‘Wat kan ik doen om autistische mensen niet op de tenen te trappen?’ … autisme en gevoeligheden

Af en toe krijg ik een mailtje van een groepje studenten dat, eens afgestudeerd, onder andere met ‘autisten zal werken’. Ze hebben blijkbaar nog nooit ‘een autist’ ontmoet. Dat zal weldra gebeuren. Meer zelfs, van de man die naar hun hogeschool komt, wordt gezegd dat die zal spreken én ook nog vragen beantwoorden. Wellicht met een begeleider die uitlegt wat hij bedoelt of zegt. Autistische taal schijnt soms redelijk onverstaanbaar te zijn voor gewone stervelingen.

Om vooral niets verkeerd te doen, en die autistische man niet boos te maken, willen de jongens en meisjes van de hogeschool voorbereid zijn. Daar vind ik natuurlijk niets mis mee. Aangezien de schrijver van deze blog volgens hen een ‘autismedeskundige’ is/moet zijn, vragen ze voorzichtig of ik hen tips wil geven. Het liefste tien, dat past goed in de powerpointpresentatie.

De schrijver van deze blog doet dat graag. Zelfs al is hij geen autismedeskundige, maar een man met autisme zelf. Gewoon een mens eigenlijk. Een autistische mens, met een beetje kennis van autisme, en des te meer (eigen) ervaringen. Misschien kan ik hen bij deze er ook bij vertellen dat ik de autistische man ben die komt spreken. Ik ben voor de gelegenheid bij mijn podoloog langs geweest om mijn tenen in te korten. De kans dat ik boos wordt is overigens klein. Ik vraag me wel af wat jullie beeld precies is van een boze autist.

Deze tien signalen kan je volgens mij beter niet geven als je mij, en misschien ook andere autistische mensen, niet boos te maken. In de eerste plaats helpt het om mij gewoon als mens te benaderen, vanuit een zeer open communicatiestijl, met aandacht voor luisteren en parafraseren en aftoetsen of ik begrepen heb wat je me hebt gevraagd, maar ook onderstaande tien tips kunnen helpen.

  1. Intens en onophoudelijk in mijn ogen staren. Dat kan voor mij lastig overkomen omdat ik helemaal niet weet wat je bedoelt en ik het gevoel heb dat er iets gebeurd is of zal gebeuren waar ik bang van wordt of wat me een ongemakkelijk gevoel geeft. Tenzij je natuurlijk een vrouw met heel mooie ogen bent, dan zou ons gesprek een heel andere wending kunnen krijgen.
  2. Te veel fysiek contact: Af en toe kan ik overgevoelig zijn voor aanraking, dus te veel fysiek contact kan als onaangenaam en irritant worden ervaren. Met als gevolg dat ik wel eens duw zou kunnen geven.
  3. Te veel lawaai of chaos: Ik kan regelmatig overgevoelig zijn voor te veel lawaai of chaos, dus het creëren van een omgeving met te veel prikkels kan mij overweldigen en mij boos maken.
  4. Onverwachte veranderingen: Als autistische persoon heb ik graag routine en structuur, dus onverwachte veranderingen kunnen me van streek maken en sterke gevoelens oproepen..
  5. Onduidelijke of tegenstrijdige instructies: Ik heb vaak moeite met mensen die indirecte of tegenstrijdige instructies geven, als ik het gevoel heb dat ik moeilijk het ene en het andere kan doen, dus het geven van onduidelijke instructies kan me boos aken.
  6. Te veel sociale druk: Als autist heb ik het niet zo met sociale interactie, zeker niet als ik te veel sociale druk voel. Dan heb ik de neiging me minder in te spannen en geïrriteerd te worden.
  7. Negatieve of sarcastische opmerkingen: Sommige ironische of sarcastische opmerkingen kan ik persoonlijk of verkeerd opvatten, en als gevolg daarvan me aangevallen voelen, waarop ik me ga verdedigen.
  8. Onvoldoende tijd om te verwerken: Ik heb vaak wat meer tijd nodig hebben om informatie te verwerken, te wennen aan de omgeving en na te denken voordat ze reageren, dus als je mij onder tijdsdruk zet kan dat wel eens leiden tot een communicatiebreuk.
  9. Gebrek aan begrip: Als ik ervaar dat je mijn andere manier van denken en communiceren niet begrijpt of respecteert, vind ik dat een reden om hetzelfde te doen met die van jou.
  10. Overmatige kritiek: Ik heb er al een beetje mee leren omgaan, met echt goed kan ik nog omgaan met kritiek, zeker als ik ze onlogisch of ongegrond vind. Omdat ik veel kritiek heb gekregen in mijn leven, komt het vaak voor dat ik vind dat ik te veel of onterechte kritiek krijg. Ik vind het daarom belangrijk zelf constructief te zijn en verwacht dat ook van anderen.