De kunst nee te zeggen
In elke taal zijn de belangrijkste woorden meestal klein. Ja, bijvoorbeeld. Deze woorden zijn gemakkelijk te uiten, en ze vullen de lege ruimtes in onze wereld.
Er is echter één woord – ook klein van omvang – dat we moeilijk vinden om uit te spreken: ‘Nee’. We zien onszelf meestal als genereus, begripvol en beleefd als we niet ‘nee’ zeggen.
Omdat ‘nee’ beschouwd wordt als vervloekt, egoïstisch en allerminst spiritueel. Het geeft soms zelfs eens schuldgevoel ‘nee’ te zeggen of negatief te zijn. Wie zijn wij immers om iets af te wijzen, anderen hebben het toch veel slechter dan ons?
Toch is het niet zo eenvoudig als het lijkt. Er zijn immers momenten waarop we ‘ja’ zeggen tegen anderen en eigenlijk ‘nee’ zeggen aan onszelf. Eigenlijk zeggen veel mensen ‘nee’ tegen zichzelf. Terwijl anderen ‘ja’ zeggen en eigenlijk ‘nee’ bedoelen, ‘nee’ aan mensen die anders denken. Het lukt me zelden die twee meteen uit elkaar te halen.
Wat mensen groots maakt volgens mij is dat ze eerder dan ‘ja’ vooral erg duidelijk ‘nee’ hebben kunnen zeggen tot alles wat hen afbrak, vernietigde, of niet paste binnen hun ideaal van groei en mededogen.
Je moet het maar kunnen, ik kijk er met veel bewondering naar. Ook al hebben ze daarvoor moeilijke afscheidsmomenten moeten doorstaan, knopen moeten doorhakken, dodelijke blikken moeten trotseren, de vreselijkste labels opgeplakt gekregen.
Hoewel het intolerant kan overkomen blijft het belangrijk ‘nee’ te zeggen en zich te blijven verzetten tegen wat we onrechtvaardig, manipulatief of wreed vinden tegenover onszelf en wie we lief hebben, hoe ver ook.
Wie niet meer de mogelijkheid heeft zich te verzetten, te protesteren, kritiek te geven, heeft volgens mij een groot stuk menselijkheid verloren.
Voor mij heeft ‘nee’ natuurlijk ook te maken met begrenzen. ‘Nee’ is aangeven hoever je kan gaan. Aan zichzelf. Aan de omgeving. Aan de samenleving. Hoe dat ook overkomt.
Het lucht op af en toe ‘nee’ te zeggen. Het geeft een gevoel van overwinning, van sterkte. Geen assertiviteitstraining die het volgens mij kan leren. Hoewel ik er al heel wat gehad heb.
Alleen oefening. De oefening van het uitspreken van het woord in eerste instantie. Maar ook de oefening van herinnering en het luisteren naar signalen vanuit jezelf. Daarbij is het de bedoeling eerder ‘nee’ te zeggen dan wanneer mijn lichaam of mijn psyche ‘nee’ zegt. Door uitputting of ziekte. En zeker het ‘nee’ van deskundigen als dokters voor te zijn.
Bijvoorbeeld door een doosje te maken met alle ‘nee’ dingen van de vorige dag, wat je niet meer wil meemaken. Zo vergeet ik het niet. En vooraleer iemand mij vraagt: ‘wil je dat (opnieuw/nog eens) doen?’ – dan denk ik aan wat in het doosje zit, en waarom. En zeg ik – na even goed nadenken – nee.
Waarop ik weer ruimte heb om ‘ja’ te zeggen. Aan wat en voor wie ik volledige inzet geef.
Geïnspireerd door een blog van Paulo Coelho
Een nogal warrige post. Deels door taalgebruik, zinsopbouw, deels door de gedachtengang. De bekende moeilijke stappen van wat jij wilt zeggen, hoe je het verwoordt, hoe ik het lees en hoe ik het begrijp.
Wat ik bij mezelf ervaar is het ‘de vraag vóórzijn’. Het aanbieden voordat het gevraagd wordt. Inderdaad vereist het oefening (en ervaring) ‘nee’ te kunnen zeggen. Niet alleen bij een concrete vraag, maar ook, en vooral denk ik, bij een algemene situatie. Waarbij een afweging lastig is.
Ik heb voor mezelf besloten dat ik niet altijd aardig gevonden hoef te worden.
Een soort mantra van mij is ‘Ik ben belangrijk’. Van daaruit kan ik gemakkelijker een afweging maken om ‘ja’ of ‘nee’ te zeggen. En zelfs van daaruit blijft het oefenen.
LikeLike