‘Als een blik witte bonen in tomatensaus waar een blikopener geen vat op kreeg’ … autisme en diagnose

Het duurde een hele tijd voor ik niet meer bang was dat ik een verkeerde diagnose had gekregen. Ik kon moeilijk geloven dat ik niet helemaal zelf de schuldige was van de pijnlijke strijd die mijn leven voorstelde. Gewoon omdat ik er zo vast overtuigd van was geraakt dat ik een slecht mens was. Het kostte me veel tijd om dapper genoeg te zijn om gewoon mijn diagnose autisme te delen.
Mijn ervaring met autisme kwam immers niet overeen met het populaire begrip. Ik wist dat ik een expert in neurobiologie moest worden om de talloze mythen rond autisme te ontwarren. Alleen maar om de toestemming te krijgen om dat stukje van mijn identiteit te kunnen claimen.
Ik had gelijk dat ik voorzichtig was. Toen ik eindelijk de wereld begon te vertellen over mijn diagnose, kwam er een golf van ontkenning, in alle vormen en kleuren, op mij af. Ik was te dik om autistisch te zijn. Ik was te vrouwelijk om autistisch te zijn. En vooral: ik was niet autistisch genoeg om autistisch te zijn. Niemand die mijn diagnose wegwuifde, had er ook maar een moment over nagedacht hoe pijnlijk het voor mij was, en hoe verschrikkelijk saai het al gauw werd datzelfde liedje te horen.
Toen ik mama vertelde dat ik autistisch was, zei ze: “Ja, dat is logisch. Ik heb altijd geweten dat er veel in je omging, maar ik kon er gewoon niet in. Je was als een blik gebakken bonen en mijn blikopener zou bij jou niet werken.” Het is een veelzeggende metafoor, vooral als je weet dat mama helemaal niet van witte bonen in tomatensaus houdt.
Hannah Gadsby, Australische comédienne en actrice (met autisme), in ‘Ten Steps to Nanette: a memoir situation’ (Ballantine Books, 2022). Vrij vertaald door Tistje.