‘Wat betekent ‘autistische identiteit’ voor jou?’ … autisme en identiteit

Charlie, lezeres van mijn blog, wil graag weten wat voor ‘autistische identiteit’ precies betekent, in de eerste plaats in het algemeen en verder voor mij persoonlijk, hoe het mijn persoonlijk leven bepaalt. “Het is een term die ik soms tegenkom in teksten, vooral dan in teksten van autistische mensen, maar die bijna nooit uitgelegd wordt.”

Volgens mij verwijst autistische identiteit vooral naar de manier waarop autistische mensen zichzelf identificeren en hun kenmerken als autistisch interpreteren en associëren met andere autistische mensen binnen de autismegemeenschap. Als mensen zich autistisch beschouwen, kan dat betekenen dat ze spreken over een bepaalde manier van denken, waarnemen en communiceren, en de manier waarop ze zich verhouden tot de wereld om hen heen. Er zijn verschillende manieren waarop autistische mensen hun autistische identiteit kunnen beleven en uiten, en er is volgens mij geen ‘juiste’ manier om autistisch te zijn.

Ik vond het de afgelopen vijftig jaar zelf zeker niet eenvoudig om mezelf als autistische persoon en mijn ‘autistische identiteit’ te begrijpen en te vormen. Een eerste moeilijkheid die ik ervoer is dat ik mijn identiteit zie als een verzameling van details die er telkens anders uit zien, waardoor er geen duidelijk geheel of zelfbeeld uit lijkt te komen.

Dat wordt nog eens verhevigd in de zin dat ik het altijd moeilijk heb gevonden om te verhouden tot het anders-zijn van anderen, of ze nu autistisch waren of niet, en wat dat ‘normaal-zijn’ of in – of aanpassen inhield, of het nu een autistische normaliteit of een algemene normaliteit was. Tot slot ervoer ik steeds weer dat deze ontelbare lagen van details steeds weer veranderden, zowel inhoudelijk als op vlak van de positie die ze innamen binnen het geheel van mijn identiteit.

Ik heb ervaren dat daarover nadenken of proberen daar een structuur of een waarheid in te vinden vooral leid tot slapeloosheid en ontmoedigende depressiviteit. Sindsdien probeer ik me niet te veel in te spannen om mezelf te begrijpen maar probeer ik te accepteren dat ik in een voortdurende veranderende voorlopigheid besta. Ik heb ervaren dat er behoorlijk wat vvv-’s rondlopen en dat dit geenszins als een pathologie beschouwd wordt, eerder als maatschappelijk verrijkend. Tenzij dan voor mensen die me absoluut willen begrijpen, maar daar blijf ik dan liever ver van weg.

Je eigen standpunt vinden over je autistische identiteitsbeleving kan volgens mij helpen om verbinding te vinden met andere autistische mensen en de autismegemeenschap in het algemeen, om hulpverlening en steun te vinden, om eventueel zelfstigma te verminderen en om beter te kunnen omgaan met vooroordelen tegenover autisme en mensen met autisme. Dat is volgens mij een proces waarvoor iedere autistische persoon zijn of haar tijd nodig heeft en zich vooral de tijd moet gunnen, het gaat zeker niet van vandaag op morgen. Een van de inspiratiebronnen om dat proces te ervaren was voor mij het boek ‘De negen fasen in leven met autisme’, dat ik heb besproken op deze blog.

Zelf ervaar ik mijn autistische identiteit als zeer relatief, en niet absoluut, in de zin dat mijn autisme mijn identiteit niet volledig bepaalt, maar dat autisme in bepaalde situaties sterker bepalend is dan andere, en dat het door alles heen loopt eerder dan omlijnd beperkend is. Voor mij is mijn autistische identiteit gebaseerd op mijn medische diagnose die een autistische manier van denken vaststelt als een van de verklaringen voor bepaalde wrijvingen, conflicten en moeilijkheden in mijn dagelijks leven met anderen.

Ik ervaar mezelf eerder als ‘autistisch genoemd’ dan als ‘autistisch zijnde’ of als ‘autisme hebbend’, en zie ‘autistisch genoemd’ vooral als een verwoording van een verhouding van mijn vorm van denken tegenover die een standaard manier van denken van anderen. Ik zie het niet als een verzameling van stereotypes, noch als iets waar ik mezelf mee zou diagnosticeren of als een manier om een politieke agenda (eisen van speciale rechten of privileges) mee aan te sturen. Tot slot ben ik trots als ik als autistisch persoon wordt gezien, en dan vooral omdat ik dat zie als een voorrecht om met andere autistische personen en hun omgeving te mogen omgaan, wat ik meestal ervaar als verrijkend en versterkend.