‘Wat moet je doen om echt goed in deze samenleving te passen?’ … autisme en samenleven

Regelmatig zijn er lezers of bezoekers van deze blog die me vragen of ik tips heb over wat je moet doen om echt goed in deze samenleving te passen. Het blijkt dan niet zozeer te gaan over praktische tips rond alle mogelijke vormen van wonen, werken, vrijetijdsbesteding en relaties, maar specifiek rond burgerschap en sociaal ‘erbij horen’.
Een van de vraagstellers is Domien, een jongvolwassen man die sinds kort een autismediagnose heeft, en al jaren verwoed op zoek is om, zoals hij het zelf verwoord in zijn mail, ‘zo goed mogelijk te functioneren in deze samenleving’.
Domien noemt zichzelf een ‘geniaal ideeënfabriekje’, maar wat maar niet lijkt te lukken is met anderen samen te leven. ‘Natuurlijk kan ik wachten tot de anderen veranderen, maar dan kan ik lang wachten. Ik wil graag het goede voorbeeld tonen, en zelfs voldoen aan de strengste normen’, schrijft hij. ‘Maar welke zijn dat? Heb jij daar enig idee over?’
Met autisme is het niet vanzelfsprekend goed in de samenleving te functioneren
Ik vind het moedig, Domien, dat je deze vraag stelt. Tegenwoordig lijken sommige mensen te veronderstellen dat niet zij maar de samenleving zich moet aanpassen. Anderen, zoals mezelf, zijn zich bewust dat ze zich moeten aanpassen, maar hebben vaak geen idee aan wat, hoe, waarom en wanneer dat zou moeten. De dynamiek van ons leven blijft vaak gegijzeld door een opeenvolging van onophoudelijk gissen en missen. Er zijn daarnaast ook nog mensen die wel weten (of aanvoelen) hoe ze zich moeten aanpassen, en de nadruk leggen op zichzelf conformeren, waarbij ze hun eigenbelang (en soms ook hun eigenwaarde) opzijschuiven.
Met autisme is het volgens mij zeker niet vanzelfsprekend echt goed in de samenleving te functioneren. Ik heb toch vaak de indruk dat mijn autisme en de manier waarop mijn autisme door de samenleving wordt bezien, samen leven met anderen flink bemoeilijkt. Met anderen samen zijn is voor mij allesbehalve ontspannend. Ik heb dan ook vaak neiging in vraag te stellen of het wel de energie waard is om iets met anderen te doen als ik het op mijn eentje kan.
Waar je vind je verwachtingen?
Dat anders-zijn straalt op velerlei manieren uit, en maakt me voor een stuk een ‘randburger’, iemand die niet volledig en soms helemaal niet in de samenleving staat. Het is te gemakkelijk om te zeggen ‘je behoort tot de groep’ als alle initiatieven die een groep neemt het tegendeel aangeven. Er zijn uiteraard nog andere soorten mensen die randburger of volledig uitgesloten zijn, en er bestaan beslist ook autistische mensen die schijnbaar volledig mee functioneren. Met de nadruk op ‘schijnbaar’. Om te weten hoe het lukt om samen leven zou je misschien eerder hen aanspreken. Hoewel ik betwijfel of ze je iets zouden kunnen zeggen over ‘echt’ en ‘goed’ samen leven.
Om te weten de maatschappij verwacht van een burger, kan je verschillende bronnen raadplegen. Je kan kijken naar de inburgeringsvoorwaarden, naar de voorwaarden om openbare of economische verantwoordelijkheid op te nemen of naar voorwaarden om psychisch en juridisch bekwaam te zijn. Je zou eventueel ook artikelen in de media, sociologische of culturele analyses of documentaires over wat er omgaat in ons land kunnen raadplegen. Deze verwachtingen beginnen misschien wel maar gaan zeker verder dan een vaste woonplaats hebben, bereikbaar zijn voor administraties en ordehandhaving, een identiteitskaart, een bewijs van goed en zedelijk gedrag en een blanco strafblad.
10 verwachtingen die onze samenleving stelt aan volwaardig burger zijn
In ons land zijn er tien verwachtingen die onze samenleving stelt aan volwaardig burger zijn:
vrijheid van meningsuiting respecteren, gelijkwaardigheid van mannen en vrouwen aanvaarden, diversiteit in gender en geloof erkennen, bijdragen door maatschappelijk actief te zijn, de talen van het land gebruiken, de wetten van het land respecteren, zich echt Belg/Vlaming/Waal voelen, nationale trots ervaren, de gebruiken van dit land volgen, hier geboren zijn of voorouders hebben die hier geboren zijn.
