Tien boodschappen op mijn antwoordapparaat … autisme en leven

Foto van Markus Spiske op Unsplash

Mijn leven bestaat bij wijze van spreken uit gemiste oproepen. Soms spreken mensen berichten in op mijn antwoordapparaat, hoewel sommige mensen dat weigeren. De boodschappen die ingesproken worden, hebben me geïnspireerd tot deze tien boodschappen die in de loop van mijn leven op mijn antwoordapparaat zouden gestaan hebben.

  1. ‘Hallo, u spreekt met Stalpaert Monique, directrice van het moederhuis Sint Vincentius. Ik wil u even laten weten dat u het goed stelt. U bent met flinke zuurstofnood geboren, u hebt duidelijk een handicap en meerdere beperkingen, uw hoofd ziet er wat vreemd uit, maar voor de rest stellen uw moeder en u het goed. We houden jullie voorlopig in observatie en wachten af tot het einde van de week. Vergeet u niet zodra het kan het Rijksfonds voor Mindervalide kinderen in te lichten? U zal wellicht levenslang ondersteuning nodig hebben. Tot later.’
  2. ‘Hallo, hier directeur Saelens, van de lagere school De Klimop. Ik zou graag met uw ouders spreken over uw gedrag op de speelplaats en de aanpassingen die ze wensen, die uiteraard niet kunnen. We kunnen niet zomaar iedereen van alles toestaan omdat ze zogenaamd een handicap hebben. We doen al meer dan dat we kunnen door u op onze school toe te laten en uw gedrag en uiterlijk te tolereren. Dank u’
  3. ‘Hallo, hier Annick Vansander, assistent-directrice van middelbare school Sint Anna, ik zou graag uw ouders spreken over uw nonchalance en uw vergeetachtigheid om uw gerief mee te hebben naar de turn – en zwemles, tekenles en vrijwel alle lessen. Het wordt tijd dat u zich aanpast aan de regels en de cultuur van onze school. We hebben al duidelijk gemaakt dat we niet meegaan in de vragen voor aanpassingen. Ook al komen uw ouders en u met psychologen en orthopedagogen aandraven. En we kunnen u niet blijven strafstudie geven, ook al lijkt daar duidelijk van te genieten.  En trouwens, ook weer toevallig dat u net vandaag, op onze jaarlijkse uitstap met de zesdejaars, ziek bent. Daar wordt ik dan weer ziek van. Tot op school’
  4. ‘Hallo, hier Anita van het Centrum Leerlingenbegeleiding. Ik ben verkeerd verbonden, denk ik, ik dacht dat ik met uw ouders belde. Laat je hun weten dat ik hen graag zou spreken over jouw onrealistische ambities op vlak van werk en verder studeren? Ik kan u alvast laten weten dat uw intelligentiescore behoorlijk was, maar dat betekent nog niet dat je zomaar kan verder studeren. Zeg je ouders ook dat we een afspraak hadden, ze waren er niet. Tot gauw!’
  5. ‘Hallo, hier Johan, je studiebegeleider van Sovosta, Vrije Hogeschool Petrus en Paulus, je was vandaag uitgenodigd op de plechtige proclamatie van je hogeschooldiploma, maar je was er niet. Probeer eens prioriteiten te stellen, en niet steeds proberen de wereld te redden. Kan je me laten weten of je het nog komt? We zouden je scriptie ook graag insturen voor de nationale scriptiebank, maar daarvoor hebben we je toestemming nodig. Laat je iets weten? Het mag ook per mail, als je dat echt wil. Dank je wel!’
  6. ‘Mijnheer, Lucrèce Lameilleur hier, bediende in je plaatselijke openbare bibliotheek, wijkbibiotheek Merelstraat. Mag ik je eraan herinneren dat je al vijf maand te laat bent met een aantal boeken die je hebt uitgeleend? De titels zijn ‘Cisterciënzers: alles wat je erover moet weten’, ‘The last days of the Enlightment’, ‘De ontdekking van de wereld’ van Mulish, ‘Ten: photography of the film’ en ‘De mooiste bibliotheken in de wereld’. Intussen heb je al 150 euro boete. Leuk dat je onze bibliotheek steunt met je boetes, maar we zouden de boeken graag zo spoedig mogelijk terug hebben. Als u ze niet meer vindt, laat het ons weten, dat kijken we wat we kunnen doen. Bedankt!’
  7. ‘Mijnheer, hier Peter Degrootte, van het universitair centrum voor complexe en multidisciplinaire psychiatrie, wij hebben uw meerdere oproepen op onze voicemail gehoord, en we zijn verheugd u te laten weten dat uw diagnostisch verslag eindelijk is afgeraakt. Komt u het halen of wil u dat we het opsturen? In dat laatste geval kan het nog wel een paar weken duren voor het op de post kan. Wat betreft je andere vragen, daar verwijs ik je graag door naar de bevoegde instanties. Bedankt voor uw geduld’.
  8. ‘Mevrouw, hier Charles Vanacker, van de centrale ombudsdienst. We hebben uw klachten over water, gas, elektriciteit, telecom, en nog enkele diensten gebundeld. Ze zijn werkelijk pareltjes van klachtproza, en we zouden ze graag uitgeven. We willen u ook vragen om te spreken op onze Complaints-studiedag. We hebben ook Dirk De Wachter, Paul Verhaeghe, en Damiaan Denys uitgenodigd, maar die zijn te druk bezig met boeken schrijven. Verder werken we natuurlijk zo hard mogelijk aan een constructieve oplossing. Mag ik u echter begrip vragen en wat geduld, we zijn overstelpt van klachten, en hebben enige vertraging? Mag ik u ook vragen niet meteen naar de ombudsdienst voor ombudsdiensten te stappen? Bedankt alvast!’
  9. ‘Mijnheer, hier Lieve van autismecoaching Akwadraat. Ik heb uw boeken gelezen en uw blog, en zou u graag aanwerven als assistent-coach in onze praktijk. We zouden met u graag samenwerken rond coaching van jongvolwassenen met autisme, en u betrekken in onze toekomstvisie en intervisie. Helaas hebben we op dit moment geen budget, maar ik zou het jammer vinden mocht dat u afremmen om op onze uitnodiging in te gaan. Laat u ons iets weten? Het liefst telefonisch op dit nummer. Mail is tegenwoordig zo onpersoonlijk, niet? Groetjes, Lieve.’
  10. ‘Mevrouw, of mijnheer, hier Maaike van productiehuis Vicerine, we hadden u graag uitgenodigd voor een korte special op televisie over intimiteitsbeleving bij koppels waarvan er beiden autistisch zijn. We hebben wat moeten zoeken om u te kunnen bereiken. De mensen van Sterkmakers hebben me verteld dat u niet graag in beeld komt, maar wel mee veel te bieden hebt. Laat u ons toch weten of we u kunnen overhalen, eventueel op een manier die u past. Bedankt!’