‘Kies ik een nom de plume als ik schrijf over autisme?’ … autisme en ervaringsuitwisseling

Louis wil graag zijn autismebeleving en ervaringen als autistische persoon delen met anderen, binnen een veilige omgeving, en met respect voor zijn grenzen. Hij wil beginnen met een blog, vervolgens een podcast en een vlog, en uiteindelijk een boek schrijven waaraan hij lezingen wil koppelen. Louis is hooggeschoold, ‘volstrekt atypisch autistisch’, schrijft hij. Hij heeft zijn hele ‘autismeproject’ al uitgetekend op papier. Hij blijft echter met een paar vragen zitten. Een vraag die hij aan mij stelt is of hij dat onder zijn eigen naam doet, onder een bijnaam, nom de plume of geuzennaam of, voor sommige activiteiten, onder een heteroniem.

Ik juich je initiatief om je ervaringen te delen met anderen toe, Louis, ook al hoeft dat niet meteen tot een blog, een podcast, een vlog, een boek en lezingen te leiden. Als je bijvoorbeeld kiest voor kleinschalige ervaringsuitwisseling in besloten kring, binnen organisatieverband of op een afgeschermd internetforum met toegangsvoorwaarden en moderatie, kan je dat volgens mij onder je eigen naam doen. Ook al is het perfect mogelijk ook daar een schuilnaam te gebruiken als je je daar veiliger en comfortabeler bij voelt. Een heteroniem, of schrijverspersoonlijkheid, zou ik daarentegen niet overwegen, omdat dit de authenticiteit van je autismeverhaal in gedrang brengt, en het volgens mij te ingewikkeld wordt.

Als je je de vraag stelt of je onder je eigen, administratieve, familiale naam moet schrijven of spreken, of een van de schuilvarianten moet gebruiken, is een gouden regel volgens mij dat je alleen iets over jezelf deelt als je er comfortabel en veilig bij voelt. Hetzelfde geldt als je denkt over het delen van een foto van jezelf, of details over delicatere delen van je leven. Je hoeft helemaal niet alles over jezelf bloot te geven, integendeel.

Ik volg je helemaal als je in je mail schrijft dat je je zorgen maakt over de voyeuristische neigingen van sommige mensen, al dan niet met autisme, die boeken over autistische mensen lezen, komen luisteren naar lezingen of voordrachten, en de pieren uit je neus vragen. Je hebt alle recht om de gegevens die je niet wil blootgeven voor jezelf te houden. Zo vind ik het niet meteen een meerwaarde als je de gegevens van je identiteitskaart of je afkomst vermeldt. Het maakt een verhaal er volgens mij niet meteen authentieker of geloofwaardiger op. Ik vind het belangrijker dat je in je verhaal weergeeft hoe jij jezelf ervaart, en wat jouw ervaringen zijn met autistisch denken in de samenleving.

Natuurlijk kan ik je, vanuit mijn perspectief, wel enkele van de vaakst genoemde argumenten voor en tegen geven.

Ik begin met de argumenten voor het gebruik van een schuilnaam. Vooreerst omdat de meeste autistische mensen schuilnamen gebruiken als ze in het openbaar schrijven of spreken over hun autismebeleving. Omdat de media een voorkeursbehandeling geven aan mensen met een geloofwaardige naam en uiterlijk, ken je waarschijnlijk vooral de minderheid die dat wel doet. Maar geloof me, in de media komen zegt niets over kwaliteit of geloofwaardigheid. Andersom betekent het ook niets negatief als een autistisch persoon net wel in de media komt. Het zegt veeleer iets over diens kwaliteit om de juiste mensen op het juiste moment te vinden.

Van de vele argumenten die spreken voor het gebruik van een schuilnaam of variant daarvan zijn de belangrijkste volgens mij achtereenvolgens privacybescherming, veiligheidsgevoel, comfort en zelfexpressie, meer focus op de inhoud mogelijk, betere toegankelijkheid, bescherming van mensen in je omgeving, professionele overwegingen, meer mogelijkheid tot creatieve vrijheid, vermindering van vooroordelen, en tot slot betere flexibiliteit en meer mogelijkheid tot evolutie.

