‘Wat helpt jou om naar de bioscoop te gaan?’ … autisme en film

Tanja, die regelmatig mijn blog leest, helpt al jaren bij een Nederlandse vrijetijdsdienst voor volwassenen met autisme. ‘Als ze dat wensen, en het past in mijn drukke verenigingsschema en voor mijn man, ga ik graag met een van hen naar een activiteit. Ik vind dat enorm leuk om te doen, en dan merk je hoe verschillend autistische mensen zijn maar ook hoe anders het beeld is dat bepaalde media van autisme geven vergeleken met hoe ze ‘in het echt’ zijn. Ik leer ook veel bij van jouw blog, en vroeg me af of je tips hebt in verband met naar de film gaan. Wat zou het jou aangenamer kunnen maken of minder stressvol of vermoeiend om naar de bioscoop te gaan? ‘
Het treft, Tanja, dat ik graag films kijk, en het liefst op een groot scherm, hoewel ik dat minder vaak naar de bioscoop ga dan ik zou willen. Dat heeft alvast weinig te maken met de nabijheid van de bioscoop, want die ligt op ongeveer 500 meter van waar ik woon. Ik kan er dus gemakkelijk te voet naartoe als ik dat zou willen.
Jammer genoeg vind ik het concept van de bioscoop in mijn buurt niet zo goed. De films die ze er draaien zijn zelden naar mijn smaak. De zalen zijn te groot, het geluid staat te luid en het beeld staat te scherp. Omdat het redelijk grootschalig is, kan het er ook heel druk zijn. Dat geeft mij soms een onveiligheidsgevoel. Het meest positieve is dat je steeds weet waar je zal zitten omdat de plaatsen toegewezen zijn aan wie het ticket koopt.
Het is al eens gebeurd dat ik op georganiseerde basis, met een groepje autistische mensen en een begeleider naar een film ben geweest. Meestal is dat naar een filmzaal die in een andere stad is gelegen, al snel een uur rijden van waar ik woon. Hoewel je dan nooit echt weet welke mensen in die groep zullen zijn, valt dat meestal goed mee.
Het gebeurt dat de organisatie bij inschrijving vermeldt dat het kan dat we nadien iets gaan drinken. Voor mij is dat telkens een drempel, zeker als ik nadien met mijn hoofd nog volop in de film zit. Als ik alleen naar de bioscoop ga, of met mijn liefste, gebeurt het nooit dat we iets blijven drinken (of eten). Een film bekijken is meestal al vermoeiend genoeg, en we genieten liever na thuis of onderweg naar huis. Het gebeurt weinig dat ik de filmzaal voor het einde van de film uitloop, maar het kan gebeuren. Dat vind ik dan heel erg, en daar zie ik erg van af. Zeker als het gebeurt in een georganiseerde activiteit. Meestal ga ik dan de rest van de film op het toilet zitten. Of tot iemand mij komt zoeken.
Met een groepje iets gaan drinken is voor mij een uitdaging. Meestal ken ik niemand, of slechts weinigen, en weet ik niet precies wat er dan gebeurt, en hoe lang we blijven. Dat geeft voor mij een lichamelijke spanning die ik niet aangenaam vind. Misschien komt dat omdat ik niet goed weet wat ik mag verwachten en wat ze van mij verwachten. Ik ben ook niet meteen een groot liefhebber van op café te gaan. Tenzij die geïntegreerd is in een bibliotheek of in een museum, dat maakt het voor mij meestal aangenamer.
Als ik tips mag geven, zou ik dus goede afspraken maken als ik één van de autistische mensen zou zijn waarmee je naar de bioscoop gaat. Het zou helpen om zowel vooraf als nadien de mogelijkheid te geven om in en uit de activiteit te stappen, en daarbij tijd te nemen. Het helpt ook om op tijd in de zaal te zijn, zodat ik de mensen kan zien binnenkomen en geleidelijk aan kan wennen. Verder heb ik ook oordopjes mee, voor het geval het geluid pijn begint te doen. Als ik ga naar de films die ik graag bekijk, heb ik die echter niet nodig. Dat zijn meestal relatief stille, langzame, ‘bizarre’ films, waar geen kat naar komt kijken, en de filmzaal dus gezellig leeg is. Op een paar cinefielen na, die er niet aan denken om chips of popcorn te eten.
Mijn tips zijn niet zo heel veel verschillend. Ook ik vind de schermen vaak te groot en het geluid te sterk, wat heel overweldigend is. Bij de cinema in de nabije kleine stad valt dit nog mee, maar in de grotere zalen is dit moeilijker.
– op tijd naar de cinema gaan, zodat het al makkelijker is om “aan te komen” (= toekomen, indrukken verwerken, omgeving in mij opnemen, wat rust terug vinden), te zien waar we moeten zijn, de weg te vinden;
– op tijd in de zaal zodat het vinden van de zitplaats makkelijker is (nog weinig volk in de zaal)
– niet te veel vooraan zitten vanwege het grote scherm, maar ook niet achteraan vanwege het publiek voor ons
– oorbescherming of oortjes mee
– niet op drukke momenten gaan, liefst weinig volk in de zaal
LikeGeliked door 1 persoon