Niet de labels, wel de communicatieve vaardigheden … autisme en onderwijs

Als ik het persmapje ‘autisme’ in mijn mailbox open, zijn er elke dag wel twee tot zes publicaties die iets te zeggen hebben over (mensen met) autisme. Geregeld komt daarin het thema onderwijs ter sprake, en de verzuchting dat er teveel leerlingen zijn met een ander ontwikkelingsritme of begaafdheidsprofiel.
Ik voel me door zulke berichten enigszins aangesproken. Ik werd immers als kind al intensief begeleid. Hoewel dat toen vooral buitenschools en op kosten van mijn ouders gebeurde. Omdat er geen mogelijkheden waren op school. Ook omdat de meeste leerkrachten en andere ouders negatief stonden tegenover een kind dat niet op hetzelfde ritme meekon en de toekomstkansen van hun kinderen schaadde. Ik heb vaak van medeleerlingen gehoord: ‘mijn mama vind jou raar’. Dat weerspiegelde zich in de plaats die innam in de groep, zowel op school als daarbuiten.
Hoewel ik meerdere beperkingen, diagnoses en labels had, heb ik die tijdens mijn schoolloopbaan zelden of nooit gebruikt. Omdat het bij mij wel zichtbaar was dat ik een buitenbeentje was, op lichamelijke en andere vlakken. Ook omdat ik bij andere leerlingen zag dat vragen om aanpassingen en begeleiding veelal onbegrip of het tegenovergestelde effect hadden. Het is nog altijd een moeilijke afweging die ik per situatie maak of ik mijn autisme bekend maak of niet, afhankelijk van in welke positie ik sta en of het sop wel de kolen waard is.
Aangezien de school voor een stuk op de samenleving voorbereid, zagen de meeste leerkrachten het als hun doel ons, en mij dus ook, te tonen hoe de samenleving reageert tegenover wie om aanpassingen of uitzonderingen vraagt. Dat lijkt in de loop der tijd niet veranderd, als ik verhalen van mensen hoor die nu leerling zijn in het gewoon onderwijs. Het verwondert me niet dat zij net als ik vaak een parcours doormaken van ziekte, uitval, conflicten, zelfhaat en schoolmoeheid als rode draad.
Als ik voor een publiek spreek over mijn autismebeleving, heb ik het af en toe ook over mijn ervaringen in het lager, secundair en hoger onderwijs, het deeltijds kunstonderwijs en het volwassenenonderwijs. Ik heb het dan over de spanningen tussen culturele – en structurele aanpassingen.
Ik heb het ook over de enorme moeite met aanvaarding van autistische leerlingen op school, over de strijd met hun grillige ontwikkelingsdynamiek en talentenprofiel, en de weerstand van leerkrachten, pedagogisch personeel en ouders tegenover de essenties van autisme. En ik heb het over de spanningen tussen cultuur en structuur en de hardnekkige stereotypes die leven, van de idee dat een diagnose een stigma veroorzaakt tot de idee dat autisme op school voor waardevermindering zorgt van het diploma.
Zoals in elke omgeving, zijn er natuurlijk ook mensen die goed met autistische leerlingen en studenten kunnen omgaan. Omdat ze telkens opnieuw beginnen, geduld hebben, ruimte bieden, de onwetendheid van anderen aankunnen.
Zij hoeven helemaal geen specialisten te zijn op vlak van autisme, maar gewoon goede leerkrachten, pedagogische begeleiders, … met de nadruk op brede communicatieve mogelijkheden om met elk kind, om het even wat op het inschrijvingsblad staat, te zien zoals het is, met mogelijkheden en beperkingen. Ze zijn er zich ook meer dan bewust van dat iemand met beperkingen of een andere denkstijl in de klas een extra troef is, omdat dit de voorbereiding op de samenleving in de klas een stuk realistischer maakt. Om het even in welke positie in de economische, sociale, industriële of artistieke sector ze terecht komen.
Ik vind het onvoorstelbaar dat het tegenwoordig nog bestaat: leerlingen die op hun achttiende van school komen die nog nooit samengewerkt hebben met volledig of deels van hen verschilt, die een handicap of ziekte heeft, die autisme heeft of autistisch is, of die van een andere culturele of sociale achtergrond is.
Hoe kan je dan verwachten dat deze leerlingen zich tot volwassen verstandige burgers ontwikkelen die kunnen samenwerken in deze (neuro)diverse wereld om te bouwen aan de verdere ontwikkeling, verbetering en groei van onze samenleving? Het kan niet anders dan zulke leerlingen of studenten later op een gegeven moment de voeling met de dagelijkse werkelijkheid volledig kwijt geraken, en beslissingen nemen die duizenden mensenlevens kosten.
Wat een mooi artikel weer. Ik werk in het onderwijs (aan kleuters) en zie de verschillen ook. Lange tijd wilde ik gaan werken in het speciaal onderwijs, dat heb ik uiteindelijk niet gedaan omdat juist ik de filter kan zijn in het gewone onderwijs. Ik op mijn beurt vind het zeer tragisch dat leerlingen die in mijn ogen mogelijk een ASS hebben de diagnose niet krijgen omdat men ( zelfs professionals) het niet aandurft en de leerkrachten toch wel vanuit die communicatie mogelijkheden de leerling kunnen benaderen. Professionals willen behandelen. En dus behandelen ze depressie, of een TOS. Inzicht in de bron van de gevolgen ontbreekt dan. Dat is het effect van passend onderwijs wat in de latere ontwikkeling/ loopbaan op problemen stuit. Er volgen dan misdiagnoses met alle gevolgen van dien. Ik zie het als mijn taak de ouders toch wakker te schudden en hen op weg te helpen, om zo het kind de beste kansen te geven.
LikeLike