‘Krijg een kleurtje’, zegt mijn moeder altijd … autisme en advies

Als ik opeens een liedje hoor, op de radio of al dan niet goed gezongen, dat niet uit mijn hoofd raakt, of me terug doet denken aan vroeger, kan ik er niet anders dan mee aan de slag gaan. Dat zou helpen om het kwijt te raken.

U hoeft niet bang te zijn dat ik het ga hebben over lieve kleine konijntjes en campings met karaoke tot in de vroege uurtjes. U hoeft evenmin niet te vrezen voor een bloemlezing van herinneringen aan optredens van bands als Clouseau, de Heideroosjes of K3, waar ik naartoe ging als begeleider van mensen met fysieke of verstandelijke beperkingen.

Vandaag hoorde ik iets veel zeldzamer op de radio, een nummer van de Nederlandse zanger wijlen Robert Long, ‘zei mijn moeder altijd’. Ik kan het liedje intussen meezingen. De vinyl LP waarop het nummer staat, was een van die platen die in de kast van mijn ouders stond. Ze weten het vast (nog) niet maar naast opera en belcanto, kleinkunst, ABBA, Cliff Richard en Paul Anka was het een van die platen die ik, voorzichtig, oplegde toen ik als jongere alleen thuis was.

Het liedje staat bovendien ook nog eens bol van de goede raad die (een) moeder gaf als de ik-figuur in het liedje een kwaaie bui had. Die goede raad is niet echt origineel, geloofwaardig, laat staan diepzinnig, maar is vooral overgeleverd van moeder op zoon. Het is een soort raad die op de achterkant van scheurkalenders staat, soms nog in wc’s hangt, of op zwaarmoedige momenten naar je hoofd wordt gegooid. Goed bedoeld, maar vaak mijlenver naast de kwestie. Daar gaat het liedje dan ook niet over, denk ik. Het is volgens mij eerder een poging van de zanger om zijn moeder voor de geest te halen, en wat ze hem heeft proberen mee te geven.

Mocht ik in de voetsporen van de zanger treden, zou ik er ‘krijg een kleurtje, ga in de zon’ aan toe kunnen voegen. Dat zegt mijn moeder immers altijd. Nog steeds dus. Telkens de zon weer wat feller schijnt, mag ik het horen. Helaas voor haar, ben ik geen zonneklopper. Onderweg zijn in de zon, dat kan nog, maar ik pas liever voor liggen, lezen, en al zeker eten in de zon. Het overprikkelt me enorm, maar zodra de zon te fel schijnt, vanaf een graad of twintig, daalt mijn gemoed om een of andere reden naar het vriespunt. Ik ben wellicht meer een mens van de tussenseizoenen.

Je kan mij dus meer een plezier doen met een trip naar het Noorderlicht, de Cascades of de Hebrides, dan naar het verre Oosten of warme Zuiden. Bovendien heb ik een aandoening waardoor ik het alleen met chemische kunstgrepen lukt om bruin te worden. Hoewel ik dan misschien wel meer oranje zou kunnen uitslaan, vrees ik.

Gelukkig heeft de goede raad van mijn moeder zich niet beperkt tot dat ene advies. Relativeren, om me heen kijken, mezelf zijn, voldoende fruit en groenten eten, goed op mijn geld letten, het proberen positief in te zien … allemaal goede raad die ze net als elke moeder het best zelf had gevolgd. Ik zou er zo een boek(je) over kunnen schrijven, want een liedje hoeft alvast niet meer. Gelukkig heeft Robert Long dat al eens gedaan. Ik beperk me tot meezingen, of beter nog neuriën, en de lalala-strofe. Dat bekt nog het best. Andere kleurtjes, van tal van reacties of emoties, krijg ik trouwens wel volop. Als dat voor mijn moeder een troost mag zijn.

Geef een reactie

Gelieve met een van deze methodes in te loggen om je reactie te plaatsen:

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.