‘Welke persoonlijke eigendommen zijn het belangrijkst voor jou?’ … autisme en bezit

Foto van Nik op Unsplash

Wellicht geïnspireerd door een van de schrijfopdrachten van de blogapp DayOne, of volledig vanuit eigen interesse, vraagt Karl, een lezer van deze blog, me via mail welke persoonlijke eigendommen voor mij het belangrijkste zijn. ‘Of, anders gesteld, wat zou je uit de brand redden van eigendommen mocht je dat gebeuren?’

Het geval is, Karl, dat ik met die vraag van uit de brand redden van eigendommen weinig kan doen. Misschien veronderstel je dat autistische mensen vooral voorwerpen willen redden, of dat ik als autistische mens eerst mijn lievelingsvoorwerpen uit de brand haal en dan pas denk aan mezelf, dieren en uiteindelijk ook mensen.

Voor mij klopt dat alvast niet. Ik ben al zodanig veel voorwerpen die ik graag heb verloren of gestolen dat ik me er bewust van ben geworden dat ik weinig voorwerpen van waarde bezit. Op een of andere manier associeer ik bezit trouwens met gestold verdriet, en niet meteen iets om naar te streven, tenzij het je leven kan vergemakkelijken of zin kan geven. Ik zou vooral mensen en dieren,, jong of oud, geliefd of minder geliefd, uit de brand halen, en in de eerste plaats zorgen dat ik niemand in gevaar breng, en de hulpdiensten niet in de weg loop.

Maar misschien bedoel je met je vraag eerder wat ik het liefst heb van wat ik heb of bezit. In die zin ben ik erg gehecht aan mijn boekenverzameling, aan kunstwerkjes en geschenkjes van mensen waarmee ik het goed kan stellen en herinneringen aan vroeger zonder dat het foto’s zijn.

Het geeft me rust om naar mijn boeken te kijken. En het houdt me weg van andere slechte dingen des levens als ik verdwaal in een van de boeken die ik heb. De meeste van die boeken zijn trouwens giften, geërfd, tweedehands, gekocht voor een prikje in de opruiming van bibliotheken, geruild of gewoonweg gevonden. Toch zou ik die boekenverzameling niet uit een brand redden. Dat zou gewoonweg onmogelijk zijn. Ik zou immers niet weten waar te beginnen. Verder heb ik niet zoveel voorwerpen met emotionele waarde of verzamelobjecten. Ook voorwerpen die zintuiglijke comfort bieden heb ik niet, tenzij je oordopjes daartoe rekent.

Wat ik echter het liefst bezit, dat is mijn volle verstand, mijn lichamelijke mogelijkheden, mijn fantasie, mijn zintuigen, het vermogen om met chronische pijn draaglijk te houden en het geluk dat ik te impulsief beslissingen neem. Ook al zijn ze verre van perfect, nu en dan zelfs behoorlijk lastig om mee te leven, en slechts beperkt bruikbaar in de maatschappij waarin ik leef. Ze blijven, voor mij, niettegenstaande hun beperkingen, het enige dat ik bezit waarmee ik zo lang ik leef verder kan bouwen.