Netjes op orde … opruimen en autisme

Netjes op Orde: Opruimen en autisme (Ertsberg, 2022, isbn 9789464369298)

Opruimen als autistisch persoon betekent voor mij zowel een dagelijkse uitdaging als het kruispunt van mijn beperkingen. Het is zoveel meer dan slechts dingen zo verplaatsen dat er een andere orde ontstaat. Meer zelfs, ik zou durven zeggen dat het aan de essenties van wie ik ben. Als er conflicten ontstaan, is dat omdat er iets elders ligt dan waar ik het gelegd heb.

Vandaar dat ik me vaak verbaas als ik weer eens in een tv-programma zie dat een koppel op verwentrip wordt gestuurd en ze bij hun terugkeer een opgeruimde, heringerichte en eventueel zelfs opgefriste woning binnen worden geleid. Vermoedelijk is er achter de schermen veel uitgepraat, maar zelf zou ik niet echt enthousiast zijn. Zeker niet als de opruimcoach van het ‘make-over’-team terloops vermeldt dat ze de ‘rommel’ van de garage, de kelder, de zolder, de kinderkamers en het aanbouwsel in de tuin richting afvalpark hebben gestuurd.

Opruimen is geen doel

Opruimen is geen doel, het is slechts een middel om je weer goed te voelen tussen je spullen en in je leven, schrijft Gwendoline Van Balberghe in haar boek ‘Netjes op orde: opruimen en autisme’. Van Balberghe biedt individuele opruimbegeleiding aan, in het bijzonder voor mensen met een handicap, autisme, ad(h)d, hsp of burn-out. Op de achterflap en achteraan het boek vermeldt de auteur fier een aantal positieve reacties van professionals, en de (ervarings)deskundigen waar ze mee samenwerkte.

Netjes op Orde is alvast heel duidelijk, helder en overzichtelijk geschreven, en is duidelijk bedoeld om ook als werkdocument te blijven gebruiken bij het opruimen.

Netjes op Orde begint met de negen mogelijke struikelblokken tijdens het opruimen, die te maken hebben met autisme. Van elke mogelijke struikelblok geeft de auteur een omschrijving, mogelijke gevolgen, mogelijke oplossingen en sluit af met een concrete situatie. Ze vermijdt daarbij duidelijk termen die verwijzen naar psychologische theorieën die autistisch gedrag proberen te verklaren. Naast deze mogelijke struikelblokken vermeldt ze echter ook zeven mogelijke talenten. Ze benadrukt dat ze zich hier verder in het boek op wil richten.

Opruimen is niet voor watjes

De tien deeltjes van het boek hebben elk een vaste structuur, met ervaringen, theoretische uitleg, praktische aanpak, oefeningen en passende citaten rond opruimen of organiseren.

Opruimen is niet voor watjes, je moet, zeker als begeleider, sterk in je schoenen staan, schrijft de auteur. Toch moet je vooral weten wat de mogelijke oorzaken van opruimproblemen zijn en wat de eventuele gevolgen van ‘rommel’ zijn. Ze laat niet na om stil te staan bij de definitie van rommel. Mijn ervaring is dat een van de opruimproblemen te maken hebben met die definitie, en het gemak waarmee anderen veronderstellen dat ze wel weten wat ‘rommel’ is. Strikt genomen heb ik echter geen ‘rommel’ in huis. Ook al zal mijn huishoudhulp het daar vast niet mee eens zijn, voor haar is bijna alles wat ik heb ‘rommel’. In de zin dat het niet noodzakelijk is, dat het ruimte inneemt en dat het gerust weg mag.

Opruimen vraagt heel wat een mens, zowel van wie opruimt als van wie begeleidt. Het vergt onder andere energie, planning, organisatie, doorzettingsvermogen en geduld. Dat is meteen een mooie opsomming van alles wat ik mis in mijn leven of waarin ik vastloop.

Hoe iemand zonder energie, planning, organisatie, doorzettingsvermogen en geduld ertoe te krijgen om te komen tot opruimen, is misschien iets waar dit boek te weinig op in gaat. Er staan weliswaar enkele praktische voorbeelden en opdrachten vermeld om aan de slag te gaan, maar het ontbreekt toch aan argumenten waarom te komen tot opruimen. Voor mij zijn dat vooral mijn vrouw, de medebewoners van het appartementsgebouw, de huishoudhulp en mijn verhuurder.  

Een goede opruimer begint nooit onvoorbereid

Onvoorbereid en impulsief overgaan tot opruimen is niet aan te raden, volgens opruimcoach Gwendoline. Een goede voorbereiding, schrijft ze, is het halve werk. Opruimen is een kwestie van stap voor stap zetten, niet te veel eens willen realiseren, afleiding vermijden en vooraf in het nodige hulpmateriaal voorzien. Dat hulpmateriaal bestaat volgens haar uit poets -, sorteer – en kantoormateriaal. Een van de handige tips die ze geeft is een schriftje met schijfgerief in de buurt te leggen om ideeën die opkomen tijdens het opruimen op te schrijven voor later. De enige valkuil die ik daarin bij mezelf merk, is blijven steken in voorbereiding en planning, en niet tot actie overgaan.

