Fier om mee kleur te geven vanuit autisme … autisme en wereld autisme dag

Enkele weken geleden, toen de wereld nog virusvrij was en de mensen nog niet opgehokt, kreeg ik de vraag iets te schrijven. Het was voor de autisme dag (of – week) die jaarlijks en meestal op 2 april doorgaat. Toen ik de vraag kreeg, verliep alles nog ‘live’ en zonder een of andere bescherming tegen besmetting door een virusdragende medemens. Het thema zou iets te maken hebben met trots of fierheid. ‘Wat een hip thema’, riepen sommige van mijn contacten op sociale media. Sommige Nederlanders vonden het zelfs een veel beter thema dan dat ‘prikkels’ van hen.
Proud to be aut, het klinkt als de slogan met net iets teveel elementen van zelfoverschatting om geloofwaardig over te komen, maar daarom vond ik het net een mooie uitdaging om ermee aan de slag te gaan. Een alternatief was, stond in de mail, de ‘a’ van ‘aut’ veranderen in de ‘o’ waardoor het ‘out’ werd. Nou, proud to be ‘out’, dat was natuurlijk iets heel anders. Een nog grotere uitdaging, dat kan je wel zeggen, maar wat viel daar uit op te maken? Dat je trots bent om er niet bij te horen, of fier om in het open veld rond te hossen? Om ruimte te krijgen voor jezelf? Mijn gedachten gingen weer alle richtingen uit. Een oudere kennis zag het dan weer als een mooie slogan ter bevordering van het zelfbeeld van ouderen, dus fier om oud te zijn.
Het eerste wat ik bedacht, was ik dat niet zo gauw fier ben, trots op iets ben. Meer zelfs, ik kon niet meteen iets of iemand bedenken waar ik trots of fier op was. Of tenminste, ik associeer mijn emoties voor iets of iemand er toch niet mee. Omdat ik het een moeilijke emotie vind, denk ik, waar ik me geen beeld bij kan vormen. Ik kan me bijvoorbeeld niet indenken dat ik vaderlandse of culturele trots zou hebben, of trots zijn om tot een of andere groep te behoren, mocht ik al het gevoel hebben tot een groep te behoren. Als ik fier zou zijn, zou het toch vooral zijn om in het gezelschap te mogen zijn van of mee te mogen werken met mensen waar ik naar op kijk. Of om deel uit te maken van een team of organisatie waar ik eigenlijk maar een heel klein onderdeeltje van ben, maar toch toegelaten wordt om deel te zijn van een gezamenlijk project. Van ‘autism pride’, ‘disability pride’ of ‘mad pride’ heb ik dus niet zoveel begrepen, maar dat geldt evenveel voor het tegenovergestelde, zoals schaamte.
In sommige situaties ben ik soms wel, heimelijk, fier om open te mogen zijn over mijn autisme. Op voorwaarde dat zoiets gebeurt in een veilige omgeving en onder omstandigheden waar ik me goed bij voel. Ik ben dan fier om de kans te krijgen om mijn inbreng te doen om oplossingen te vinden die ook anderen met autisme kunnen inspireren of dat ik mensen een hart onder de riem kan steken. Als mijn oplossing of wat voor mij werkt echter als prototype gebruikt wordt om te veralgemenen en respect voor individuele variatie in de weg te staan, dan ben ik daar niet zo fier op en pas ik liever. Gelukkig gebeurt dat steeds minder. Het tekstje dat ik zou schrijven over proud to be aut/out, dat vorderde echter voor geen anderhalve meter. Of beter, het leidde tot niets waar ik voldoende fier op was om te delen. Niet gauw tevreden zijn van je eindproduct, volgen sommige mensen is dat ook een kenmerk van autisme. Of dat perfectionisme een opening laat voor fierheid of trots, dat is een andere vraag.
Intussen zijn we enkele weken verder, en heeft het virus zijn (of haar) werk gedaan. De geesten zijn blijkbaar gerijpt, de gedachten veranderd, de zon schijnt en de schermen flikkeren van jewelste. De nieuwe opdracht blijkt iets meer in mijn winkel te passen. De vraag hoe ik kleur geef aan mijn leven of dat van anderen, en of ik daar het een en ander over kon delen. Met groot genoegen, dacht ik meteen, en ging met allerlei ingrediënten aan de slag in mijn woordenatelier.
Als ik zoek naar de woorden om te vertellen hoe ik kleur geef aan mijn leven of aan dat van anderen, denk ik meteen aan licht. Vooral aan een licht werpen of aan iemands lichtje zijn. Ik vind mezelf voor alle duidelijkheid allerminst een groot licht, en zeker niet verlicht.
Toch geef ik wel eens kleur aan iemands leven. Door de vele feitelijke informatie in mijn hoofd bijvoorbeeld. Ook door mijn eerlijkheid in gevoelens vanuit mijn onderbuik liefdevol maar toch raak te laten weten. Door mijn manier van dimmen, door te denken in mogelijkheden. Ik kleur de dag soms ook door steeds weer alternatieven en onverwachte invalshoeken te blijven verzinnen, en zelden tot een doodlopende weg te komen. Soms kleurt mijn realisme op vlak kansen en onmogelijkheden ook wel eens het een en ander.
Dat kleur geven aan het leven komt ontspringt volgens mij aan mijn authenticiteit, een moeilijk woord om te zeggen dat ik ‘gelijk aan het origineel’ probeer te zijn, echt en betrouwbaar, zonder anderen met opzet te kwetsen of negatieve gevoelens te geven.
Dat vind ik niet zo eenvoudig in deze samenleving. Zo probeer ik eerlijk te zijn maar ook een goede vriend of kennis te zijn in de nabijheid van mensen die ik graag heb, zonder daarbij hun neus op hun fouten te wrijven. Dat kleurt volgens hen hun dag, dat er nog zulke eerlijke mensen zijn, maar soms is die kleur zwart als ze vinden dat ik te direct overkom. Het is voor mij niet zo eenvoudig te verwoorden hoe ik zoal authentiek ben. Misschien is het mijn enthousiasme voor dingen waar ik goed in ben, wanneer ik die mag delen met anderen, met een vleugje humor en taalkunst.
In elk geval is authentiek zijn voor mij zowel als kleur geven vooral een delicate evenwichtsoefening tussen mezelf zijn en geïsoleerd raken door misverstanden, tussen enthousiasme en pedant overkomen, en tussen teleurgesteld en uitzinnig blij mensen geholpen te kunnen hebben.
Aut of my mind!
Zeker bij de consumptie van de laatste alinea.
Één thema voor iedereen. Lastig op zich, maar zo, van a tot z, toch voor velen herkenbaar.
En voor anderen hopelijk invoelbaar.
LikeGeliked door 1 persoon
Goed geschreven 👍😀
LikeGeliked door 1 persoon