‘Heb je ooit gedacht dat je jouw autisme ontgroeid was?’ … autisme en ontwikkeling
Nog steeds zijn er heel wat mensen, met of zonder autisme, die hard op zoek zijn naar wat zij ‘hoop’ noemen, maar misschien beter onder de noemer ‘genezing’ past. Ik lees regelmatig mailtjes waarin me gevraagd wordt om meer aandacht te besteden aan ‘hoopvolle berichten’.
Het gaat dan bijvoorbeeld om de publicatie van een artikel waarin beweerd wordt dat een of andere chemische stof zorgt voor autisme, en dat een of ander wondermiddel kan zorgen voor de ‘systeemreiniging’. Of iemand stuurt me het dringend verzoek om toch eens oog te hebben voor de heilzame invloed van het dagelijks gebed.
Al kan het ook een verhaal zijn van een autistische man die van zijn autisme is verlost nu hij verhuisd is naar een bijna onbewoond eiland in de Zuidzee of een idyllisch dorpje aan een fjord in Noorwegen. Bedankt voor je informatie, stuur ik dan terug, maar wat voor de ene hoop biedt, kan voor de ander wanhoop bieden. Dat blijkt dan vaak niet het gewenste antwoord.
Onlangs mailde Solange, vrouw met autisme, me met de vraag of ik dan ooit zelf niet eens gedacht heb dat ik mijn autisme ontgroeid was. “Er zijn namelijk veel momenten in mijn leven waarop ik denk: nu voel ik me helemaal niet autistisch. Of dat ik denk: eigenlijk ben ik op dit moment toch heel normaal bezig. Alsof er nooit sprake van is geweest.”
De gedachte dat ik mijn autisme ontgroeid zou zijn, is nog niet bij mij opgekomen. Toch heb ik evenmin het gevoel dat ik op letterlijk elk moment autistisch zou zijn. Dat komt pas als ik geconfronteerd wordt met de gevolgen ervan, zowel in positieve als negatieve zin. Ik denk dus niet voortdurend : ‘nu heb ik het, nu heb ik het niet, nu heb ik het …’. Dan zou ik pas echt een probleem hebben, denk ik.
Met ‘eruit gegroeid’ veronderstel ik dat je bedoelt dat ik op een bepaald moment niet maar aan de classificatievoorwaarden zou voldoen en de problemen of de last die ik ervoer als aanleiding voor mijn diagnose autisme verdwenen is.
Eerstgenoemde laten vaststellen is op zich niet zo moeilijk. Er zijn immers voldoende psychiaters die een diagnose voorbehouden voor een zeer beperkte groep, en wellicht, na enig aandringen, willen verklaren dat er geen sprake (meer) is van (klinisch) autisme. Of dat dan ook werkelijk iets uitmaakt, betwijfel ik.
Aan de tweede voorwaarde voldoen is volgens mij veel moeilijker. Net als iedereen ben ik geëvolueerd en ontwikkeld, zijn er andere kanten van mezelf tevoorschijn gekomen, en heb ik bepaalde vaardigheden proberen te leren (en heb ik andere afgeleerd). Het autisme dat toen is vastgesteld, is natuurlijk niet meer hetzelfde, maar niet minder aanwezig of merkbaar voor mij.
Ik probeer er voortdurend mee om te gaan, en manieren te vinden om het min of meer te beheersen en zoveel als mogelijk mijn ding te doen. Toch merk ik dat er steeds nieuwe uitdagingen komen en ik telkens weer moet opnieuw beginnen na een bepaalde tijd, net wanneer ik het een beetje begon te snappen. In die zin lijkt omgaan met autisme wel een beetje als hopeloos een steen de berg oprollen en net voor de top terug opnieuw moeten beginnen.
Om een platitude te gebruiken, het is voortdurend anders, uit zich anders, en toont zich anders. Het is mee ontwikkeld met de rest van mij, en toont zich vooral bij elke nieuwe uitdaging, bij elke stroomverandering, in elke nieuwe context, bij elke nieuwe ontmoeting. Soms zelfs ’s nachts in mijn dromen.
Je autisme ontgroeien? Ik denk dat ik eerder er meer in groei. En ik zie dat als iets positiefs.
Ik bekijk het liefst vanuit het perspectief van neurodiversiteit. Dat betekent voor mij dat autisme en deel van mijn unieke persoonlijkheid vormt.
Autisme is blijvend. Dus als iemand uit zijn autisme lijkt te groeien is dat schijn. Dan kan dat betekenen doorgedreven compensatie toepassen waardoor je minder autistisch lijkt maar je uiteindelijk van jezelf vervreemd. En meer in mijn autisme groeien betekent meer mezelf ontdekken en daarvan leren zodat ik op een assertievere manier met mijn autismekenmerken kan omgaan door er beter over te communiceren.
Maar autisme gaat niet enkel om gedragskenmerken, het gaat ook om heel veel zaken die zich binnen in je hoofd afspelen. En sommige van die dingen, zoals in mijn geval overgevoeligheid voor lawaai en drukte, lijken me wel toe te nemen met de leeftijd. Ook dat is dus niet uit maar meer in mijn autisme groeien. En dat is in eerste instantie eerder negatief, maar als ik tegelijkertijd ook meer in mijn autisme groei door zelf meer te leren en er assertiever over te communiceren beschik ik over een gezonde manier om de gevolgen daarvan te beperken en meer grote problemen te vermijden.
Het evolueert gewoon net zoals ik zelf evolueer met de leeftijd en alle problemen die het meebrengt zijn opportuniteiten om er wijzer van te worden. Ouder worden heeft voordelen en nadelen en dat geldt met of zonder autisme.
Mensen die hoop zoeken willen dikwijls graag horen dat “de oorzaak” gevonden is omdat we denken dat “de oorzaak” de weg wijst naar een oplossing. Maar is dat wel zo. En is er wel zoiets als “de oorzaak” voor alle uitingsvormen en aspecten van autisme?
Ik wil liever mezelf beter leren kennen en oplossingen vinden voor de dingen waar ik moeite mee heb en mezelf verbeteren. Het gevoel mezelf te verbeteren en daardoor ook mijn omgeving mijn autisme en dat van anderen beter te leren begrijpen is veel meer waard en veel meer motiverend dan de hoop om “de oorzaak” te vinden. Het is een haalbaar doel. Een doel dat me nu al helpt en niet misschien ooit in een verre toekomst. En onderweg ontdekken we dan misschien oorzaken en verklaringen van allerlei deelaspecten. En die stapjes zijn volgens mij de meest betrouwbare weg naar het vinden van invloedsfactoren, waar misschien ooit belangrijke oorzaken uit tevoorschijn kunnen komen.
Je kan hopen op het ontdekken van oorzaken om op basis daarvan oplossingen te kunnen zoeken. Maar ik denk dat het efficiënter is om op het zoeken van oplossingen voor ongemakken te focussen. En het vinden van mogelijke oorzaken van allerlei aspecten tijdens dat leerproces kan dan nuttig zijn om dat proces te versnellen. Maar dat is uiteindelijk alles wat het ontdekken van een oorzaak of een belangrijke invloedsfactor is: een hulpmiddel in een zoektocht naar oplossingen, geen doel.
De meest succesvolle zoektocht naar de oorzaak is diegene waarbij je onderweg zoveel oplossingen vindt dat het kennen van de oorzaak overbodig geworden is nog voor je de oorzaak gevonden hebt.
LikeLike