‘Wat betekent neurotypisch zijn voor autistische mensen?’ … autisme en samenleving

‘Af en toe lees ik op social media dat er (eerder negatief) geschreven wordt over neurotypicals en neurotypisch zijn. Het is niet meteen duidelijk wat dat is, en wat het eigenlijk voor autistische mensen zoals u concreet betekent?’, vraagt Olivier, een lezer van mijn blog.

Wat betekent neurotypical?

Als het een troost mag zijn, voor mij is het vaak ook niet duidelijk wat neurotypisch zijn, neurotypicals en neurotypicaliteit betekent, zeker omdat er veel verschillende betekenissen aan worden gegeven. Aanvankelijk waren neurotypicals vooral mensen die geen autismediagnose hadden. Later werd dat uitgebreid naar iedereen die zich gedrag die als normaal wordt beschouwd, of dat gedrag wil bevorderen. Al zijn er ook sommige bronnen die spreken over enkel bepaald categorieën (dyspraxie, dyscalculie, dyslexie, adhd, autisme, hoogsensitiviteit, hoogbegaafdheid).

Als iemand neurotypisch wordt genoemd, wordt veronderstelt dat die persoon in staat is om zich in overeenstemming met ‘dominante maatschappelijke normen’ voor individuen met een typisch of standaard brein te gedragen. Dat verwijst naar wat op een bepaald moment, voor een bepaalde sociale groep als normaal, typisch of standaard wordt beschouwd. Neurotypisch is zowel een sociaal construct als een objectief, onveranderlijke realiteit, omdat er zowel beloningen als straffen aan vasthangen die een impact hebben op ieders leven.

Stimuleren van neurotypisch gedrag voor velen het voornaamste doel

Veel mensen in verschillende geledingen van onze samenleving, inclusief hulpverleners, zien het als hun doel de ontwikkeling van ‘neurotypisch’ (normatief, normaal) gedrag te stimuleren. Tegelijk wordt dit stimuleren steeds vaker in verband gebracht met bepaalde negatieve gevolgen voor de psychische gezondheid, met name sociale en emotionele trauma’s, uitputting en een verhoogd risico op angst en depressie.

De druk om zich neurotypisch te gedragen of als neurotypisch geïdentificeerd te worden, is volgens mij een veelvoorkomende bron van zorg voor veel autistische personen, waaronder mezelf. Vooral de noodzaak om zich niet te onderscheiden van neurotypische leeftijdsgenoten in functie van sociale verbondenheid en vermijden van schade, blijkt voor veel autistische mensen bijzonder vermoeiend.

Persoonlijk zie ik neurotypisch zijn zowel als iets dat noodzakelijk is om na te streven, weliswaar met aanzienlijke inspanning, als iets dat nooit volledig gerealiseerd of volgehouden kan worden. Streven naar neurotypisch gedrag te evenaren betekent voor een stuk erbij willen horen, conventioneel succes behalen, mezelf verbeteren en zoveel als mogelijk conflicten vermijden. Helaas is dat gedrag aanleren vaak vermoeiend, stressvol en het leidt wel eens tot een verwarrend gevoel van wie ik nu eigenlijk ben. Hoe anderen omgaan met het onvermogen om volledig neurotypisch gedrag te stellen vind ik het moeilijkste. In het bijzonder de morele oordelen, vermaningen en uitbranders wanneer ik niet aan de verwachtingen kan voldoen, zijn er vaak teveel aan.

Doen alsof je normaal bent van Liane Holliday Willey

Het zou zeker niet alleen autistische mensen goed doen, denk ik, mocht er meer ruimte zijn voor anders-zijn, en meer stilgestaan worden bij negatieve standpunten tegenover anders-zijn binnen psychologie, geneeskunde en onderwijs. Ik vind het boekDoen alsof je normaal bent’ van Liane Holliday Willey daarbij een mooie insteek. Het zou ook kunnen helpen om te komen tot een manier van samen leven die aandacht heeft voor aanpassingen en die meteen niet ziet als concurrentievervalsing.

Het zou ook helpen mochten mensen zich meer bewust zijn van de stress en inspanningen die samen gaan met verwachtingen. Het blijkt vaak niet duidelijk voor niet-autistische mensen welke moeilijkheden ze veroorzaken door hun verwachtingen, zeker omdat die moeilijkheden zich meestal niet meteen tonen. Enkele tips voor mensen die samen werken met mensen die anders-zijn en zeker met autistische personen die ik zou kunnen geven is hun eigen empathisch vermogen sterk relativeren (en hun beperkingen daarin eerlijk erkennen), reflecteren over de vooroordelen in hun kennis, en ruimte maken voor overleg als er tekenen zijn van overbelasting en leed. Een pauze, een verandering van standpunt of koers of doorverwijzing naar een meer autismevriendelijke dienstverlener.

(Neuro)harmonieus samen leven

Tot slot zou het ook helpen, denk ik, mocht neurotypisch zijn niet als het enig waardevolle streven zou gezien worden, maar als een onderdeel van een (neuro)harmonieus samen leven. Je zou het kunnen zien als het aanleren van een bepaalde taal, als het aannemen van een bepaalde culturele identiteit (die niet samenvalt met die van jou), of als een van de hulpmiddelen die streven naar een bepaalde invulling van levenskwaliteit zou kunnen vergemakkelijken.

Daarmee wil ik niet zeggen dat ‘neurotypisch’ zijn vanzelfsprekend een schande of negatief zou zijn. Ook als autistisch persoon kan het een perfect respectabel streven zijn om zoveel mogelijk autistisch gedrag te verminderen en te bouwen aan een neurotypische identiteit. Voor wie neurotypisch zijn als autistisch persoon eerder als negatief ziet, zou er daarentegen meer ruimte moeten zijn om te leren hoe je het best je autisme bekend kan maken (zonder al te kwetsbaar te worden), en zelf op constructieve wijze veranderingen of aanpassingen kan aangeven die past bij je autismebeleving en levensinvulling.

Geef een reactie

Gelieve met een van deze methodes in te loggen om je reactie te plaatsen:

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.