Pairi Daiza: een gesloten tuin voor wie niet perfect is …
Even eruit, af en toe een uitstap, met z’n tweetjes, mijn vriendin en ik, bij voorkeur naar een dierenpark, het wordt bij ons stilaan een traditie. Anders dan andere jaren, kozen we dit keer niet voor de Zoo van Antwerpen of Planckendael, of een andere gekende bestemming.
Op weg naar Pairi Daiza … best goed voorbereid
Het werd dit jaar Pairi Daiza in Brugelette, Wallonië. Omdat we wel iets anders wilden zien, en omdat behoorlijk wat mensen er enthousiast over waren.
Eerst waren we van plan gebruik te maken van de dienstverlening van Cambio om ernaartoe te rijden, maar na wat rekenen zou dat ons teveel gekost hebben.
Anders dan ik afleidde uit Google Maps, was het volgens onze kennissen wel goed bereikbaar met het openbaar vervoer. Zeker de moeite waard om meer dan drie uur te treinen en twee tot vier keer over te stappen.
Op padvinderstocht naar Cambron-Casteau
Goed voorbereid, met rugzak en rolstoel – om mijn mindere mobiliteit op te vangen -, begonnen we in alle vroegte aan onze reis. Met mooi weer als reisgezel.
Drie uur later stonden we op het perronnetje van Cambron-Casteau, dat meer leek op een bushalte. Je kan dus best je ticket terug al van vooraf gekocht hebben – of op de trein kopen aan verhoogd tarief.
Het was toen al duidelijk dat je best een goed padvinder – voorbereid, goed in oriëntatie en behendig qua lijf en leden – als je zonder kleerscheuren of trauma’s in dit stationnetje wil geraken.
Je komt met de trein weliswaar langs idyllische dorpjes en velden zover het oog reikt, maar bij elke halte is het zoeken naar de naam van het gehucht. Er is duidelijk nog wat werk op vlak van toegankelijke informatie in de Waalse stations. Over de Waalse conducteurs weliswaar niets dan lof.
En toen … was het even zoeken …
En toen … was het even zoeken. Welke kant uit? Nergens een bord of aanduiding te zien. Velden aan de ene kant, enkele huizen langs een stille weg aan de andere kant. Na wat zoeken, een kleine wegwijzer die wees in de richting van een dicht bos.
Een honderdtal meter verder stond een ‘kortere’ weg aangeduid, die eigenlijk de helft langer was dan de ‘langere’. Ook geen ‘veilige’ weg: voetgangers wandelen over de openbare weg, rijk bezaaid met putten. Nu en dan toeterde een auto ons het korenveld in.
Na een half uur wandelen en hellingen als kuitenbijters
Even later kwamen we bij onze eerste drempel: een helling met een stijgingspercentage van 15% van 150 meter – zeg maar een kuitenbijter. Gevolgd door een stuk vals plat en een paar doorgangen waar je best niet te groot of te dik bent om door te kunnen.
Na een half uur wandelen, en al flink moe, waren we dan ook zeer gelukkig om de ingang van het park te zien. Met ons ticket in de hand waren we vlot binnen. Toen was het zaak ons met ons beste Frans te beredderen om te eten en de weg te vinden.
Vooral gericht op het commerciële en show
Op de bewegwijzering konden we ons immers niet echt beroepen. Ook het parkplan gaf niet veel uitsluitsel. Wel over waar de giftshops, eet – en dranktentjes, en koopgelegenheden waren. Waar welke dieren en planten te bekijken waren, of educatieve informatie erover, stond er helaas niet op.
Uit het parkplan blijkt wel dat er over de ruimtelijke indeling nog niet goed is nagedacht. We hebben gemerkt dat dit op bepaalde plekken dan ook leidt tot opstoppingen, doodlopende wegen, en stukken van het park die gewoon niet te vinden zijn, tenzij je langs een welbepaalde weg wandelt (en die vindt).
Veel dierverzorgers om de weg of raad te vragen of die spontaan uitleg gaven (zoals wel eens gebeurt in andere dierenparken), of een infopunt waren er niet. Ook een EHBO-post was heel ver te zoeken. Wel gelegenheden om geld te besteden of enkele showelementen, zoals een olifant een banaan voederen.
Van de schaarse rolstoelgebruikers hoorden we bovendien dat aangepaste toiletten niet aangeduid stonden of gewoon niet aanwezig waren. Kortom, alleen met wie gezonde ‘poten en oren’ had, werd rekening gehouden.
Tot slot: een park met veel kinderziektes, en nog niet rijp voor grote bezoekersstromen
Tot slot is het duidelijk dat Parai Daiza een park is dat volop in evolutie is en in geen geval met andere dieren – of natuurparken vergeleken kan worden. Het is anderzijds ook een commercieel park, dat alleen rekening houdt met volledig fitte mensen – ook mensen met kinderen hebben het er niet gemakkelijk.
Uiteraard waren er ook positieve aspecten aan het park. Voor wie graag wandelt in een gesloten tuin, de letterlijke betekenis van Parai Daiza, en veel geld uitgeeft, is dit een ideale bestemming. Ook het eten was er zeker niet slecht. Maar toch, we zijn kritische bezoekers en verwachten toch net iets meer.
Vrij ontoegankelijk, slecht bereikbaar met het openbaar vervoer, niet vriendelijk, educatief povertjes en prijzig … we hebben ons bezoek dan ook, met barstende hoofdpijn, met de helft ingekort. We komen vast wel eens terug, met de auto en vooral als het park de groeipijnen heeft doorstaan. Groeipijnen die wellicht ook te maken hebben met de marketing die gevoerd is rond de komst van twee Chinese panda’s (die wij amper gezien hebben, omdat ze buiten bereik lagen).
Binnen een jaar of zeven tot tien heeft het park hopelijk veel geleerd van goede voorbeelden in Vlaanderen en Nederland. Op dit moment is Parai Daiza echter vooral een gesloten tuin voor mensen zonder veel geld, en die niet helemaal perfect zijn.
Je hebt helemaal gelijk… wij waren er een paar jaar geleden, lang voor er sprake was van “De Panda’s” en dan al vonden wij er niets aan… kilometers vreten om dan uiteindelijk vast te stellen dat de kooien daar op het einde van het paadje leeg stonden of we er zelfs gewoon rechtsomkeert moest maken wegens doodlopend straatje…
Ze hebben er blijkbaar nog steeds geen kaas gegeten om hun “tuin” een beetje toegankelijk te maken voor elke medemens!
LikeLike