Het leukste aan schrijven, dat is lezen … autisme en schrijven

Foto van Lacie Slezak op Unsplash

Wat vind je het leukst aan schrijven?

Wat het leukst is aan schrijven, hangt voor mij sterk af van welk soort tekst ik schrijf. Er zijn momenten waarop ik schrijven leuk vind maar als ik bijvoorbeeld aan iemand iets moet meedelen waarvan ik niet meteen weet hoe dat ‘gepast’ te verwoorden, is het eerder zwoegen en vind ik dat niet leuk. Tenzij dan als het me dan toch gelukt is.

Het leukst vind ik schrijven zonder verplichting, brieven die ik niet verstuur aan mensen die ik niet ken en ook niet ergens publiceer of het herschrijven van een stuk van of een heel boek dat ik aan het lezen ben. Voor mij zijn schrijven en lezen onlosmakelijk met elkaar verbonden. Daarom is een van de leukere delen van een tekst schrijven erover lezen en nieuwe invalshoeken of interpretaties die wat ik al denk te weten verder brengen of mij uitdagen om in vraag te stellen wat ik al over het onderwerp heb geschreven.

Wat tot slot ook leuk vind aan schrijven is later terug te lezen wat ik ooit heb geschreven. Met ‘ooit’ bedoel ik dan wat ik ooit voor mijn blog heb geschreven. Ik vind het nogal confronterend om mijn opstellen uit het vijfde of zesde secundair terug te lezen. Daar stond weliswaar steeds ‘uitmuntend’ en ‘wat een bevlogen schrijfstijl heb jij’, maar ik zou mijn jongere zelf hoogstens een ‘goed geprobeerd maar wees wat minder hoogdravend’ meegeven. De stukjes die ik schreef in het laatste jaar van de lagere school vond ik dan weer best schattig, intelligent en emotionerend.

Ja, lezen vind ik absoluut het leukst aan schrijven. Alleen om niet te vergeten wat ik gelezen heb, het gevoel te hebben iets te hebben gedaan met lezen, en soms ook om mijn enthousiasme te delen, schrijf ik. Ooit vroeg iemand of ik het erger zou vinden mijn ogen of mijn handen te verliezen (met dat soort mensen kom ik dus in contact), dan toch liever mijn handen. Dan kan ik nog lezen. Hoewel ik toch nog graag mijn handen even hou.