‘Hoe reageer je als iemand je zegt dat het allemaal nogal meevalt met je autisme?’ … autisme en respect

Bénice is een jonge vrouw met autisme die al heel wat uitdagingen in haar leven heeft meegemaakt, schrijft ze. Onlangs ervoer ze echter iets verbijsterend, waar ze niet meteen raad mee wist.
De uitspraak bij het afscheid aan de deur
Bénice beschrijft het zo in haar mail: ‘Onlangs was ik op intakegesprek voor een traject om terug actief te zijn. Ik zit al een tijdje thuis omdat het leven niet meer lukt. Soms zeggen mensen dat ze het niet aan mij zien, andere zien het dan weer wel. In elk geval, dat intake – of aanmeldingsgesprek verliep redelijk vlot, beter dan ik gedacht had.
Tot we afscheid namen aan de deur en de man die de aanmelding deed, me zei dat ik niet zo lang bij hen zal moeten blijven, omdat het allemaal nogal meevalt met mijn autisme. Dat trof mij zo dat ik bevroor. Ik wou van alles zeggen maar het lukte me niet. Nadien is die zin zo in mijn hoofd blijven malen. Ik twijfel om er iets over te mailen of op het feedbackformulier dat ze aan me meegaven iets te schrijven. Wat zou jij doen in zo’n situatie?’
Ik moet bekennen dat ik deze uitspraak vroeger meer hoorde dan nu. Die weinige keren dat ik het nog hoor, komt het wel nog hard aan, dat wel. Ik kan er vaak ook moeilijk op reageren omdat het altijd onverwachts komt, van mensen van wie je het niet altijd verwacht, en bovendien omdat ik niet goed weet wat de persoon in kwestie eigenlijk bedoelt. Het zou best kunnen dat die persoon met dat meevallen bedoelt dat ik geen gedrag stel dat zodanig storend of bizar overkomt dat het een ingrijpend psychisch lijden weerspiegelt.
Positief overkomen kan zowel positief als negatief zijn
Op zich zou dat ‘positief overkomen’ kunnen betekenen dat degene die het zegt oog heeft voor mijn inspanningen om me goed aan te komen, dat h/zij zie dat ik al stappen heb gezet om goed over te komen. Dat zou hem/haar (in dit geval ‘hem’) tegelijk ook bezorgd moeten maken. Omdat ik misschien wel te veel mijn best doe. H/zij zou misschien kunnen suggereren dat het voor een deel een opdracht voor mij zal zijn om een beter evenwicht te vinden tussen voor anderen zorgen en voor mezelf zorgen.
Voor een stuk zou die vaagheid en dubbelzinnigheid van zijn uitspraak er ook bij mij toe leiden dat ik niet meteen zou weten wat zeggen. Tenzij misschien een geagiteerde reactie als ‘wat bedoel je daar nu mee?’, of ‘begin nu weer niet hé!’. Mocht ik echt ad rem zijn die dag, wat eerder zeldzaam is, zou ik er meteen iets uitflappen als ‘zoiets zeg je toch helemaal niet!’.
Het zou natuurlijk ook best kunnen dat jouw hulpverlener het goed bedoelt, in de zin dat hij een positief verloop van het traject voorziet. Dat is dan positief zowel in de zin dat jij er beter zou kunnen uitkomen als dat zijn dienst een snelle doorlooptijd zal kunnen optekenen. Dat laatste lijkt voor sommige organisaties vaak een belangrijke doelstelling. Soms zelfs belangrijker dan iemand sterker maken en technieken meegeven om de uitdagingen van het leven aan te gaan.
Zo’n uitspraak kan niet zonder gevolgen blijven
Tot slot blijft zo’n uitspraak volgens mij niet zonder gevolgen voor de contacten die ik heb met die persoon. Of ik die persoon in het verleden nu graag gehad heb of niet, als die persoon er niet op terugkomt, dan betekent dan de inzet van een breuk tussen ons. Of je dat zou vermelden op een feedbackformulier, vind ik een erg moeilijke afweging. Mijn ervaring is dat omgaan met kritiek van cliënten (zeker cliënten-in-spé) voor heel wat hulpverleners niet hun sterke punt is, om het zacht uit te drukken. Als je doorgaat met het traject, wat zeker een optie blijft, zou ik het bewaren tot het moment dat het afgesloten wordt, en er op het laatst, na een goed verloop, teruggekeken wordt.
Zelf heb ik het al een paar keer mogen meemaken dat de professionaliteit van hulpverleners het liet afweten en iets gelijkaardigs op mijn bord kwam. Hier en nu kan ik dan wel rationeel toeschrijven aan een vlaag van zinsverbijstering, empathische tekorten of aantasting van bepaalde verstandelijke vermogens, maar emotioneel ervaar ik het diep in mij als een ontkenning van wie ik ben, een gebrek aan respect en een diepgaande kwetsuur.
In jouw geval hoeft dat niet noodzakelijk zo te zijn, omdat een intaker vaak alleen verkennende gesprekken voert, en niet betrokken is in de verdere organisatie. Mocht die persoon ook echt aan hulpverlening doen, dan zou ik toch op zoek gaan naar een alternatief voor deze organisatie. Als het klopt wat sommige therapeuten zeggen, dat de laatste woorden van een gesprek, bij het afscheid aan de deur, meer zeggen dan al het gepraat tijdens het gesprek, dan kan wat je intaker terloops zei, wel eens de tip van de sluier zijn. Dat belooft dan niets goeds voor de empathische houding van de andere hulpverleners in jouw traject in die organisatie.
Het wordt vaak schromelijk onderschat wat een uitspraak als ‘Het valt toch nog allemaal mee bij jou’ doet bij mensen met ASS (of een andere kwetsbaarheid’), en al zeker als ik net daarvoor mijn ziel hebt blootgelegd. Voor mij voelt dit als ‘Jij hebt mij niet gezien zoals ik ben, zag je dan niet hoeveel moeite ik doe?’, waardoor het vertrouwen in deze persoon wegsmelt. Of, erger nog, komt dit op me over als ‘Stel je niet zo aan, het is zo moeilijk niet’. Dit te horen krijgen van iemand van wie je steun en hulp verwacht is een regelrechte afknapper. Het is niet omdat ik niet melodramatisch doe dat het geen zeer doet vanbinnen of niet hard knokken is.
LikeGeliked door 1 persoon
Zonder woorden vallen op zo’n moment is heel normaal. Achteraf weet ik wel wat ik had moeten/kunnen zeggen. Nu weet ik theoretisch dat het goed is om daar op terug te komen. Dit zou kunnen bij een eerstvolgend gesprek of ook in een mail de vraag stellen wat die persoon daarmee bedoelde. Dat kan verhelderend zijn (zowel in positieve als in negatieve zin) en ook helpen in de beslissing om verder te gaan met het traject.
LikeGeliked door 1 persoon