Zo van die zomerdagen … autisme en zomer
Om een of andere reden, wellicht mijn eigen naïviteit, sta ik tegenwoordig in duizend-en-één databanken geregistreerd als ‘opiniemaker.’ Dat klinkt alsof ik het erg vind, maar eigenlijk valt dat nog best mee. Het houdt vooral in dat ik nu en dan een mail krijg met de vriendelijke, doch dringende, vraag door te klikken naar een online vragenlijst over een actueel thema.
Over een nieuw product of nieuwe dienst, een politieke opinie, een maatschappelijk thema of de nieuwe naam voor een supermarkt. Of wat ik vind van trend x, fotomodel y of frisdrank z. Maatschappelijk relevant is het zelden of nooit, maar het is vaak wel leuk. Daar kan ik dan een bon mee winnen. Een boekenbon of een Bongo bon. Ik klik meestal de eerste optie aan. Bongo bonnen zijn mijn ding niet. Ik beleef zo al meer dan genoeg.
Wat ik doe om me voor te bereiden op zeer warme dagen, die er zouden aankomen, daar ging het over in een van de meest recente bevraging. Zo van die dagen die, om het met de woorden van zanger Bart Peeters (geen familie van mij) te zeggen, vragen om weinig of niets, behalve een regenbui, een plaatsje op het strand of een veelkleurige fiets.
Ik keek even naar buiten, dan naar mijn mobiel weerstationnetje en naar de temperatuur binnen, en zag dat die zeer warme dagen nog niet voor meteen zijn. Het marktonderzoeksbureau dat de bevraging rondstuurde, leek echter in de toekomst te kunnen kijken: ‘Met de zomer voor de deur, komen ook de zeer warme dagen of hittegolven er aan’, benadrukte ze. Louter op basis dat het vorige zomer(s) warm was, vermoed ik. Zoals veel marktonderzoek de toekomst lijkt te voorspellen vanuit het verleden. Als extrapolatie of, bij gebrek aan verheffende trap, als antithese.
Toch vond ik het niet erg om verder te klikken, en de gelegenheid te nemen om stil te staan bij omgaan met hittegolven. Er zijn ergere klimatologische omstandigheden om over na te denken. Zeker omdat ik vrijwel onder de waterspiegel woon, en een hekel heb aan zwemmen, laat staan duiken of onder water leven.
Als het gaat om voorbereiding voor zeer warme dagen, ben ik natuurlijk een voorbereid man. Zo probeer ik als het even kan op zo’n moment overdag binnen te blijven bij de mobiele airconditioning en pas ’s avonds laat buiten te komen. Dan zit ik mijn voeten in een teil koud water, terwijl ik koud water drink tegen het uitdrogen, mezelf goed insmeer met hydraterende crème, en regelmatig douche met lauw water. Als ik tenminste niet ergens wordt verwacht natuurlijk.
Als ik dan toch buitenkom, zorg ik voor een goede zonnecrème, probeer ik niet intens te sporten (geen probleem in mijn geval), geen al te zware inspanningen te doen (werken in de tuin, werken aan mijn huis, zaken verhuizen) en een ‘hoofddeksel’ (pet, hoed, …) te dragen. Dranken die alcohol of veel cafeïne bevatten drink ik sowieso al niet veel, maar zeker niet als het zeer warm is. Dat lijkt allemaal vrij vanzelfsprekend voor mij, maar vermoedelijk niet voor iedereen.
Tijdens zeer warme dagen zijn er voor mij wel wat uitdagingen. Zo is het niet altijd eenvoudig aan te voelen of ik (veel) te warme kledij aan heb, of ik me wel voldoende heb ingesmeerd met zonnecrème, of ik uitgedroogd ben of te intens heb bewogen. Ook afkoelen van mijn woning is een uitdaging waar ik elke zomer mee worstel.
Ik zorg er dan ook voor dat zowel waterleiding, airconditioning als koelkast in orde zijn voor de zomer begint. Als het enigszins kon zou ik voor twee maanden een reis boeken naar het Hoge Noorden, of een polaire rondreis maken. Helaas kan ik dat niet betalen en werkt mijn vrouw ’s zomers. Loszittende en andere zomerse kledij kan ik me gelukkig wel veroorloven.
Volgens de bevraging zijn er echter nog andere dingen die belangrijk zijn om warme zomers goed door te komen. Zo zou het belangrijk zijn om af en toe op bezoek te gaan bij familie, vrienden of kennissen. Het is ook belangrijk een oogje in het zeil te houden op zogenaamd ‘kwetsbare mensen’, zoals ouderen, kinderen onder 6 jaar en mensen die veel medicatie gebruiken. Dat laatste doe ik, ook in mijn buurt. Dat eerstgenoemde doe ik niet meer dan anders.
Toegegeven, ik heb telkens wel wat angst van hittegolven. Sommige mensen vinden dat de gevolgen van inspanningen tijdens warme dagen ieder jaar heel erg overdreven worden in de media. Wellicht heeft niet iedereen er evenveel last van, maar dat er mensen en dieren van afzien en sterven kan hen toch moeilijk ontgaan?
Zo kan ik zelf wel genieten van wat zon en warmte tot een graad of 25 maar dan houdt het wel op. Overprikkeling door licht, moeilijk gekoelde woning, slecht slapen door te warme nachten, dalende luchtkwaliteit en geur – en lawaaihinder kunnen na een tijdje mijn gemoed tot onder het vriespunt brengen. Dat staat natuurlijk niet los van de invloeden van een andere manier van leven door de verandering van levensritme en tijdsinvulling in de zomer, verandering van kledij, verandering van gewoontes van anderen en alles wat samenhangt met het gegeven ‘zomer’.
Ik heb het al mijn leven lang, ook in de winter overigens. Ik weet intussen wel ongeveer wat ik moet doen maar toch blijft het elke keer verrassend hoeveel invloed het heeft op mijn dagelijks leven. Natuurlijk zijn er ook mensen (met autisme) die openbloeien bij hitte (of in de zomer in het algemeen) maar mij ga je mij eerder letterlijk en figuurlijk zien verschrompelen tot een overrijpe zongedroogde tomaat.
Op zo’n momenten helpt het mij vooral zoveel als mogelijk verwachtingen tot een minimum te herleiden, koelte op te zoeken, te drijven op routines en rituelen, maar toch voldoende ‘buiten te komen’ (een korte wandeling, even winkelen, een frisse neus halen), als de zon wat minder sterk is of als het wat koeler is. Met het besef in het achterhoofd dat het straks weer leefbaarder wordt, zonder veel te klagen maar wetend dat er ook andere mensen in mijn situatie zijn.