Zeven dingen die ik doe om beter te plannen … autisme en structuur

In mijn leven probeer ik voortdurend te evolueren, bij te leren en te groeien. Voor een stuk gebeurt dat onbewust, elk mens verandert en ontwikkelt zonder dat te ervaren. Dat gebeurt ook bij mij. Het is niet zo eenvoudig dat bij jezelf te zien, maar als ik de ontwikkeling zie bij mensen die ik goed ken, sta ik soms versteld van de evolutie die ze doormaken. Helaas zie ik ook mensen die veel van wat ze hebben geleerd in verloop van tijd verliezen.

Om in de chaos die er bestaat een beetje orde te scheppen, naar overzicht te streven en mijn leven enigszins te organiseren, zijn er zeven dingen die ik doe, en die ik in dit artikel wil delen. Net zoals bij alle tips geldt ook hier: wat werkt voor mij, hoeft niet te werken voor anderen, en wat werkt voor mij als autistisch persoon, kan ook voor u, als niet-autistisch mens werken (en nee, daarom hoeft u nog niet meteen te denken dat u autistisch bent).

  1. Om de dag te overzien gebruik ik vaak visuele hulpmiddelen, zoals een kalender, planners, en andere middelen waardoor ik kan zien hoe mijn dag er ongeveer uitziet. Ik maak gebruik van kleurcodering en voor mij duidelijke tekens of symbolen om activiteiten en de mate van engagement en verantwoordelijkheid te markeren en zo overzicht te houden. Zo probeer ik voor een evenwichtige planning te zorgen met zowel variatie, aandacht voor mijn grenzen als voldoende uitdagingen.
  2. Om mijn tijd beter te plannen maak ik gebruik van het volgen van dagelijkse routines die elkaar opvolgen en op elkaar inspelen. Het zijn routines die ik af en toe bijstel en van plaats in de week en de dag verander. Dat stelt me in staat om me beter aan te passen aan onverwachte situaties, hoewel veel van wat er gebeurt onverwacht is.
  3. Stellen van realistische doelen, en de lat meestal lager leggen dan ik zou willen, is voor mij een manier gebleken om mijn tijd beter te plannen en dingen af te krijgen. Ik had vroeger namelijk de neiging om veel te veel in te plannen of te voorzien voor een bepaalde dag. Door kleine, haalbare acties te plannen, krijg ik al snel concreet resultaat en wordt ik gemotiveerd om meer af te krijgen en zelfs tijd over te hebben waarvoor ik kan putten uit de categorie ‘reservetaken’ of ‘dingen die ik al lang had willen doen’.
  4. Technologie gebruiken vind ik geen probleem, ik gebruik ontelbare middeltjes en apps om mijn dagelijks leven te meten en te ordenen. Zo hebben zowel mijn liefste als ik een gedeelde agenda, een fitbit-app, weten we elk moment waar onze smartphone zich bevindt en gebruiken we beiden Airtags om onze belangrijkste bezittingen te traceren. Zo heb ik aan het einde van de dag niet alleen een goed gevoel dat alles duidelijk afgevinkt is, maar ook hoeveel energie ik heb verbruikt en welke beloningen ik heb verdiend. Ik kan ook met gerust gemoed bepaalde taken die nog niet af zijn laten rusten maar ik zie dat de uitvoering al flink gevorderd is. Ik probeer ook tijdens het reizen (met het openbaar vervoer) en het wachten op anderen iets zinnigs te doen, en dat te plannen. Als ik langer moet wachten dan gepland, heb ik tenminste iets gedaan, en hoef ik me niet meer op te winden of te ergeren.
  5. Aanpassingen aan de omgeving om taken te vergemakkelijken, en om de omgeving ook sneller opgeruimd en rustiger te maken. Dat zijn zowel aanpassingen die prikkels minimaliseren als herinneringen waar ik wat kan opbergen en terugvinden. Zo heb ik een boekenkast verplaatst van mijn bureau naar mijn slaapkamer om de resonantie van mijn passioneel vrijende buren een beetje te verminderen.
  6. Prioriteiten stellen vind ik nog altijd een hele uitdaging. Zeker omdat veel mensen moeilijk kunnen aangeven hoe belangrijk hun vraag is, voor hen is hun vraag vaak het belangrijkste van al. Daarom moet ik ofwel met kleuren (groen, oranje, rood) ofwel met cijfers (prioriteit 1 tot 10) aangeven welke taak ik prioriteit moet geven en tegen wanneer die af moet zijn. Bijvoorbeeld vuilnis buiten zetten, doe ik ten laatste voor ik me klaarmaak voor het slapen, en heeft altijd rood.  Het kan ook duren dat bepaalde taken langer duren of dat ik ze blijf uitstellen, zoals telefoneren, dan neem ik ze altijd voor. Sommige taken wil ik dan weer zo snel mogelijk af hebben omdat ze de rest van mijn dag vergallen. Die krijgen dan ook een hoge prioriteit. Tot slot zijn er taken waarvan ik me afvraag of ik die echt moet doen, omdat ze bijvoorbeeld eerder sociaal gewenst dan noodzakelijk zijn.
  7. Als het aankomt op een goede planning, vind ik flexibiliteit en mild blijven voor mezelf even belangrijk als de planning afwerken. Ik plan daarom steeds buffers, periodes van 10 tot 20 minuten in, die bedoeld zijn om wat ademruimte te geven. Af en toe maak ik ook tijd vrij om uit te rusten en op adem te komen na bepaalde taken. Het gebeurt ook dat ik buffers zet om informele gesprekjes te kunnen voeren, die soms wat langer duren dan verwacht. Mijn planning verloopt trouwens om allerlei redenen (maar veelal door chaotische, impulsieve mensen of het weer) vaak anders dan verwacht en dat moet kunnen. Zeker omdat iedereen (vaak onbewust) een eigen structuur, planning of overzicht van wat h/zij wil in zijn hof haar hoofd heeft, maar daar bijna nooit over communiceert en denkt dat iedereen dat wel aanvoelt. Ik kon me daar vroeger erg over opwinden maar ik heb geleerd dat het essentieel is om vriendelijk voor mezelf (en als het even kan voor anderen ook) te zijn en bewust te blijven dat het vaak niet lukt om af te werken wat ik gepland had. Maar dan besef ik dat er morgen ook nog een dag is, en de wereld niet vergaat als bepaalde taken een dag of twee later dan gepland zijn afgewerkt.