Elk geluk begint met in beweging komen … autisme en geluk

Streven naar geluk is wat mensen met en zonder autisme verbindt, maar het begint met in beweging komen. Dat is de centrale boodschap in een Engelstalig artikel rond Autisme en Geluk van dr. Peter Vermeulen (Autisme Centraal, Autism in Context) in ‘Autism Advocate and Parenting Magazine’.
Het artikel geeft een mooi overzicht hoe hij autisme en geluk ziet en welke strategieën hij voorstelt. Via de website ‘Autism in Context’ kan u het artikel lezen. Wat hierna volgt is niet meteen een letterlijke vertaling, maar een tekst die geïnspireerd is door het artikel vermengd met eigen reflecties.
Het is eigen aan mensen om naar een vreugde – en betekenisvol leven te verlangen. Een gelukkig leven betekent uiteraard niet noodzakelijk een probleemloos leven. Geen enkel authentiek leven bestaat immers zonder lastige uitdagingen en moeilijke momenten.
Gelukkig leven komt zowel voort uit het erkennen van die uitdagingen en er positief mee aan de slag gaan, als uit leren en groeien van elke nieuwe hindernis die zich aanbiedt. Geluk is een neveneffect van harmonieus proberen te leven met je eigen leven, met je beperkingen en je mogelijkheden en de toestanden waarin je geworpen bent.
Zoveel mogelijk mensen die we graag zien gelukkig maken
Het liefst willen we zoveel mogelijk mensen die we graag hebben, of het nu ouders of kinderen of geliefden zijn, zo gelukkig mogelijk zien. Elk probeert dat op zijn of haar eigen manier. De ene kust of knuffelt vaak, de andere koopt nu en dan een geschenkje, er zijn mensen die brieven of teksten sturen of een portret schilderen, nog een ander kookt en bakt een feestmaaltijd, en van ver of van dicht willen we laten weten dat we het beste voor hebben. Maar wordt die ander daar wel gelukkig(er) van? En hoe wordt iemand dan wel gelukkig(er)?
Gelukkig leven is heel wat meer dan een opeenvolging van momenten van zich goed of beter voelen. Zowel directe vreugde en plezier als het een waardevol leven te leiden terwijl je er bij mag zijn, beïnvloeden in sterke mate of je in je leven geluk ervaart. Het is even belangrijk dat er zowel aan plezier als aan betekenis aandacht wordt besteed, in de opvoeding van kinderen en in de omgang met mensen die je graag hebt. Hoewel gezinnen met autisme dagelijks veel uitdagingen ervaren, is het toch mogelijk dat zij geluk ervaren als het gezin, en meer in het bijzonder het kind met autisme, in harmonie leert leven met zichzelf.
Ongrijpbaar idee, dat geluk
Voor mensen met autisme blijft geluk vaak een ongrijpbaar idee. Sommigen met autisme vinden het zelfs onmogelijk, en vinden autisme en geluk onverzoenbaar. Dat welzijn, en geluk in het bijzonder, doorgaans moeilijk objectiveerbaar zijn, niet in getallen of natuurwetten te vatten, heeft daar waarschijnlijk iets mee te maken. Geluk gaat veeleer over een gevoel van voldoening over langere tijd, waarin er ook momenten van verdriet en vertwijfeling zijn.
Ook als je wil weten hoe het gesteld is met het geluk van je kind, je partner, je (groot)ouder of je cliënt met autisme, is dat niet zo eenvoudig. Veel mensen lijken een aangeboren neiging te hebben vragen te stellen als ‘hoe gaat het?’ of ‘hoe was je dag?’, maar die vragen zeggen mij eigenlijk weinig of niets. Sommige mensen met autisme weten niet wat te antwoorden (of zeggen ‘goed’) terwijl anderen de hele dag beginnen aflopen, met een eindeloze opsomming van details als gevolg. Bovendien kunnen dit soort vaak een vertekend beeld geven, bij jong en oud met autisme. Zo kan iemand beginnen over een of twee negatieve ervaringen in een verder best wel positieve dag, wanneer die ervaringen recent en/of ingrijpend waren.
