagelijks leven

 

(c) Sam Peeters

 

De voorbije twee maand is het hier relatief stil geweest in huis. Of minstens, er is geen bezoek geweest. Behalve van mijn liefste en onze kat, maar die wonen onder hetzelfde dak. Binnen een maandje zal dat veranderen. Dan komt de huishoudhulp terug, en dat vergt enige organisatie. Ze wou eerder al terugkomen, maar dan zonder beschermingsmaatregelen die haar werkgever verplichtte. Een belangrijk element  daarin is, behalve afstand houden en handschoenen dragen, het mondmasker. Dat draag ik tegenwoordig alleen als ik naar de supermarkt of naar de slager ga. Overal dus waar ik mensen wil beschermen voor mijn vermoedelijke Covid19-besmetting.

Uit bezorgdheid voor anderen

Een mondmasker draag ik immers niet om mezelf te beschermen. Dat is uit bezorgdheid voor de mensen om me heen en ook mensen die ik niet ken, en als andere maatregelen (zoals fysieke afstand houden) niet mogelijk zijn. Ik had al gedacht aan een stroomstootwapen of een wandelstok met een scherpe punt, maar mijn menslievendheid bleek uiteindelijk toch te groot.

Op straat mag het volgens het politiereglement trouwens niet. Tenzij het niet mogelijk blijkt anderhalve meter tot andere voetgangers of fietsers te laten. Dat verbod is intussen dode letter geworden, aangezien slechts 5% van de bevolking blijkt te weten hoeveel anderhalve meter precies is. De meeste mensen in ons taalgebied tonen hun goede wil, maar komen tot een afstand van 20 tot 120 cm. Ik denk dat het geen domheid is, maar vooral een overdosis vertrouwen, naïviteit misschien, in de eigen mogelijkheden om de gezondheid van een ander te kunnen op het zicht te kunnen beoordelen. Het is datzelfde vertrouwen dat leidt tot stigmatisering of discriminatie van mensen met hulpmiddelen of een onzichtbare handicap.

Ik sluit natuurlijk niet uit dat er mensen zijn die heel graag Covid-19 zouden krijgen (en denken dat het een griepje is). Het is dezelfde doodswens die bepaalde mensen rücksichtslos het zebrapad doet opstuiven of een gevaarlijk kruispunt in één ruk doet oversteken. Het meest veilige is volgens mij tot het einde van dit jaar zo min mogelijk met dit soort mensen in contact te komen en telkens je er een tegenkomt indien mogelijk de straat oversteken, of je mondmasker opzetten. Wie op het voetpad iemand van een ander gezin kruist is immers niet goed bezig.

Een mondmasker maken, dat is Chinees voor mij 

Toen de mondmaskers een maand of drie geleden, rond begin maart, in ons straatbeeld opdoken, was dat voor mij (en waarschijnlijk voor anderen ook) flink wennen. Het boezemde me een zeer ongemakkelijk gevoel in. Een gevoel dat schommelde tussen angst en walging. In mijn kindertijd ben ik veel in het ziekenhuis beland, en af en toe in steriele omgevingen moeten verblijven, waar ik veel mondmaskers zag. Kortom, een mondmasker gaf me niet meteen een goed gevoel.

Dat veranderde toen mijn liefste anderhalve maand geleden begon met zelf mondmaskers te maken. Zij deed dat omdat ze die nodig had voor haar werk, thuis bij kwetsbare personen, en er onvoldoende voorradig waren.  Mijn liefste is autodidact in naaien, en heeft zichzelf in geen tijd geleerd hoe zulke dingen te maken. Daar sta ik nog steeds versteld van. k heb me daarbij beperkt tot het kiezen van een motiefje en het aanbrengen van hapjes en drankjes.

Raak je gefrustreerd als mensen zeggen dat het zo simpel als iets is om die dingen te maken? Niet nodig, vind ik. Het zelfs voor mijn liefste niet zo eenvoudig als het lijkt. Voor mensen die zo onhandig zijn als ik, is het gewoon tovenarij. Zeker als je de uitleg op websites als ‘maak je mondmasker’ ziet. Een cursus Mandarijn of een kookcursus bij tv-kok Jeroen Meus zien er voor mij nog minder Chinees uit dan een handleiding om mondmaskers te maken.