Er zijn uiteraard nog vele andere argumenten die mensen die een schuilnaam of variant gebruiken aanhalen vanuit hun ervaringen, maar dit vind ik de belangrijkste. Het zijn vooral mensen die ervaringen hebben met online intimidatie, pesten of stalking, die graag de nadruk leggen op de inhoud van hun verhaal in plaats van op hun persoonlijke identiteit.

Uit onderzoek blijkt bovendien dat een pseudoniem gebruiken kan helpen om je verhaal toegankelijker te maken voor een breder publiek. Sommige mensen blijken zich meer op hun gemak te voelen om vragen te stellen aan iemand van wie de identiteit niet volledig bekend is.

Een pseudoniem wordt ook vaak gebruikt door mensen die professioneel of geëngageerd actief zijn en liever niet willen dat ze vereenzelvigd worden met hun autisme-identiteit in hun vakgebied.

Een voorbeeld bij uitstek van een vakgebied waar veel intolerantie en onverdraagzaamheid heerst, is de sociale en specifiek de verzorgende sector. Als iemand uit deze sector, bijvoorbeeld een autistische psychiater of psycholoog, bijvoorbeeld een blog, vlog of voordracht geeft, gebeurt dat zelden onder zijn of haar eigen naam, of vermelding van zijn of haar beroepsstatus. Dat zou immers aan beide kanten, zowel bij het publiek als bij de werkgever en collega’s, een aantal stigmatiserende neigingen losmaken, wat de schrijver of spreker liever niet wil.

Een ander voorbeeld waarom iemand een pseudoniem kiest, is omdat hij of zij een specifiek uiterlijk heeft dat vooroordelen losmaakt die de inhoud van zijn of haar verhaal op de achtergrond plaatsen. Of het nu gaat om gekleurde autistische mensen, mensen wiens gelaat verminkt of verbrand is, mensen met fysieke of psychische beperkingen … ze gebruiken vaak pseudoniemen om discriminatie en kwetsende opmerkingen van zowel autistische als niet-autistische mensen te vermijden. Al kan het ook zijn omdat hun familienaam van Aziatische of Afrikaanse oorsprong is, terwijl zij zelf al generaties lang hier wonen, en ze met een ‘Europese’ naam geen scheld epistels in de mailbox van hun blog krijgen.  

Om af te ronden wil ik niet nalaten om enkele nadelen van een pseudoniem te benoemen. Die zijn er, helaas namelijk ook. De meeste mensen zullen niet te weten komen dat je een pseudoniem gebruikt, maar het kan altijd zijn dat je dit vermeldt. Vanaf dat moment zijn er lezers die de geloofwaardigheid en de betrouwbaarheid van wat je schrijft betwijfelen.

Voor sommige lezers kan een schuilnaam klaarblijkelijk ook een afstand scheppen die ze ongemakkelijk vinden. Anderen zullen opperen dat je geen volledige verantwoordelijkheid voor je woorden of acties neemt, je mogelijks onverantwoordelijk gedrag toeschrijven.  Sommigen zullen ook je expertise en ervaringen willen verifiëren, wat met het gebruik van een pseudoniem of andere veiligheid niet zo goed kan.

En misschien wel het moeilijkste aan een schuilnaam is dat het moeilijker wordt om aan projecten mee te werken, in de media te verschijnen of met mensen te praten die rigide zijn als het op identiteit aan komt.  Sommige journalisten verschuilen zich bijvoorbeeld achter hun journalistieke ethiek om “echte namen” en “echte gezichten” te gebruiken. Terwijl er ook nog zoiets bestaat als getuigenbescherming. Het lastigste zijn volgens mij de mensen die in de waan leven dat je ‘echt’ bent als je je vereenzelvigt met je identiteitskaart, je biologische, culturele of religieuze of maatschappelijke afkomst, en mensen in twijfel trekken die, om redenen die voor hen ongetwijfeld gerechtvaardigd zijn, een of andere vorm van schuilidentiteit, avatar of ander persona gebruiken.  

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.