Drie voorwaarden waar ik moeite heb in het dagelijks leven
Van deze verwachtingen zijn er een aantal waaraan ik moeilijk kan voldoen, en andere waaraan ik geen verdienste heb. De belangrijkste drempels zijn voor mij deze
- Vrijheid van meningsuiting respecteren
Een van de belangrijkste maatschappelijk verwachtingen is wellicht vrijheid van meningsuiting respecteren. Ik krijg wel eens mails met mensen die vragen hoe het komt dat autistische mensen zo’n moeite hebben met of zelfs een hekel hebben aan die vrijheid van meningsuiting. Autisten zouden namelijk vooral erop uit zijn om enkel te luisteren naar degenen die vertellen wat ze willen horen.
Ik denk dat veel autistische mensen vooral moeite hebben met informatie die volgens hen onzinnig, onlogisch of fout is, die niet strookt met hun definitie, waarheid of betekenis die ze geven aan wat ze waarnemen. Als autistische mens vind ik het evenmin gemakkelijk mijn beurt af te wachten om iets te zeggen (of te weten wanneer ik dat precies mag doen), te weten welke woorden iemand pijn kunnen doen, en wie wanneer het laatste woord krijgt.
Toch ga ik mensen die een andere mening hebben niet uit de weg, en heb ik er zeker geen hekel aan dat anderen zo’n andere mening hebben. Ik heb wel een hekel aan mensen die mij tot elke prijs willen ‘bekeren’ of overtuigen van hun gelijk, vanuit de veronderstelling dat ik wereldvreemder zou zijn dan hen.
- Bijdragen aan de samenleving door ‘actief’ te zijn
Een andere verwachting die onze samenleving vaak stelt, waar sommige autistische mensen het moeilijker mee hebben, is bijdragen aan de samenleving door ‘actief’ te zijn, naargelang ieders mogelijkheden. Een antwoord op de vraag ‘wat doe je in het leven’?’ weerspiegelt vaak in welke mate je aan die verwachting voldoet.
De mate van participatie wordt soms voorgesteld met een participatieladder, al zou een participatielandschap volgens mij minder stigmatiserend zijn.
Een beperkt aantal mensen met autisme bevindt zich op de zesde en hoogste trede, betaald werk (zonder ondersteuning). Een grotere groep werkt met een of andere vorm van begeleiding (trede vijf). Nog anderen, zoals mezelf, doen ‘onbetaald werk’ (trede vier), zoals vrijwilligerswerk en dagactiviteiten in een centrum. Heel wat andere autistische mensen doen mee aan activiteiten (trede 3), hebben enkele contacten buitenshuis (trede 2) of zijn volledig geïsoleerd (trede 1).
- De taal van het land en haar gebruiken kennen
De taal van het land kennen, is een vijfde verwachting die in veel bronnen over maatschappelijke verwachtingen staat. Veel mensen interpreteren dat enkel letterlijk als ‘Nederlands leren’, maar het gaat veel verder dan dat. Om met je buren of de bakker op de hoek te spreken, is het soms beter een cursus dialecten van de streek te volgen of een woordenboek van het lokale dialect te kopen. Dat helpt vaak meer om het ijs te breken als je met iemand contact wil maken.
Aansluitend bij de taal zou je ook de gebruiken moeten kennen van het land, waaronder, volgens inburgeringsbronnen, 627 traditionele feesten, 735 reuzen, en 125 rituelen. Zelf ken ik alleen de schoolkalender en de belangrijkste (christelijke) feestdagen.
Tot slot
Als ik de verwachtingen om te functioneren in de samenleving aftoets met mijn eigen leven, zijn er niet zo gek veel waarop ik positief scoor. Als ik dan voldoe aan bepaalde verwachtingen, dan is het niet omdat ik ervoor gekozen heb, bijvoorbeeld door hier geboren te zijn of voorouders te hebben die hier geboren zijn. Wellicht is het voornaamste antwoord op de vraag hoe je goed kan functioneren vervat in de vrije meningsuiting, bijdragen door actief te zijn en niet al te excentriek gedrag te stellen.
Met veel inzicht geschreven. Het is helaas moeilijker om dit goed in de praktijk te brengen. En als autist ondervind ik ook veel tegenwerking telkens ik probeer in de samenleving te komen. Je wordt constant weggeduwd. Een mens zou voor minder de moed opgeven.
LikeGeliked door 1 persoon