‘Hoe voel je je?’ … autisme en moeilijke vragen

Een van de moeilijkste vragen die een autist kan krijgen, laten sommige mensen (al dan niet met autisme) me via mail en social media, me weten, is ongetwijfeld ‘hoe voel je je?’. En of ik tips heb hoe je die vraag, en soortgelijke moeilijke vragen, op een goede manier kan beantwoorden, zonder te moeten vervallen in een defensieve houding of clichés.
Als mensen mij vragen hoe ik me voel, is dat meestal omdat ze graag een gesprek willen aanknopen, omdat ze beleefd willen laten weten dat ze mij hebben opgemerkt en interesse willen tonen, of omdat ze graag iets over hun eigen gevoelens kwijt willen zonder daar meteen zelf over te beginnen. Ik zie het meestal niet als een vraag naar een uitgebreid verslag van mijn emotionele toestand op dat moment.
Soms is dat echter wel het geval. Bijvoorbeeld als mijn liefste mij dat vraagt. Of iemand waar ik op dat moment een zeer persoonlijke band mee heb, omdat we al een tijdje intens samenwerken aan een project bijvoorbeeld. In zo’n situatie probeer ik de vraag te nemen zoals ze komt. Dat maakt de vraag er zeker niet niet gemakkelijker op. Zeker als de vraag niet zie aankomen, vind ik het moeilijk om mijn emoties zomaar te herkennen, te begrijpen en precies te verwoorden. Vaak weet ik niet meteen wat ik voel. Is dat het geval, dan zeg ik dat ook. Ik weet niet meteen wat ik voel omdat ik bezig ben. Of: je overvalt me wel met die vraag, mag ik daar even over nadenken?’. Ik heb ervaren dat het beter is te zeggen dat ik het niet weet in plaats van te willen antwoorden wat de ander verwacht.
Het gebeurt dat ik er wel op kan antwoorden, bijvoorbeeld door wat ik op dat moment ervaar in mijn lichaam of waar ik eerste aan denk als ik de vraag hoor. Meestal is mijn antwoord dan een samenvatting van hoe ik tussen daarnet en nu voelde. Zoals : ‘ik voelde me daarnet overweldigd maar nu voel ik me gelukkig omdat ik hier geraakt ben en bij jou ben zodat we eraan kunnen beginnen’. Het gebeurt ook dat ik plots iets ervaar in mij lichaam en dan bijvoorbeeld antwoordt: ‘ik voel mijn hart kloppen in mijn keel door me te haasten om hier op tijd te zijn’, of ‘ik voel alsof er een olifant op mijn borst zit, laat me even op adem komen’.
Als iemand me vraagt hoe ik me voel, en het is de bedoeling dat ze iets te weten komen maar geen volledig emotioneel verslag willen, dan probeer ik een evenwicht te vinden tussen een weergave van positieve en negatieve emoties. Als ik me boos en gefrustreerd voel omdat mijn planning niet gegaan is zoals ik wilde, zal ik dat niet verbergen, maar ik zal me ook blij en opgewekt tonen omdat ik uiteindelijk toch geraakt ben waar ik wou, en dat het mij ondanks alles gelukt is. Zo kan ik me angstig en nerveus voelen, overweldigd en uitgeput, somber en down, overprikkeld en overweldigd, onzeker en ongemakkelijk eenzaam en geïsoleerd, maar ik probeer er toch steeds een positief gevoel aan te koppelen, hoe erg de situatie ook is. Dat doe ik meestal om de ander niet teveel te bezwaren met mijn ongemakken, en het contact niet af te breken.
In veel gevallen kan degene die vraagt hoe ik me voel er helaas niets mee als ik hem of haar werkelijk zeg hoe ik me voel. Erger zelfs, hij of zij zou wel eens pijnlijk advies kunnen geven, of mijn emoties wegwuiven als overgevoelig of net ongevoelig. Daarom ben ik eerder voorzichtig in het verwoorden van mijn gevoelens als iemand die niet zo vaak ontmoet er mij naar vraagt. Vaak antwoordt ik daarom ‘zo en zo’, ‘zoals het weer’, of met een grappige of onzinnige metafoor ‘zoals een rubbereendje in een bad vol schuim’ of ‘zoals kaloemmerkes in de zep’. In dat geval kan de ander daarop inspelen en zo blijft er een positieve dynamiek in de ontmoeting en het gesprek dat daarop kan volgen.
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.