Had Asperger asperger of was hij gewoon ongewoon? … autisme en beeldvorming

Over ‘beroemde’ mensen met autisme vind ik het moeilijk iets te zeggen. Anderen, soms met en soms zonder (voeling met) autisme, blijken daar beduidend beter in. Ze bevinden zich soms in het publiek van een voordracht, lezing of getuigenis rond autisme die ik geef. Met veel overtuiging geven ze hun omstaanders mee dat x, y, of z ook autisme had. Van Nostradamus tot Mohammed, van Newton tot Einstein, van Mozart over Bill Gates tot Courtney Love.

Het zijn meestal uitblinkers die weinig kwaadaardig in zich dragen.  Tot nu toe is er niemand in mijn publiek komen aandraven met namen als Hannibal, de onbekende soldaat, Tomas de Torquemada, Reinhard Heydrich of Elizabeth Bathory. Kortom, mensen op zwarte bladzijden in de geschiedenis en onbekende zielen, blijken weinig kans te hebben op postuum autisme.

Het schoot me te binnen bij een mailtje dat Brandon (22), toekomst fysicus, me stuurde. Brandon vroeg of ik soms wist of Hans Asperger, bekend van zijn onderzoek naar ‘Autistischen Psychopathen’ (die overigens geen psychopaten waren), zelf autisme had. Of was dr. Asperger gewoon ongewoon? Zoals veel artsen en onderzoekers, voegt hij eraan toe. Brandon heeft een jongere broer met autisme, die dat namelijk bij hoog en laag beweert. ‘Ik heb intussen ervaren dat je met een autist best niet te hard kan twisten. Dus ik vraag ’t liever aan iemand die het misschien wel kan weten’.

Het spreekt vanzelf, Brandon, dat ik moeilijk zelf kan uitmaken of Dr. Asperger autisme had  en dus of je broertje gelijk of ongelijk heeft. Evenmin ben ik een deskundige die een diagnose kan en mag stellen. Zeker niet op basis van wat geweten is of zou zijn over een overleden autismepionier.  Ik heb wel het een en ander gelezen en gehoord over het leven van Hans Asperger. Voor wat het waard is, kan ik mijn mening daarover geven. Met een vrachtwagen vers zeezout om erbij te nemen.

Volgens zijn biografen was Hans Asperger inderdaad een vrij teruggetrokken, somtijds apathische jongen. Hij was tuk op spelletjes op zijn eentje, en zou gegruwd hebben van sociale frivoliteiten. Later zou hij als het even kon erop getrokken zijn voor lange wandelingen in het Oostenrijks gebergte.

Wat al van kindsbeen opviel, was zijn vroege rijpheid en later enorme fascinatie, soms preoccupatie genoemd, voor alles wat met taal had te maken. Zo zou Asperger een voorliefde gehad hebben voor het werk van de Oostenrijkse schrijver Franz Grillparzer. Daar kon hij zijn klasgenoten vreselijk mee vervelen. Of hij dat ook doorhad, is niet geweten. De rode draad door Grillzparzer’s werk schijnt te zijn : hoe kan men een gelukkig mens zijn, zonder amoreel te worden? Wie hem al eens gelezen heeft, weet dat het geen vrolijke frans is.  Die leespassie die oversloeg naar filosofische werken, nam in zijn latere leven zoveel tijd in beslag dat hij een afwezige vader was. De tijd die hij er wel was, oreerde hij volop ellenlange citaten. Het zal geen lachertje geweest zijn hem aan tafel te hebben.

Sommige biografen, mensen die zijn leven hebben bestudeerd (of dat zouden moet gedaan hebben), menen dat Asperger zichzelf af en toe herkende in de kinderen die hij onderzocht, en een zekere sympathie ontwikkelde. Vooral het eerder bizar sociaal gedrag, bijzondere manier van communiceren met andere mensen en context-vreemde interesses zou hij (in bepaalde mate) bij zichzelf herkend hebben. Biografieën zijn echter niet steeds even betrouwbaar, en zelf zou ik ze toch eerder zien als werken van fictie dan als informatieve documenten.

Voor mezelf heeft het geen belang heeft of Asperger nu asperger had of niet, of dat hij gewoon wat ongewoon was, en een eerder introverte, wat vreemde snuiter die boeken verslond.  Ik hou het op het laatste, maar noch het ene noch het andere is echt zeker. Sommige mensen putten er misschien hoop uit dat iemand die in een andere tijd bepaald onbeholpen of gênant gedrag stelde tot autist verheven wordt, maar voor anderen brengt het dan weer frustraties mee.

Het blijft ook koffiedik kijken of Hans Asperger zich zo toelegde op zijn onderzoek vanuit de ervaring dat hij zijn autisme moest camoufleren en compenseren om te overleven en anderen met soortgelijk of meer uitgesproken autisme een ander leven toewenste. Met dat soort hypothesen en theorieën wil ik me ook liever niet inlaten. Laten we het erop houden dat Hans Asperger de man was voor wie hij doorgaat en ons richten op wat wat er in ons dagelijks leven toe doet: zo goed mogelijk proberen te leven met wie we zijn.

4 Comments »

  1. Ik weet niet waar je dat van de Nazi’s las maar de meeste bronnen stellen, net als Steve Silbermann in Neurotribes, dat Asperger ‘zijn’ kinderen met autisme als kleine professoren met veel mogelijkheden beschreef om hen en soortgelijke anderen van de beul te sparen.

    Like

  2. Ik heb net gelezen dat hij zich ook liet gebruiken door de nazi’s en dat hij een aantal van zijn patienten aan de beul heeft uitgeleverd…. Ik ben het met je eens, het probleem met een postuum diagnose is juist de afwezigheid van de persoon die geanalyseerd word. Alles word verkleurd door de ( soms verwrongen) perspectief van de biograaf. Het was wel interessant geweest als Asperger zou hebben geschreven dat hij zich zelf herkende in zijn patienten en hun gedrag.

    Like

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.