Maar wat als opruimen niet lukt, en dat te maken heeft met vermoeidheid, ziekte, eventueel anderen die opruimplannen op een of andere manier dwarsbomen? “Ik schuif deze redenen meteen van tafel”, schrijft de auteur. “Als je succes wil, begin je met jezelf. En besef dat je een verantwoordelijkheid hebt tegenover jezelf. Je moet streng blijven voor jezelf in het begin. Eens alles een automatisme is, kan je er wat meer je eigen weg in bepalen.”

Stel geen te hoge verwachtingen op vlak van opruimen

Eenmaal voorbereid, wordt het tijd om te bepalen wanneer we gaan opruimen. Wees daarbij realistisch, schrijft de auteur, en stel geen te hoge verwachtingen. Vermoedelijk zijn er nu al actiegerichte mensen die zich afvragen wanneer we nu erin vliegen, en zich ergeren aan die analyse waar het fout loopt en wat de talenten zijn, aan de voorbereiding en de planning. Hopelijk lezen zij dan verder, en merken ze dat haast en spoed, zeker als het gaat om opruimen als autistisch persoon, zelden goed zijn.

Het opruimen zelf begint volgens ‘Netjes op orde’ met overzicht te vinden in je spullen door te verzamelen, groeperen of visualiseren en te sorteren in een aantal categorieën, zoals bijvoorbeeld bijhouden, opbergen, weggeven, weggooien en als restcategorie ‘twijfelgevallen’. Die laatste is natuurlijk bedoeld als een uitzondering. Aangezien ik niet anders doe dan twijfelen, ben ik geen goede opruimer.

Opruimen heeft pas zin als je er een gewoonte van maakt

Naast overzicht vinden en categoriseren houdt opruimen ook in, zo stelt de auteur van Netjes op Orde toch, dat je elke ruimte een functie geeft (en de spullen die erbij horen daar een plaats geeft) en platte oppervlakten, zoals de vloer, leeg houdt.

Het belangrijkste, en het meest interessante stuk, komt volgens mij hierna, in het zevende hoofdstuk, waar opruimgewoonten aan bod komen. Opruimen, zo heb ik ook al mogen ondervinden, heeft pas zin als je er een gewoonte van maakt. Daarbij blijken zowel routines kweken als aan zelf-evaluatie doen belangrijk. Die gewoontes kan je het best al van vrij vroeg in de kindertijd leren. Ook al gebeurt opruimen dan natuurlijk op kindermaat, in het bijzonder van en met speelgoed en aangepaste technieken om het aan te leren. In een achtste hoofdstuk geeft opruimcoach Gwendoline mooi aan met foto’s en praktische voorbeelden wat volgens haar werkt.

In de laatste twee hoofdstukken zet de auteur nog eens alles op een rijtje en geeft ze ‘to do tips’ mee als uitsmijters. Eerst maakt ze een overzicht van wat opruimen volgens haar inhoudt: uitzoeken waar het fout loopt bij het opruimen, opruimmateriaal klaar hebben, stappenplan maken, en de verschillende onderdelen van opruimen. Vervolgens geeft ze tips rond wat te doen met kleren, ruimtes en speelgoed. Het boek sluit af met een voorbeeldsjabloon van hoe je planmatig het opruimen kan aanpakken.

Tot slot: een aanrader, niettegenstaande bedenkingen

Na het lezen van ‘Netjes op Orde’, was ik niet alleen onder de indruk, ik voelde zowaar een lichte zin tot opruimen opborrelen.

Het boek heeft beslist heel wat kwaliteiten, zoals de leesbaarheid, de aangename layout, de tekstschikking, de concrete voorbeelden, … Toch blijf ik, vanuit mijn houding tegenover opruimen, sceptisch over de praktische hulp die het biedt. Opruimen blijft immers vooral een praktijk, een beetje zoals jezelf wassen, eten, poetsen, lichaamsbeweging, kleding verversen … allemaal dingen waar ik vaak niet toe kom. De auteur is zich bewust dat er zulke mensen bestaan, en probeert daar ook in mee te denken, en dat apprecieer ik. Ze is beslist geen opruimfundamentaliste, wat auteurs van soortgelijke boeken wel eens verweten kan worden.

Zowel een kwaliteit als een minpunt is tot slot dat er op geen enkel moment verwezen wordt naar links met autisme-onderzoek. Het is dan ook vooral een praktisch boek, geen uiteenzetting waarom autistische mensen het, bijvoorbeeld door hun beperktere van executieve functies, lastiger zouden hebben om op te ruimen. Een boek dat ik ondanks alles toch wil aanraden en waarvan ik vind dat het zeker thuishoort in mijn, en misschien uw, boekenkast.

Netjes op Orde: opruimen en autisme van Gwendoline Van Balberghe is in papieren druk verschenen in april 2022 bij uitgeverij Ertsberge

2 Comments »

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.