Meisjes! … de eerste keer

Een jaar of dertig geleden, beleefde ik de eerste dag van mijn nieuwe leven. Niet dat mijn leven daarvoor zo armoedig of triest was, verre van. Elke dag ging ik fluitend op stap. Naar school, van half negen tot half vijf. Naar de revalidatietherapie. Naar de muziekles. Naar huis. Toch gebeurde er toen iets dat ik eerst niet goed vatte. Ik werd het als ware uit een soort ‘dogmatische sluier’ gewekt.

Niet dat ik mijn geloof afviel, mijn figuurlijk frank viel of dat ik een of andere sekte leerde kennen. Er was niets om af te vallen, behalve overgewicht. En op die luttele achthonderd meter tussen thuis en school in ons stadje waren er (nog) geen ronselaars actief. Ook al omdat ik over de lengte van 54 stoeptegels – ik had de gewoonte ze te tellen – een bakker, slager, kruidenier, bankkantoor en kapsalon passeerde. Die kenden allen mijn ouders – die ook een zaak hadden – goed en waren soms bevriend. Sociale controle genoeg dus. Bovendien stond er om de hoek een joekel van een Rooms-Katholieke Kerk, inclusief overtuigd pastoor en een hele wijk diepvrome gelovigen. Dat was nog de tijd dat de Berlijnse Muur recht stond, allerlei gordijnen (ijzeren, rossen, gender) potdicht waren en Vlaanderen nog niet herdoopt was tot een Vlaamse Televisie Maatschappij.

Alles begon op een zomerse dag begin februari.  Op die zomerse dag veranderde ik van school.  Net op tijd. Ik weet het nog heel goed. Het gebeurde in de pauze van mijn leven. We hadden er thuis al veel over gesproken. Hoe het niet goed ging op school, het zowel met leerlingen als leerkrachten de spuigaten uitliep maar de directie deed of er niets aan de hand was.

Die dag hadden mijn ouders ’s morgens alles geregeld met de nieuwe school. ’s Middags at ik mijn lievelingsmaaltijd en na de middag mocht ik op mijn nieuwe school beginnen. Een meisjesschool die net gemengd was geworden. In de richting Economie-Wiskunde.  Met een strenge maar rechtvaardige Zuster Non als directrice, en een hele resem, al dan niet aardige, leraressen. En met een gescheiden turnles, uiteraard, samen met een ‘nerd’, van Wiskunde-Wetenschappen.

Op die zomerse dag in februari maakte ik voor het eerste kennis met meisjes. Een wonderbaarlijke ervaring. Alles was nieuw. De inrichting van de school, de leerkrachten, de manier van lesgeven, de omgang.  Meisjes keken anders, spraken anders, bewogen anders, roken anders, … Een speciaal soort jongens, vond ik aanvankelijk, maar dan met andere glooiingen, en andere kledij. Al gauw bleken ze bovendien veel slimmer, grappiger en creatiever.

Natuurlijk heb ik later ook de minder aangename kanten van meisjes leren kennen. Dat ze geniepig kunnen zijn, en sommigen onder hen mij even hard pestten als de jongens in mijn vroegere school. Maar ik leerde ook dat het lied van Raymond van het Groenewoud klopte: “Meisjes zijn het allermooist op aard, niets dat hun schoonheid evenaart’. Ik voelde me dus vereerd dat ik naar deze school was mogen overstappen en deed mijn uiterste best om het nieuwe vertrouwen niet te schaden. Zo goed, dat ik aan het einde van het secundair onderwijs, ‘verdienstelijkste zesdejaars’ werd.

Het duurde nog wel een jaar of vijftien voor ik echt goed doorhad wat ik met meisjes precies aan moest. Hoe te spreken en te zwijgen, hoe iets over te brengen, en wat te doen bij conflicten. Hoe te kussen en strelen, hoe lief te zijn en te hebben. Toch was er al een goede basis gelegd.  Ik kon er toen al hand in hand mee lopen. Al was het maar in een toneelstukje op school. Nog wat jaren later, nu, heb ik gemerkt dat omgaan met meisjes, vrouwen en vrouwelijkheid in het algemeen, een levenswerk is. Waar ik toch al enige stappen in heb gezet, wat niet kan gezegd worden van veel andere mannen, maar ik blijf bescheiden.

De meisjes van toen zijn intussen, zoveel jaar later geëmigreerd, wonen in de VS, in Taiwan, in Japan, in Italië. Ze zijn getrouwd, gescheiden, nog even knap, knapper dan ooit of hard gebeten door de tand des tijds. Sommigen zijn er niet meer, maar de meeste hebben zich, uit nostalgie of leedvermaak, als ‘vriend’ gemeld op mijn sociale media. Anderen heb ik omarmd, kom ik nu en dan tegen op straat, geef ik een zoen, praat ik mee op de bus of de tram, over toen, over nu en later. Sinds een jaar of tien leef ik zelfs samen met een meisje, zeg maar vrouw.  Dat had ik toen nooit durven dromen, maar ik ben er gelukkig mee. Niet zo gelukkig dat ik er nog een wil nemen, dat niet, maar wel dat ik er zo lang mogelijk mee wil leven. Met mijn meisje.

Geef een reactie

Gelieve met een van deze methodes in te loggen om je reactie te plaatsen:

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.