Een goede kwaliteitsvolle, zachte en ademende stof, daar begint het mee

Wij kozen voor een stof waar we geen irritatie of allergische reactie van kregen, waar kleurtjes of motieven in beschikbaar waren, en die wasbaar waren op 90°. Een goede stof kiezen is een kunst op zich, vergt wat zoekwerk en is iets duurder. Als filter kozen we een dampkap-filter of een filter uit onze stofzuiger. Als het even meezit ontvangen we voor het jaareinde ook een filter van de overheid. Ook al beperk ik het gebruik van een filter, en laat ik onze voorraad vooral voor mijn liefste, die ze gebruikt op haar werk.

De specialistische maskers (ffp2 of ffp3) of chirurgische maskers zijn dus niet aan ons besteed. Ze irriteren niet alleen vreselijk, bemoeilijken het ademen maar zijn ook enorm onhandig en lelijk.  Vooral omdat je ze, eenmaal opgezet, niet meer kan afzetten zonder dat ze onbruikbaar worden en dus weggeworpen moeten worden. Mensen die zo’n masker blijven dragen, of op hun kin houden, maken zichzelf iets wijs. Ik heb ook te doen met mensen die zulke dingen op hun werk verplicht moeten dragen. Een tijd hebben we ook gedacht aan sjaals dragen, maar dat blijkt meestal te warm en vooral onhandig om op de juiste plaats te houden.

Uitdagingen bij het dragen van een mondmasker

Het dragen van zo’n mondmasker vergt voor mij heel wat uitdagingen. Een mondmasker met elastiek vergemakkelijkt het opzetten, maar het kriebelt of knelt wel achter mijn oren. Er zijn intussen ook modellen die rekening houden met zintuiglijke irritaties, bijvoorbeeld met een band tegen het achterhoofd. Als je vaak communiceert met mensen die grotendeels je mimiek vertrouwen, zijn er ook mondmaskers waarbij je mimiek nog zichtbaar blijft. Die zijn iets moeilijker te maken, maar het helpt bijvoorbeeld dove mensen.

Telkens ik mijn mondmasker heb afgezet, meestal vlak na het verlaten van een winkel of doktersconsult gaat het terug in het ziplock-zakje (of ander hygiënisch zakje). Eenmaal thuis gaat het in de wasmand om te wassen als er een aantal vuil zijn. Mijn liefste en ik hebben intussen een twintigtal mondmaskers zodat we maar om de twee à drie dagen de stofjes wassen of koken.

Een grotere uitdaging is voldoende adem te krijgen, en geen paniekaanval te krijgen met zo’n ding op. Een goede kwaliteit van stof, met een iets duurdere soort katoen, heeft dat voor mij verbeterd. Vandaar dat de specialistische mondmaskers of chirurgische maskers voor mij dus niet mogelijk zijn. Als je dan ook nog een bril draagt, zoals ik, kan het zijn dat die bril bedampt. Op het internet zijn daar al tal van tips voor te vinden, maar zelf schuif ik de stof niet over maar tegen de onderkant van mijn neus. Dat beschermt iets minder, maar doet, minstens mijn bril, minder bedampen.

Tot slot : deel van het nieuwe normaal en voor de volgende lockdown in november

Uiteraard heeft iedereen een andere motivatie om een mondmasker al of niet te dragen. Het belangrijkste blijft voor je eigen hygiëne te zorgen door handen goed te wassen en fysieke (en dus geen sociale) afstand te houden. Voorlopig volstaat dat. Tot de vermoedelijk volgende lockdown eind november. We zullen ze dus voorlopig nog niet hoeven op te bergen na de zomervakantie.  Of we willen of niet, ze zullen vermoedelijk behoren tot het nieuwe normaal.

1 Comment »

Geef een reactie

Gelieve met een van deze methodes in te loggen om je reactie te plaatsen:

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.