Het verhaal van Oom Simon … autisme en avontuur

Foto van Tudor Baciu op Unsplash

We willen op je fantastische blog graag iets over Simon, wijlen onze oom, schrijven. Ik ben Sarah, getrouwd met Thomas. Samen hebben we twee kindjes, een zoon en een dochtertje, waarvan zij waarschijnlijk autisme heeft. Het onderzoek is nog in volle gang. Ook bij Thomas herken ik regelmatig autistische trekjes. Maar het gaat hier om Simon en niet over ons.

We vonden Simon, een van de twee ooms van moederskant, wel eens gek en hij deed wel eens vreemd, maar hij was altijd zichzelf, je wist wat je aan hem had en hij deed wat hij beloofde. Pas laat, rond zijn zestigste heeft Simon gehoord, van niemand minder dan professor Simon Baron-Cohen dan nog, dat hij zich autistisch mag beschouwen.

Simon is altijd al een reislustige man geweest, zelfs als kind. Het was er volgens moeder al altijd obsessief mee bezig, elk reisbureau in de streek kende die lange slungel die om brochures kwam bedelen.

Hij vertelde ons vroeger ook vaak over hoe zijn ouders hem, zijn broer en zijn zus Barbara ’s zomers en ’s winters meenamen naar verschillende delen van de wereld. Er was altijd wel iets dat hen op reis overkwam, maar telkens hij op reis was, vertelde Simon ons, voelde hij zichzelf, een toerist in hart en nieren.

Later leek Simon dat gevoel steeds weer op te zoeken. Zo vertrok hij eerst mee op vakantiekamp voor ‘gewone’ mensen, maar al snel toonde hij interesse om als hulpbegeleider en begeleider mee te gaan met ‘speciale mensen’, mensen met beperkingen en chronisch zieken.

Eens hij aan de universiteit antropologie ging studeren, werd het een gewoonte dat hij samen met enkele studiegenoten naar Lourdes, Santiago de Compostella en naar Rome stapte. Hij voelde zich op een of andere manier aangetrokken door die eindeloze wandelingen. Ik benijdde hem, ik zie het mij voorlopig nog niet doen. Zeker niet zoals Simon, die onderweg ook nog de energie vond om mensen te helpen, nieuwe plekken te ontdekken en de meest onvoorstelbare verhalen te verzamelen van mensen die hij onderweg ontmoette. Hij had weliswaar niet zoveel mimiek, en zijn stem was ontzettend monotoon, maar zijn fantasie kon je alleen maar benijden.

Toen hij afgestudeerd was, en de meeste andere mannen een carrière zouden ambiëren, besloot Simon dat het tijd was om aan zijn eigen avontuur te beginnen. Hij kocht een fiets en fietste door Europa, genietend van de prachtige landschappen en nieuwe culturen die hij tegenkwam. Intussen had hij op een of andere manier werk gevonden waar hij net genoeg mee verdiende om die reizen mogelijk te maken. Hij was vastberaden om zoveel mogelijk van de wereld te zien en reisde verder. Telkens met een van zijn vriendinnen, of een toevallige vriend, die vreemd genoeg na elke reis met de Noorderzon vertrok. Ze liftten naar het Zuiden van Italië of waren verstekeling of matroos op een of andere boot richting Malta, Menorca of Madeira. In elk geval weg van plekken waar het massatoerisme zich begon te vestigen.

De enige vrouw die het met oom Simon meer dan een reis uithield, was Frida, die al even bezeten was van de reismicrobe. Simon ging nu werken bij de televisie, de radio en had zelfs een eigen bedrijfje, dat echter vlug failliet ging door nonchalance en geen neus voor zaken. Het leek hem niet te deren. Zolang hij maar samen met Frida jaarlijkse naar een of andere exotische, vergeten en vooral ontzettend verlaten stuk van de wereld kon reizen. Aan tafel gekscheerden wij wel eens dat als een plek op aarde elektriciteit, water en licht had, dan was het geen bestemming waar we oom Simon naartoe zagen vertrekken wegens een ‘te veel aan beschaving’. In elk geval hadden ze elkaar, een bijzondere band en een gelukkige tijd samen.

Tot voor kort kregen we dus regelmatig kaartjes van een of andere oord waar we nog nooit van hadden gehoord, dat amper op de kaart te vinden was, en waar wij, mijn man en ik, nooit naartoe zouden willen reizen. Tot voor kort, dus, toen we het trieste nieuws hoorden dat Simon bij een laatste duik in de oceaan een hartaanval kreeg en verdronk in de oceaan.

Hij was al op leeftijd maar toch was hij nog steeds fit gezond. Sommige mensen in zijn kring suggereerden dat Simon al een tijdje de maatschappij en het leven beu was geworden. Anderen wezen op zijn momenten van verwarring en vermoedden een opkomende dementie, wat voor Simon altijd iets was geweest dat hij uitdrukkelijk niet wenste mee te maken. Mijn man ik hebben oom Simon echter gekend als iemand die zo levenslustig was als maar kon zijn, en denken dat de natuur haar onvermijdelijke werk heeft gedaan. Hij heeft geleefd met zijn hart en er uiteindelijk ook aan gestorven. Dat hij ruste in vrede.