De zeven van Shaffy … autisme en leven

Zing, vecht, huil, bid, lach, werk en bewonder, zijn volgens de krant De Standaard zeven levensmotto’s van de Nederlandse zanger Ramses Shaffy in een lied dat ook vandaag nog inspireert. De Standaard gebruikt het als aanvulling van een reeks interviews over veerkracht, verlies en verlangen. Met zicht op zee in de verte, op veilige afstand van slierten strandgangers, heb ik hieronder een poging gedaan mijn invulling van de zeven van Shaffy weer te geven.
Zing
Als ik thuis ben, staat er zelden muziek op, maar zing ik wel eens een eigen liedje. Tenzij ik ervoor ga zitten en luister. Als ik met iets anders bezig ben, meestal routinematige klusjes, zing ik. De muziek componeer ik in mijn hoofd, de tekst is een eigen kromtaal, waarvan de inhoud veilig verborgen zit in schijnbaar onzinnige woorden. Meestal vertrekt het vanuit een liedje of muziekstuk dat opborrelt tijdens de vaat doen, een tekening maken, stofzuigen of dweilen. Ook tijdens het scheuren en scannen kan ik volledig opgaan in een van mijn composities. Dat zingen doe ik enkel op mijn eentje, hoewel ik wel al eens in groep heb gezongen. Waarschijnlijk is het niet aan te horen wat ik uit, maar ik vind het leuk om te doen, en in mijn oren klinkt het even goed als de beste vertolking op de radio of in een concertzaal. En dat is voor mij wat telt.
Vecht
Vechten doe ik minder dan vroeger, maar als het aankomt op doorzetten, ondanks een mogelijk verlies of slechte afloop, ben ik behoorlijk vechtlustig. Meer dan vroeger probeer ik selectief te zijn als het op vechten aankomt. Dat betekent niet dat ik meer berust, wel dat ik me niet zo vaak laat provoceren tot vechten, omdat zoiets enkel tot energieverlies leidt die ik voor andere noodzakelijke gevechten nodig heb. Volharding en doorzettingsvermogen kunnen meer schade aanrichten dan ik vroeger dacht.
Huil
Als ik huil, is het bij ervaringen van verlies en frustratie, van herkenning en erkend worden maar ook van uitputting. Het gebeurt regelmatig dat ik huil, en daar ben ik blij om, maar het komt zelden voor in publiek. Niet omdat ik me schaam, maar omdat ik me geremd voel in gezelschap. Meestal gebeurt het dus op mijn eentje of bij mijn liefste. Het gebeurt daarentegen wel dat mijn ogen spontaan beginnen te tranen, ook als er niets te huilen valt. Uitleggen dat het te maken heeft met kunsttranen, de wind of een allergische reactie heeft dan vaak weinig zin.
Bid
Als kind heb ik veel gebeden, maar dat is verwaterd tot ik enkele jaren geleden ernstig ziek werd, en nergens terecht kon. Het enige wat dan helpt, behalve pijnstillers, is op zo’n moment de liefde van mijn liefste en mijn ouders en bidden. Ik heb toen de kracht gevoeld die mij in leven heeft gehouden. Nu bid ik nog elke avond, dank ik voor de voorbije dag en vraag ik een goede nacht voor wie het moeilijk heeft, voor mijn liefste en mijn ouders, en voor een nieuwe dag. Voor mij is dat vooral een ritueel om met onzekerheid tegenover de gevolgen van voorbije dag en de onzekerheid van de nacht en wat daarop volgt in iets constructiefs te gieten. Al geef ik toe dat ik steeds meer bid voor anderen dan voor mezelf.
Lach
Lachen heeft bij mij bijna nooit de betekenis die anderen eraan geven. Als ik lach, kan het zowel gaan om zenuwen, om verlegenheid, om boosheid zelfs, maar niet zo vaak omdat ik blij ben. Als anderen lachen, kan me dat evengoed doen huilen, maar ook stil doen worden. Als ik merk dat er een verschil is tussen lachen en de indruk die ik van iemand opvang, wordt ik daar de ene keer bang en de andere keer boos van.
Werk
Werken zie ik als actief zijn, iets maken of bijdragen, of het nu voor anderen is of niet, een functie heeft of niet. Ik wil het dus niet enkel zien als het scheppen van economische meerwaarde onder gezag in functie van groei en winst. Werk zie ik als iets maken van je leven, met als neveneffect producten en diensten die anderen kunnen van pas komen om dat ook te doen. Ik ben daar van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat mee aan de slag.
Bewonder
Ik moet eerlijk toegeven dat bewonderen, met eerbiedige vrees hoge waarde toekennen aan iemand of iets, mij niet niet zo goed afgaat. Het is meestal iets waar ik niet de vinger op kan leggen. Er zijn eigenschappen die ik graag zou hebben, die ik mis, maar ze hebben meestal ook een mindere kant die mij opvalt en die bewondering in de weg staat. Als iemand bij mij bewondering los maakt, heb ik de neiging dat te zien als een signaal dat er iets mis is, dat ik die persoon beter mijdt. Ik vind waardering geven, net als waardering krijgen, heel belangrijk, en nodig, maar hou me ver weg van bewondering.