Het kan helpen om te vragen naar wat er goed ging vandaag, of, als het verbaal minder vlot gaat, een geluksmeter aan te bieden, waarop het kind of de persoon met autisme kan aanduiden hoe plezierig de dag was, eerder dan de nadruk te leggen op boosheid of frustratie. Niet elke dag zal even plezierig zijn en elk leven heeft zo zijn momenten van frustratie en boosheid. Een goed en betekenisvol leven heeft echter ook momenten waarop het goed gaat, geluksmomenten. Het is belangrijk die met foto’s en woorden bij te houden. Dit helpt om die geluksmomenten later te kunnen herinneren en op te roepen als alles ongelukkig lijkt te zijn.
Vier strategieën die kunnen helpen om geluk te stimuleren
Volgens Peter Vermeulen zijn er een aantal strategieën die kunnen helpen om geluk te stimuleren, zoals bewegen, ontspannen, routines, positieve stimuli en een gevoel van zich ergens thuis voelen. Zo helpt beweging, bij voorkeur buitenhuis, om even weg te zijn van de gebruikelijke zittende activiteiten (gamen, tv-kijken, bloggen, sociale media) en het stimuleert ook tot een positiever gemoed.
Het zou ideaal zijn mocht beweging ook meteen ontspannend zijn, eerder dan schermpjesvertier, hoewel het een het ander niet uitsluit. Ontspanning werkt ook beter als het een verband heeft met een interesse of passie. Net zoals beweging en interesses kunnen ook routines ontspannend werken. Een routine kan bijvoorbeeld een ochtend – of avondwandeling zijn, bijvoorbeeld met de hond, langs twee verschillende routes om uit te kiezen.
Behalve een avondwandeling kan ook een positief overzicht aan het einde van de dag helpen om tot ontspanning te komen. Dat overzicht kan verbaal, maar ook in een tekening, met foto’s of op een andere niet-verbale wijze gebeuren. Het kan leiden tot een boek met alle leuke, positieve en verrassend goede momenten die ooit de revue passeerden. Af en toe hierin terugbladeren kan soms ook helpen om de dag positief af te sluiten.
Laatst maar zeker niet in het minst, komen geluk en innerlijke harmonie vooral voort uit een gevoel van ergens thuis zijn, er te mogen zijn, er bij te mogen horen zoals je bent. Het is belangrijk, zowel voor ouders als voor anderen die zeer nauw betrokken zijn bij iemand met autisme, om hen te verzekeren dat ze er mogen zijn in hun leven. Dit geeft een besef van erbij te horen, bij een familie, een klas, een team, een groep collega’s, een vereniging, enzovoort.
Daarbij is het belangrijk dat iemand met autisme van jongs af aan kansen krijgt om deel te nemen aan de samenleving, met zijn of haar sterktes, op zijn of haar eigen manier. Zo kan iemand met autisme zijn of haar verantwoordelijkheid blijven opnemen en zich inzetten in waar hij of zij goed in is, of het nu (vrijwilligers)werk is, steun bieden aan anderen met autisme of zich inzetten voor goede doelen, … waarin hij/zij verder gelukkig kan leven.
Ook zorgen voor je eigen geluk, als nauw betrokkene bij iemand met autisme
Tot slot is het, zoals Peter Vermeulen terecht aanhaalt, ook belangrijk dat je als nauw betrokkene, als bevoorrechtte communicator, als (groot)ouder, als partner of zielsverwant, broer of zus, … ervan bewust blijft dat je alleen het geluk van degene(n) met autisme kan bevorderen als je je eigen geluk niet verwaarloost.
Dat alleen het geluk van de ander jouw geluk betekent, is vaak geen goede of helpende houding. Zorg je wel voor voldoende (lichamelijke) beweging? Maak je voldoende tijd voor ontspanning? Heb je helpende gewoontes en routines in je leven? Heb je positieve gesprekjes met degene met autisme die je dichtbij hebt? En ervaar je voldoende een gevoel van erbij mogen horen?
Misschien is het dan tijd om je licht op te steken bij anderen in jouw situatie, hoe zij dit aanpakken, en elkaars positieve ervaringen te versterken. Of je kan natuurlijk ook mijn ervaringen over mijn weg naar een ‘gelukkig leven’ nalezen in mijn boek ‘Autistisch gelukkig: positief leven met autisme’, dat overigens nog steeds verkrijgbaar is.